vrijdag 1 oktober 2010

2- Christus en de tegenstrevende machten


Uit: Apokalyps Nu! oktober 2010Christus en de tegenstrevende machten

Wie er vandaag nog steeds aan twijfelt dat de demonische machten echt bestaan, heeft niets begrepen van de metafysische achtergrond van deze oorlog. (1940-45 red.) (1).

In het eerste artikel is aandacht geschonken aan de kleine Apocalypse zoals bij Markus en Mattheus beschreven en  is gepoogd de wederkomst van Christus zoals Steiner deze voorzag, beginnende in de 20e eeuw bij benadering aan te tippen.
In dit tweede artikel schenken we o.a. aandacht aan die machten, die er juist alle belang bij hebben, dat er geen nieuwe Christusopenbaring kan plaatsvinden, toegespitst op de gevallen engelen. Een afbeelding op blad 2 van elke uitgave van dit blad duidt op dit thema.

                                                           Witte Roos.

De titel die als bovenstaande tekst gekozen is, komt uit een pamflet van een verzetsgroep van jonge studenten “de witte Roos”. Ze verspreidden deze pamfletten onder de Duitsers in 1942, tijdens de tweede wereldoorlog. De genoemde studenten waaronder Hans en Sophie Scholl (2) en Alexander Schmorel zijn allen in 1943 door het Hitler-regime ter dood gebracht. Ze waren kennelijk een buitengewoon gevaar voor het nationaalsocialistische systeem.
Waarom was een handvol studenten, studenten die slechts pamfletten verspreidden, verder geen aanslagen pleegden of anderszins fysiek geweld gebruikten voor het Hitler-regime toch zo gevaarlijk?

Hieronder een deel van de passage waaruit de titel afkomstig is:

Pamfletten van De Witte Roos. IV……

 Elk woord uit Hitlers mond is een leugen. Als hij vrede zegt, bedoelt hij oorlog, als hij op misdadige wijze de naam van de Almachtige noemt, dan bedoelt hij de macht van het kwaad, de gevallen engel, de Satan. Zijn mond is de stinkende muil van de hel, zijn macht is in wezen verwerpelijk. Toch moeten we de strijd tegen het nationaalsocialistische schrikbewind met rationele middelen voeren; wie er vandaag nog steeds aan twijfelt dat de demonische machten echt bestaan, heeft niets begrepen van de metafysische achtergrond van deze oorlog. Achter het concrete, achter het zintuiglijk waarneembare, achter alle zakelijke, logische overwegingen staat het irrationele, d.w.z. de strijd tegen de demon, tegen de bode van de antichrist. Overal en ten allen tijde hebben de demonen in de duisternis op de loer gelegen, wachtend op het moment dat de mens zwak wordt, dat hij zijn door God op vrijheid gegrondveste positie eigenmachtig verlaat door toe te geven aan de druk van het kwaad, door zich los te maken van de machten van een hogere orde.( ……)
Bestaat er, zo vraag ik jou als christen, bestaat er in deze worsteling voor het behoud van je hoogste goed een aarzeling, een spel met intriges, uitstel van beslissingen in de hoop dat een ander de wapens opneemt om je te verdedigen? Heeft niet God zelf je de kracht en de moed gegeven om te vechten? Wij moeten het kwaad aanvallen waar het op zijn machtigst is, en het machtigst is het in de macht van Hitler………………(1)
De studenten, die wisten dat ze hun levens waagden door verspreiding van de pamfletten, hadden herkend dat ze hier met reële demonische machten te maken hadden, die zich door mensen heen manifesteerden. En dat waarschijnlijk nog voordat de feiten van de Holocaust, waar op een systematische onmenselijke wijze andere mensen werden vernietigd, algemeen bekend waren.
Dit kan de hedendaagse mens vreemd in de oren klinken. Het lijkt meer een thema voor hollywoodfilms en spelcomputers, waar door demonen bezeten mensenwezens als publieksvermaak opgevoerd worden, maar wat met de visueel zichtbare werkelijkheid niets te maken heeft.

                                               Michaël en de Draak.

In de Openbaring van Johannes (12: 7-15) staat het volgende: De strijd van Michaël met de draak:

En een strijd begon in de hemel:Michaël en zijn engelen streden tegen de Draaken de Draak streed te midden van zijn engelen,maar hun kracht bezweek en hun plaats werd niet meer in de hemel gevonden.Uitgeworpen werd de grote Draak, de Slang van het oerbegin,die genoemd wordt Diabolos en Satanas,die de hele wereld misleidt,hij werd neergeworpen in de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen,(………………)Tot u is de Diabolos neergedaald met laaiende woede,hij weet, dat hij weinig tijd en gelegenheid heeft. (3)

De oproepen van de Witte Roos lijken er dus op gericht de mensen wakker te schudden voor dit soort kwaad dat zich volgens hen in en door mensen heen aan het manifesteren was.
Deze kwade krachten op hun beurt herkenden deze ontmaskeringpogingen en hun reactie was om dit verzet met wortel en tak uit te roeien. Wie eens oude filmopnamen van de bloedrechter Roland Freisler gezien heeft, de man die de onthoofding van deze dappere studenten verordonneerde, kan de gedachte niet onderdrukken, is dit nog wel een mens? Freisler was lid van een groep mensen, die de mensheid in ueber- en untermenschen indeelde, waarbij hij zichzelf natuurlijk bij de eerste groep vond horen. (4)
In de ontroerende tv-film die over deze studenten gemaakt is met name over Sophie Scholl is treffend verbeeld wat de strijd tussen het christelijk geweten van de studente enerzijds en een door de ideeëen van het  nationaal socialisme geïndoctrineerde aanklager anderzijds eigenlijk behelst. (2)

In het levenswerk van Rudolf Steiner neemt vooral tegen het einde het thema Michaël en de strijd met de Draak een steeds centralere plaats in. Het is in het begin van zijn uiteenzettingen over dit thema nog niet direct duidelijk welke macht er precies bedoeld wordt met de Draak.
In 1905 (5) spreekt hij i.v.m. de in die tijd  optredende nieuwe infectieziekten over een strijd in de astrale (=ziele) wereld. De aartsengel Michaël vocht met zijn scharen tegen de god Mammon en diens aanhangers en behaalde de overwinning. Mammon is daar de god van de hindernissen en vernietiging
In 1908, (6) volgt er een hele reeks voordrachten over de Apocalyps, op 29 juni (6) spreekt Steiner over de tegenstander van Christus, Sorat, ook wel de antizonnedemon genoemd. Hij wordt geassocieerd met het getal 666 (het beest).
Michaël wordt gekarakteriseerd als het aangezicht van Christus die het dier met de twee horens, de verleider, die men ook de grote draak noemt heeft overwonnen.
Deze gebeurtenis wordt ook afgebeeld als is Michaël, die de sleutel die leidt naar de afgrond en een ketting in zijn hand heeft en daarmee de draak in bedwang houdt.

Steiner verklaart aan het einde van deze voordrachtenreeks:

Maar het is niet alles, lang niet alles, wat er te zeggen valt en men kan nog veel dieper in de waarheden en de grondslagen van de Apokalyps ingaan.En wanneer we in alle diepten doordringen zouden, dan zou dat wat ik jullie heb kunnen zeggen zo verschijnen, dat men het slechts als een eerste oppervlakkige weergave zou kunnen karakteriseren…..

Verder verklaart hij dat op dat moment (1908) de mensen nog in het stadium zijn dat de oren om zulke waarheden aan te horen eerst nog voorbereid moeten worden. (7)

In het verloop van de daarop volgende jaren, met name de jaren tijdens de eerste wereldoorlog wordt Steiner echter steeds concreter over deze de mensheids- ontwikkeling tegenstrevende machten. De oren worden door schade en schande en leed langzamerhand rijp om te horen wat de geesteswetenschapper te vertellen heeft.

Alvorens in te gaan op concrete uitspraken van Steiner omtrent de actualiteit van de strijd van Michaël met de Draak en hun engelen, is het nodig enkele begrippen wat helderder te krijgen.

-En een strijd begon in de hemel-

Met de hemel wordt hier die bovenzinnelijke sfeer bedoeld, die direct grenst aan de aardesfeer, daar waar o.a. ook gestorven mensenzielen verblijven. In deze onderste geestelijke sfeer maar ook in hogere sferen leven nog allerlei andere geestelijke wezens.:

Volgens Dionysius de Areopagiet, een leerling van Paulus, (Hand.17-34) (8)
zijn er in de verschillende hemelse gebieden 3x3 rangorden van engelen:

3e hiërarchie:
Angeloi- engelen, leiders van mensen, beschermengelen
Archangeloi ,aartsengelen, leiders van volken
Archai- overheden, vorstendommen, oerkrachten,

2e hiërarchie:
Exousiai- Elohim (mv.) Eloha (enkelvoud), openbaarders, machten,
Dynameis- krachten
Kyriotetes- heerschappijen


1e hiërarchie:
Tronen nabij Gods troon
Cherubijnen volmaaktheid van kennis
Serafijnen. Zij die branden

Deze wezens zijn in de scheppingsorde de voorlopers van de mens(heid) en vervullen onder de Triniteit een actieve rol in de mede-schepping van de mens. (9)

-Michaël en zijn engelen streden tegen de Draaken de Draak streed te midden van zijn engelen,-

Michaël staat bekend als een aartsengel, in legenden ook wel St. George of Joris genoemd. Michaël als aangezicht van Christus, strijdend als plaatsvervanger en uit volmacht van Christus. Andere aartsengelen bekend oa uit de bijbel zijn bijv. Rafaël en Gabriël. (9)
De engelen rondom Michaël zijn wezens uit de eerder genoemde hiërarchieën.

De engelen rond de Draak zijn van een ander kaliber. Men noemt ze ook wel de gevallen engelen, engelen die hun beginsel verloren hebben (10 ).

Een bekend voorbeeld uit de bijbel van een gevallen engel is Lucifer of de Duivel of Diabolos. (er zijn nog legio andere namen) Een andere bekende naam is die van Satan.(10) In antroposofisch woordgebruik wordt deze ook wel Ahriman genoemd. De eerder genoemde Mammon is een geest met een ahrimanische signatuur.

De Draak tenslotte (het tweehoornige dier) is de grote tegenstander van Christus, de Antichrist, Steiner gebruikt hiervoor de occulte naam Sorat. Hij is degene die met het getal 666 wordt geassocieerd.
In een andere aflevering zal verder worden ingegaan op de machten Sorat, Ahriman en Lucifer en hun engelen. Ze zijn verschillende geestelijke wezens, die weliswaar samenwerken, maar ook hun geheel eigen karakteristiek hebben.

-maar hun kracht bezweek en hun plaats werd niet meer in de hemel gevonden.Uitgeworpen werd de grote Draak, de Slang van het oerbegin,die genoemd wordt Diabolos en Satanas,die de hele wereld misleidt,hij werd neergeworpen in de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen,-

Michaël en zijn scharen behalen een overwinning in de strijd in de hemelse gewesten en stoten hun tegenstanders, de gevallen engelen, uit hun hemelse sfeer in de sfeer van de aarde. De slang van het oerbegin is dan Lucifer uit Genesis.

-Tot u is de Diabolos neergedaald met laaiende woede,Hij weet, dat hij weinig tijd en gelegenheid heeft.(4)

Vanaf dat moment leven de gevallen engelen in en op de aarde tussen de mensen in, hen inspirerend in denken, voelen en willen. Kennelijk weten ze dat hun werktijd op aarde maar een bepaalde duur heeft.
Volgens Steiner vond deze strijd in de hemel plaats in de periode die zich uitstrekte van 1841 tot 1879.

Omstreeks 1820, dus bijna 100 jaar eerder heeft een gestigmatiseerde non- Anna Katharina Emmerich- een visioen. In het op haar manier meeleven met de lotgevallen van Christus beleeft ze de hellevaart van Christus mee en hoort daar:

Dat Lucifer 50 of 60 jaar voor het jaar 2000 weer voor een tijdje vrij gelaten zal worden. (11). (red. 1940-1950).

                                                           1841-1879

Na dit intermezzo de vraag, wat betekent het dat deze gevallen engelen sinds 1879 tussen de mensen op aarde leven en hoe manifesteert zich dit? Hoe kan het dat een overwinning in hemelse sferen kan leiden tot een demonisering van de verhoudingen tussen de mensen op aarde? Is een overwinning in de geestelijke wereld daardoor dan niet tegelijkertijd een nederlaag op aarde?

In 1917 tijdens de eerste wereldoorlog is Steiner voortgegaan met een reeks mededelingen over dit thema. Ondertussen waren de oren, die in 1908 nog voorbereid moesten worden rijper geworden door het oorlogsgeweld om e.e.a. te ontvangen. Zijn uitspraken worden dan ook veel concreter. Uit het boek met de Duitse titel -der Sturz der Geister der Finsternis (12), komen de volgende citaten:

Laten we wel bedenken: die machten van Ahrimans school, die vanaf het jaar 1841 tot het jaar 1879 een beslissende strijd gevoerd hebben in de geestelijke wereld, zij zijn sinds 1879  vanuit de geestelijke wereld omlaaggevallen  in het rijk der mensen. En sinds die tijd hebben ze hun vesting, hebben ze het veld van hun werken en wel speciaal in die periode,waarin  we nu leven (1917 red.), in het denken, in de gevoelens en in de wilsimpulsen van de mensen. (13)

Men zou willen zeggen: Het morgenrood, het eerste begin, de eerste aanzet tot deze strijd van Michaël met de Draak in de 19e eeuw was 1841. Zeer levendig ging het er dan aan toe tot het jaar 1845. Van 1845 tot 1879 verlopen 34 jaren, vanaf 1879- 34 jaar doorgeteld, zou de spiegeling zijn, u heeft dan het jaartal 1913, die juist voorafging aan 1914 (red. begin 1e wereldoorlog). U kunt zien, op het aardse plan is spiegelbeeld van de beslissende oorzaken van de geestelijke strijd, datgene wat in 1913 begint. En neemt u zelfs 1841 tot 1879 tot 1917! Het beslissingsjaar van de 19e eeuw was 1841, zijn spiegelbeeld is 1917.(red. bolsjewistische revolutie) En niemand hoeft zich erg te verwonderen over veel wat er gebeurt, wanneer hij in het oog vat, dat die inspanningen die in 1841 boven in de geestelijke wereld door de ahrimanische scharen zijn begonnen, toen de Draak tegen Michaël, zijn strijd begon, zich juist in 1917 spiegelen. Men begrijpt de gebeurtenissen van het aardse plan slechts werkelijk, wanneer men weet, hoe deze zich voorbereiden in de geestelijke werelden. (14)

Hier dus een exacte aardse tijdsbepaling van deze strijd in de hemelen. In ander verband wees Steiner er ook op, dat deze strijd van Michaël met de Draak al vele malen eerder gevoerd is, maar dat er steeds andere doelen en andere wezens bij betrokken zijn.
Al eerder werd bijvoorbeeld aangegeven, dat de gevallen engelen uit verschillende hierarchiën afkomstig zijn, de luciferische uit de rangen der angeloi, de ahrimanische uit de rangen der archangeloi en de asura’s uit de rangen der archai (zie  indeling boven). Maar dit is slechts een globale indeling, er zijn ook gevallen engelen uit veel hogere rangen. Maar het is nu in dit artikel niet de intentie om daar op in te gaan. (10)

Waar ging nu de strijd 1841-1879 om?
De besproken engelen hadden in de geestelijke wereld bepaalde opgaven.
Deze konden ze in die wereld niet meer uitoefenen en ze zoeken nu op aarde via de hoofden van de mensen alsnog hun doeleinden te volvoeren.
Doel in de geestelijke wereld was o.a. om een  nieuwe stroom van geestelijke openbaringen, die Michaël (als aangezicht van Christus) de mensheid schenken wil, tegen te houden. (15)
Daarin zijn ze niet geslaagd. Als in 1899 het Kali Yuga eindigt (het duistere tijdperk volgens de hindoe-filosofie) en er een lichter tijdperk aanbreekt, is dit mede mogelijk door de val van de betreffende engelen. In de geestelijke wereld hebben ze niet meer de macht om deze instroom te blokkeren. Maar daarentegen krijgen ze nu macht om door de mensen op aarde heen hetzelfde te proberen, zodat de strijd om het geestelijke licht nu op aarde onder de mensen ontbrandt. Het gevolg is dat het materialisme zich aanzienlijk uitbreidt en ook steeds geraffineerder wordt. Het materialisme dat zelfs zijn eigen ingewijden heeft, die deze materialistische wereldbeschouwing koste wat kost willen verbreiden.

Zeer aangenaam is het de ahrimanische engelen, in de hoofden te wonen, die heden met ahrimanische wetenschap gevuld zijn, maar als verterend vuur, als een grote schrik van de duisternis worden die hoofden door de ahrimanische engelen ondervonden, die met spirituele wijsheid doorlicht zijn. (16)

Zeker, de geestelijke wereld is er; maar de mensen kunnen zich daar van afwenden. En de materialistische wereldaanschouwing kan genoemd worden de grote samenzwering tegen de geest. Deze materialistische wereldbeschouwing is niet alleen maar een vergissing, het is een samenzwering  een samenzwering  tegen de geest. (17)

Als een van de werkingen (naast vele anderen) van de gevallen engelen in het mensenrijk wordt bijv. nog op het volgende gewezen;

Want door niets zal zich de mensheid meer in de neergang laten brengen, dan door de ras-,volks en bloeds-idealen  voort te planten. (18).

Het is niet moeilijk om nu terugziende op de 20e eeuw, te herkennen dat daar o.a. gedoeld wordt op de praktijken zoals deze later tegen het midden van de 20e eeuw in nazi-duitsland gebruikelijk waren.

In het kader van de herdenking van de 2e wereldoorlog stelde een onderzoeker die een fotodagboek van een SS-kampbewaker van een concentratiekamp onder ogen kreeg:

Ik zou het kunnen begrijpen als het monsters waren, maar het bleken mensen te zijn, maar wel mensen die monsterlijke dingen deden. (19)

Hij doelde erop dat bijv. vaders die ’s avonds na hun kampwerk ogenschijnlijk liefdevol met hun kinderen konden spelen, zich met collega’s konden amuseren in een bar, wandelingen in de natuur maakten, tesamen zongen bij de kerstboom, maar overdag met hetzelfde gemak joodse kindertjes konden helpen vergassen.
Het waren geen monsters met horens en gespleten hoeven, maar huisvaders, die voor de oorlog waarschijnlijk brave burgers waren die geen fysiek geweld tegen medemensen bedreven. Wat was er in hen gevaren, dat ze in staat waren tot zulke intens kwaadaardige gedragingen?

Daar zijn we aangekomen bij zeer diepgaande vragen. Heeft de mens alleen neiging tot het kwade als hij min of meer bezeten is door demonische machten? Of is de mens ook in staat om uit zichzelf het kwade te ontwikkelen, zonder deze “hulp” van buitenaf?
Je kunt stellen, dat met het verhaal in Genesis, de zondeval , de mensheid uit een geestelijke sfeer gevallen is (paradijs), dus dat ook de mens een gevallen wezen is. Alleen was de mensheid toen nog onbewust. Ze had nog geen kennis van goed en van kwaad. Derhalve kun je zeggen dat de mens onbewust schuldig was.
Christus kon aan het kruis dan ook zeggen, Vader vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.( Lukas 23 : 34)

Maar wat is nu het geval als de mens wel bewust is en uit vrije wil voor het kwaad kiest?  Er treedt dan een tweede val op in dat deel van de mensheid, dat bewust voor het kwaad kiest.
Ieder mens heeft een beschermengel die hem leidt in het tegenkomen van zijn lot (karma). Steiner spreekt over een groot drama: door de tweede val van de mens , door zijn toedoen worden er ook beschermengelen meegesleurd in de strijd en ze kunnen zich daardoor scharen in de rijen van de reeds eerder gevallen engelen. (20)
Daar de individuele beschermengel van de mens ten diepste te maken heeft met het karma van de mens, kan ook gesteld worden dat het karma van de mensen die verbonden zijn met gevallen engelen diep verstoord is. De kracht van Michaël bestaat er o.a. in om het karma weer in orde te brengen.  (21).

En dat is wederom het schokkerende, mijn lieve vrienden: daar neemt op de aarde het materialisme toe, en daar zijn  juist de meest voortgeschreden, de intelligentste mensen zo, dat ze het geestelijke verloochenen, dat ze aanvangen te spotten daarover, dat geestelijke wezens net zo in hun omgeving zouden zijn als fysieke mensen.In deze tijd, waarin zich het materialisme uitbreidt, dalen steeds meer en meer engelen af naar de aarde. Zij doen mee! Juist zij zijn het, die in bepaalde tijden, waar het bewustzijn verduisterd is, zich incorporeren en op aarde werken. Een groot aantal van engelen houdt zich terug, maar degenen, die naar hun engel-karma het dichtst bij de ahrimanische krachten staan houden zich niet terug, maar incorporeren zich in mensen, duiken onder in mensen op bepaalde tijden. (21).

Occulte broederschappen.

We gaan het nu langzamerhand hebben over thema’s die in dit tijdschrift al eerder aan de orde gesteld zijn: de geheime of occulte broederschappen en hun machtsstreven.
In een vorig artikel van Apokalyps Nu werd gerefereerd aan een uitspraak van Steiner waarin het streven van bepaalde krachten was om door inentingen met materialisme bevorderende middelen de spiritualiteit uit te bannen. (23)

Nu er mensen zijn die als het ware geïnfecteerd zijn met demonische invloeden, companen van de gevallen engelen, kunnen deze zich in een gezamenlijk streven verenigen in groepen die de eerder genoemde doelstellingen proberen te realiseren, namelijk het vergroten van het materialisme en het versterken van hun eigen machtspositie. Een hoofddoel is om de nieuwe werkzaamheid van Christus, die ze voorzagen, al eerder aangeduid als -de wederkomst van Christus in de etherische wereld- te voorkomen of de aandacht er van af te leiden.

Destijds in het begin van de jaartelling was Judas het voertuig waardoor de Satan zijn werk kon verrichten. Tijdens het laatste avondmaal na het ontvangen van het brood spreekt Jezus als volgt:

  Die is het, voor wie Ik het stuk brood indoop en wie Ik het geef. Hij doopte dan het stuk brood in en nam het en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot.En na dit stuk brood, toen voer de Satan in hem. Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doen wilt, doe het met spoed. (Johannes 13:26-27.)

Voordien al in de verzoekingen in de woestijn, vlak nadat de Christus in Jezus verschenen was bij de doop in de Jordaan, wordt duidelijk wat de bedoelingen van Satan zijn:

Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. (Mattheus. 4:1-11).

Macht over alle koninkrijken op aarde heeft de duivel dus te vergeven, in ruil voor erkenning van hem zelf als heerser van de wereld.
Dit is ook een doel waar bepaalde occulte broederschappen (loges) met alle macht naar streven.

Ja, die broederschappen, van wie ik u pas gesproken heb, welke de zielen van de mensen in de materialistische sfeer willen bannen, deze broederschappen hebben het streven, de Christus ongemerkt te laten passeren in de 20e eeuw, Zijn komst als etherische individualiteit niet bemerkbaar te laten worden voor de mensen. En dit streven ontwikkelt zich onder de invloed van een heel bepaald idee, eigenlijk een heel bepaalde wilsimpuls; ze streven er namelijk naar, de invloedssfeer, die door de Christus in de 20e eeuw en later komen moet, voor een ander wezen- we zullen daarover nog nauwkeuriger spreken-(40), voor een ander wezen te veroveren. Er zijn westelijke broederschappen, welke er naar streven, de Christus zijn impuls afhandig te maken en een andere individualiteit, die niet eenmaal ergens in het vlees verschenen is, maar slechts een etherische individualiteit, maar van streng ahrimanische natuur is, daarvoor in de plaats te zetten. . (24)

Er wordt ook verschil gemaakt tussen de werkwijze van westerse en oosterse occulte broederschappen (32), maar daarover wil ik het in een volgende aflevering hebben. Onderstaand een beschrijving van toonaangevende invloedrijke personen die tot (Angelsaksische) geheime genootschappen behoren.

"Er kunnen ons mensen in mensenvorm tegemoet treden die eigenlijk slechts naar de uiterlijke schijn mensen zijn, onderworpen aan steeds weerkerende aardelevens; in waarheid zijn het mensenlichamen met een fysiek, een etherisch en een astraal lichaam, waarin zich wezens belichamen om door middel van deze mensen hier werkzaam te zijn. Het is inderdaad zo dat in het Westen een groot aantal van dergelijke mensen rondloopt, mensen die in feite niet gewoon wederbelichaamde mensen zijn, maar die dragers zijn van wezens die een uitgesproken vervroegde ontwikkelingsgang vertonen, die eigenlijk pas in een later ontwikkelingsstadium in de mensheidsvorm zouden mogen optreden. Deze wezens bedienen zich niet van het ganse menselijke organisme, maar voornamelijk -bij de Westerse mens- van het stofwisselingssysteem. Van de drie leden der menselijke natuur benutten zij het stofwisselingssysteem op een zodanige manier dat zij door middel van deze mensen inwerken op de fysieke wereld. Iemand die het leven op de juiste manier beschouwt ziet dit ook uiterlijk aan die mensen. Zo zijn b.v. een groot aantal van diegenen die behoren tot Angelsaksische geheime genootschappen -over de rol van zulke geheime genootschappen hebben wij de laatste jaren herhaaldelijk gesproken- (25a) zo zijn leden van die geheimgenootschappen die invloedrijk zijn, eigenlijk dragers van dergelijke te-vroeg-optredende wezens die via het stofwisselingsstelsel van bepaalde mensen op de wereld inwerken en zich een arbeidsterrein zoeken door middel van mensen die niet in regelmatige wederbelichamingen leven. Evenzo zijn de toonaangevende persoonlijkheden van bepaalde sekten van zodanige aard; en met name bestaat het overgrote deel van een zeer verbreide sekte die een grote aanhang in het Westen heeft uit zulke mensen. Op die manier werkt, zou ik mogen zeggen, een gans andere geestesgesteldheid in op de mensen van tegenwoordig. En het zal een essentiële opgave zijn om vanuit deze gezichtspunten stelling te kunnen nemen tegenover het leven ..." (25).

Steiner laat zich op die plaats niet uit over deze zeer wijd verspreide sekte, maar het kan bijna niet anders dan dat het onderstaande daar enig licht op zou kunnen werpen:

Ingewijden van de katholieke kerk.

Een geestelijke strijd, die voordien in de geestelijke wereld heeft plaatsgevonden, is sinds 1879 ingestroomd in de aardse orde, in de Michael-orde. Sinds die tijd zijn er bijzondere gelegenheden gegeven, dat het spirituele door de mensen, die dat willen, opgenomen kan worden. Men moet niet geloven, dat de ingewijden van de katholieke kerk zulke dingen niet weten! Zij kennen ze natuurlijk; maar ze werpen daartegen hun dammen op. En juist in samenhang met het feit, dat het spirituele leven vanuit de geestelijke werelden zeer  bevorderd wordt vanaf het jaar 1879, heeft vooruitziend de rooms-katholieke kerk het onfeilbaarheiddogma opgericht, om een dam op te werpen tegen mogelijke invloed van nieuwe spirituele waarheden.(26)

In een ander verband spreekt Steiner over bepaalde kringen van de orde der jezuïeten als  ingewijden van de katholieke kerk en ziet ze als ondersteunende factor voor de westerse loges.(22).

De ingewijden van het westen zullen proberen, de mensen sterker aan hun lichamelijkheid en aan het daaruit opstijgende geestelijke te binden door de middelen van de ahrimanische demonologie van de techniek. Ondersteund wordt dit amerikanisme door het jezuïetendom, dat een kennen van de Christus onmogelijk wil maken.

Men kan het Jezus-element overdrijven, doordat men Jezus tot een koning van deze wereld maakt, doordat men hem tot datgene maakt, wat hij geworden was, wanneer hij de verzoeker (red. in de woestijn) niet weerstaan had, die hem “alle rijken van de wereld en hun heerlijkheden” wilde geven. Dan had Jezus van Nazareth een koning moeten worden, die in tegenstelling tot andere koningen, die allen slechts een stuk van de aarde bezitten, dan de gehele aarde tot zijn werkbereik zou hebben.(27)

Dat streven in de cultuurontwikkeling, dat zich als opgave gesteld heeft, geen begrip over Christus op te laten komen, het begrijpen van de Christus kompleet te ondergraven, dat is het jezuïtisme. Het jezuïtisme streeft ernaar, langzamerhand elke mogelijkheid van een Christusbegrip uit te roeien. (28)
                                      Ik-loze mensen.

maar globaal genomen is het toch juist dat er in onze tijd een soort boventallige mensen verschijnen die Ik-loos zijn, die in werkelijkheid geen mensen zijn. Dat is een vreselijke waarheid. Zij lopen hier rond, maar zij zijn geen incarnatie van een Ik, zij worden binnengebracht in de fysieke erfelijkheidsstroom, zij krijgen etherlichaam en astraal lichaam en worden in zekere zin uitgerust met een ahrimanisch bewustzijn; zij geven de indruk mensen te zijn wanneer men ze niet nauwkeurig beschouwt, maar in de volle zin van het woord zijn het geen mensen.(29)

Dat is een verschrikkelijke waarheid maar het is de waarheid. Op aarde lopen er dus mensen rond die een menselijke fysiek, etherisch en astraal lichaam hebben maar geen Ik, geen individualiteit; in plaats van het Ik incarneert in deze mensen een soort natuurwezen of een ahrimanische geest (29)

Steiner refereert hier aan de in de openbaring van Johannes genoemde sprinkhanen.(29)
Om weer terug te keren naar de data 1914 (begin 1e wereldoorlog) en 1917 (Russische revolutie) waar catastrofale invloeden zich deden gelden:

                                               1914-1917

…als in het jaar 1914 deze oorlogscatastrofe uitbrak. Toen moest men zich afvragen: hoe kon zo’n gebeurtenis over de Europese mensheid losbarsten, dat als men het wil afmeten naar zijn oorzaken, zoals men dat gewoon is te doen tegenover vroegere geschiedkundige feiten, eigenlijk onmogelijk is? Wie weet, dat bij de bepalende dingen in het jaar 1914 nauwelijks meer dan dertig tot veertig mensen in Europa betrokken waren, en wie weet, in welke zielstoestand de meesten van deze mensen waren, voor hen komt het eigenlijk belangrijke probleem op: want de meesten van deze mensen, zo raar dat nu klinkt, de meeste van deze mensen hadden een vertroebeld bewustzijn, (…)Op de beslissende tijdstippen van het jaar 1914 zien we overal, hoe juist vanuit een verduisterd bewustzijn eind juli, en begin augustus de belangrijkste besluiten genomen worden, en vervolgens door deze jaren heen tot heden (1917 red.). Dat is een probleem, verschrikkelijk in zijn soort. Onderzoekt men het geesteswetenschappelijk, dan vindt men, dat deze verduisterde bewustzijnen de poorten waren, waardoor juist deze wilswezens van het bewustzijn van deze mensen bezit namen, van het verduisterde, omfloerste bewustzijn van deze mensen bezit namen en gewerkt hebben met hun bewustzijn. En deze wezens, die bezit genomen hebben daarvan, die nog ondermenselijke wezens zijn, welke wezens zijn dit nog meer? Deze vraag moeten we ons eenmaal zeer ernstig stellen. Wat voor wezens zijn dat eigenlijk? (30) (…)
Ahrimanische invloeden waren het, die door deze verduisterde bewustzijnen heen werkten.(30)

Dit bovenstaande m.b.t. de 1e wereldoorlog in 1917 wordt hieronder nog wat specifieker geduid in 1924 daaarbij ingaand op de gevolgen van 1917:

Ja, de weg werd gebaand voor het binnendringen van demonen, die aanhangers van de grote soratdemonen zijn. Men hoeft slechts met die verstandige mensen te spreken, die bijvoorbeeld iets weten over het uitgangspunt van de wereldoorlog (1914-1918 red.) , men zal nooit ongelijk hebben, wanneer men zegt, dat die ongeveer veertig mensen, die schuldig zijn aan de uitbraak van deze wereldoorlog, bijna allen op het ogenblik van de uitbraak van de deze wereldoorlog een vertroebeld bewustzijn hadden. Dat is altijd de poort, de ingang voor ahrimanische demonenmachten, en een van de grootste demonen is Sorat. Dat zijn de pogingen van Sorats zijde, aanvankelijk alleen van tijdelijke duur om  zich in menselijke bewustzijnen te dringen en onheil, verwarring te bewerkstelligen. Niet de wereldoorlog, maar dat, wat volgde en wat vreselijk is en steeds vreselijker zal worden, bijvoorbeeld de tegenwoordige staat van Rusland, dat is datgene, wat door de in mensenzielen binnendringende soratgeesten nagestreefd wordt. (31)

Er wordt gesproken over ahrimanische geesten en over soratmensen (asuras). In weer andere citaten wordt er gesproken over luciferische geesten, zodat bijna het hele scala aan gevallen geesten de revue passeert.
Voor het verloop van deze eeuw (20e red.) voorziet Steiner nog een toename van dit fenomeen.

En nog voor het eind van deze eeuw zal hij zich tonen, doordat hij in talrijke mensen optreden zal als dat wezen, waardoor ze bezeten zijn. Men zal mensen zien opkomen, van wie men niet geloven kan, dat ze werkelijk mens zijn. Ze zullen zich op een zonderlinge manier ook uiterlijk ontwikkelen. Ze zullen uiterlijk intensief sterke naturen zijn met trekken van razernij, vernietigingsdrang in hun emoties. Ze zullen een gelaat hebben, waarin men uiterlijk een soort dierengelaat zien zal. De soratmensen zullen ook uiterlijk kenbaar zijn, ze zullen op de verschrikkelijkste wijze niet alleen alles bespotten, maar ook alles bestrijden en in de afgrond stoten wat van geestelijke signatuur  is. Men zal het beleven bijvoorbeeld in dat, wat in zekere mate geconcentreerd is op een klein gebied in zijn kiemen in het huidige bolsjewisme, hoe dat ingevoegd zal worden in de hele aardeontwikkeling van de mensheid. (33)

Wie ooit een toespraak van Goebbels op een film heeft kunnen zien, kan zich afvragen of Steiner misschien hier al op zinspeelde. (zie enkele links naar youtube filmpjes onder de afbeeldingen).

In die tijd (1924), maar ook nu in 2010 (ervaring van auteur) zijn er mensen die het Steiner uiterst kwalijk nemen, dat hij gesproken heeft over de zogenaamde ik-loze mensen. Door deze mensen wordt het als een soort ultieme discriminatie gezien. Men zou dit het liefst ook onder de grote komplottheorieën van de 20e eeuw  willen scharen. Hieronder reageert Steiner daarop:

Men spreekt zeer ongaarne over deze dingen, nadat we  al veelvuldig door tegenstanders aangevallen zijn. Bedenkt u, wat de mensen zeggen wanneer ze horen dat hier wordt verklaard dat er mensen zijn, die geen mensen zijn. Maar het zijn feiten. We zouden ook niet zo’n neergang van de kultuur hebben, wanneer een sterk gevoel voorhanden was, dat er lieden rondlopen, die juist daardoor, dat ze meedogenloos zijn, iets worden wat geen mensen zijn, maar demonen in mensengestalte. (34)

                                   Michaëlsgemeenschap.

Er zouden nog veel meer uitspraken van Steiner betreffende dit thema gegeven kunnen worden. Maar dan zou het een boekwerk worden i.p.v. een artikel.
Het boze manifesteerde zich niet alleen door de nazi’s heen, maar ook door het bolsjewisme dat ogenschijnlijk tot 1989 stand hield en door de westerse okkulte broederschappen, daarbij geholpen door het jezuïtisme .
Een studie van het verloop van de 20e eeuw kan in het licht van het hier gegeven thema zeer verhelderend werken.(35) (36)

Tegen het eind van zijn leven hield Steiner een hele reeks voordrachten met als thema de antroposofie als een Michaëlsgemeenschap. (37)
Daarin verwoordde hij de verhouding van de antroposofische beweging tot Michaël. Dit kan mogelijk later in een artikel opgepakt worden.

Christus, Draak, Antichrist.

Nadat in dit artikel het accent meer op de gevallen engelen van de Draak lag, willen we ons in een volgend artikel richten op de Draak zelf (24a), die op aarde geworpen is en dit in verband brengen met  de komende incarnatie van Ahriman in een fysiek lichaam en dit weer in verband brengen met de valse profeet en de Antichrist. Uit bovenstaande moge wel duidelijk zijn, dat het begrip Draak zeer complex is en daardoor niet makkelijk te vatten. De genoemde okkulte broederschappen werken in de wereld aan een infrastruktuur, die deze ahrimanische incarnatie mogelijk wil maken, naast de al eerder genoemde voorbereidingen(24). Elders in dit blad, in vorige en toekomstige nummers kunt u daarvan uitgewerkte voorbeelden vinden.

We dienen niet uit het oog te verliezen, dat waar er diepe slagschaduwen zijn, er ook een groot licht moet zijn. (in het eerste artikel werd daarvan al e.e.a. genoemd). Daarom eindigen we hier met een laatste citaat, dat hopenlijk in een later artikel weer opgepakt kan worden, maar voorlopig als meditatieve inhoud kan blijven staan. Het handelt over een ander aspekt van het mysterie van het boze. Parallel aan de strijd van Michaël en de Draak van 1841-1879 :vind er een soort van omgekeerde zondeval plaats: het Christus-bewustzijn wordt uit de geestelijke wereld verdreven opdat het een opstanding van het menselijke bewustzijn, te beginnen in de 20e eeuw, kan worden:

                    2e Mysterie van Golgotha.
 
Twee keer al is de Christus gekruisigd: de eerste keer fysiek in de fysieke wereld (Mysterie van Golgotha) en een tweede keer in de 19e eeuw.De kiemen van het aardse materialisme, die sinds de 16e eeuw in steeds grotere mate binnengebracht werden in de geestelijke wereld door de door de poort van de dood gaande zielen  en die daar steeds meer duisternis bewerkten, vormden de “zwarte sfeer van het materialisme”. Deze werd door Christus in de zin van het manicheïstische principe in zijn wezen opgenomen, om deze te metamorfoseren. Dit bewerkte in het engel-wezen, waarin zich het Chistuswezen sinds het mysterie van Golgotha openbaarde, de “geestelijke verstikkingsdood”. Dit offer van Christus kan als een tweede kruisiging van Christus op het etherische plan gekenschetst worden. Deze geestelijke verstikkingsdood, die de opheffing van het bewustzijn van het betreffende engelwezen veroorzaakte, is een herhaling van het mysterie van Golgotha in die werelden, die direct achter de onze liggen, waardoor een hernieuwd opleven van het vroeger verborgen Christus-bewustzijn in de zielen van de mensen op aarde kan plaatsvinden. Dit wederopleven wordt tot het helderziende schouwen van de mens m.i.v. de 20e eeuw. Men kan zeggen, de mens beleefde de opstanding van zijn lichaam in de toenmalige tijd, zij zal de opstanding van zijn bewustzijn vanaf de 20e eeuw beleven. (38)

                                               Oren die horen.

Dat wat ik slechts in enkele woorden heb kunnen aanduiden, zal langzamerhand in de mensenzielen binnendringen, en de middelaar, de boodschapper zal Michaël zijn, die nu de afgezant van Christus is. (…).Zo bereidt hij nu de mensheid voor, dat ze in staat wordt, het ontvangen van het Christus-bewustzijn vanuit de toestand van het onbewuste naar de toestand van het bewuste te beleven. En precies zoals ten tijde van het aardeleven van Christus het grootste deel van zijn tijdgenoten niet in staat was te geloven, welk een machtige gebeurtenis zich in de aarde-evolutie voltrokken had, zo streeft in onze tijd de buitenwereld daarnaar, de macht van het materialisme te vergroten, en zal nog lange tijd doorgaan, dat, wat we heden besproken hebben, als fantasie, dromerij, misschien zelfs als dwaasheid aan te zien. En zo zal ze ook deze waarheid over Michaël aanzien, die in de huidige tijd begint, de Christus op een nieuwe manier te openbaren. Desondanks zullen veel mensen dat herkennen, wat nu als een morgenrood begint op te gaan en wat zich gedurende de komende eeuwen in de menselijke zielen als een zon uitgieten zal, want Michaël kan steeds met een zon vergeleken woren. En ook wanneer veel mensen deze nieuwe Michaël-openbaring niet zullen erkennen, dan zal zij zich toch over de mensheid verspreiden. (39)
Slot.

Begonnen is dit artikel met de zeer reële belevenissen van een groep studenten tijdens de tweede wereldoorlog, een kennis-drama. Aanvullend volgden vele citaten van Steiner over de gevallen engelen en het verband met het ontstaan van de 1e wereldoorlog en de Russische revolutie van 1917.  Wat toen in Rusland begonnen is heeft onder het  stalinisme miljoenen burgers het leven gekost. Het thema is desondanks maar summier behandeld. De connectie leggen tussen dat wat Steiner over dit thema vertelde ,met de werkelijkheid van alledag is een streven van dit tijdschrift. Ook wat er verder in de 20e eeuw gebeurd is. De andere artikelen willen hier een verdieping van zijn en een aanvulling. In de noten onderaan is verwezen naar allerlei bronnen voor zelfstudie. (40) Als er reacties van lezers komen, kunnen deze in volgende afleveringen zo mogelijk verwerkt en meegenomen worden.

Kees Kromme
Met dank aan het correctiewerk van Anneke en Rikie
Wordt vervolgd.

Hieronder 2 afbeeldingen, zeer karakteristiek, beiden een arm opgeheven,
links Michaël met in zijn hand de speer die de draak onder in bedwang houdt,
rechts rechter Freissler (1-2-4) de Hitlergroet brengende met op de achtergrond een drakenkop voor een hakenkruis. Michaël met een weegschaal. Vrouwe justitia is men ook gewend met een weegschaal en een blinddoek weer te geven.





http://www.youtube.com/watch?v=p4jaSBolzKE&feature=related  een youtube filmpje, Goebbels roept op tot: der Totale Krieg. Het is schokkerend te zien hoe grote mensenmassa’s zich enthousiast mee laten slepen in een totale vernietigingsdrang


Verwijzingen en noten.

Als er onderstaand naar een boek van Rudolf Steiner verwezen wordt, gebeurt dat aldus:
GA177 14-10-1917, wat dan betekent: in de Gesamt Ausgabe van de Rudolf Steiner Verlag Dornach Schweiz, is dit nummer 177 en wel de voordracht van 14 oktober 1917.
Eventuele nederlandse vertalingen zijn hier te vinden:

alle schuin geplaatste tekst in dit artikel is citaat.

(1). Pamfletten van De Witte Roos. IV  ,1943
ook de overige pamfleten tonen aan welke inzichten de studenten hadden verworven. Ze zijn ook na 65 jaar het lezen meer dan waard! We kunnen de studenten zeker wel de kwalificatie van Michaël-strijders meegeven!

(2) Er is een indringende film-documentaire gemaakt over de laatste dagen van Sophie Scholl; via de volgende link op internet is daar meer over te lezen

(3) Het nieuwe testament door H.Ogilvie, uitgeverij Christofoor,
ISBN: 90 6238 044 1 (inmiddels in 6e druk 2001)

(4) de bloedrechter Roland Freisler  http://www.verzet.org/content/view/550/31/1/3/
http://www.publiekrechtenpolitiek.nl/roland-freisler/comment-page-1/ hier ook een filmpje op youtube waar je deze man kunt horen razen

(5) Grundelemente der Esoterik, GA93a, 3-11-1905

(6) 1908  Een serie van 13 voordrachten over - Apokalyps : de openbaring van Johannes : beeld van de toekomst ISBN: 90-6038-227-7 (voordracht uit GA 104, 29-6-1908)

(7) GA 104, 30-6-1908 (zie 6)

(8) Dionysius de Areopagiet, leerling van Paulus. (Hand.17-34)

(9) Meer te lezen over engelen oa onder http://www.christofoor.nl/pdf/algemeen.pdf:
     Hans-Werner Schroeder : De hemelse hiërarchieën
     Rangorde en verscheidenheid Christofoor ISBN 90 6238 177 4

(10) Hans-Werner Schroeder: De mens en het kwaad ...... ISBN  9789062383207
enkele plaatsen in de bijbel waar er van gevallen geesten gesproken wordt:
Judas 6: En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hunne eigene woonstede verlaten hebben,.
Ezechiël:28:13-19  16 Door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde. Van de berg der goden verbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende cherub, van tussen de vlammende stenen.
17 Trots was uw hart op uw schoonheid. Met uw luister hebt gij ook uw wijsheid teniet doen gaan. Ter aarde wierp Ik u neer, en maakte u tot een schouwspel voor koningen om met leedvermaak
naar u te zien.
Jesaja 14:12-15 Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads, (hoe) zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij die de heidenen krenktet! En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijnen troon boven de sterren Gods verhoogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden. Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogsten gelijk worden.
Efeze 6:11-12  want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten,tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Satan (Job.1, 1 Kron.21:1),
Demonen Luk.4:41
Legio -Markus 5:9-

(11) Anna Katharina Emmerich, "Das bittere Leiden unsers Herrn Jesu Christi, Nach den Betrachtungen der Augustinerin von Dülmen. Aufgeschrieben und mit einem Lebensabriss der Begnadeten versehen von Clemens Brentano.
 Einiges von der Höllenfahrt -  Verlag Christiana ISBN 978-3-7171-0960-0

(12), GA177 Die spirituellen Hintergruende der ausseren Welt, der Sturz der Geister der Finsternis
    
(13) GA177  20-10-1917

(14) GA177 14-10-1917

     (15) GA178, 13-11-1917 Individuelle Geistwesen und ihr Wirken in der Seele des Menschen

(16) GA177-20-10-1917

(17) GA 254, ,  7-11-1915 Die okkulte Bewegung im neunzehnten Jahrhundert und ihre Beziehung     zur Weltkultur

    (18) GA177 26-10-1917

    (19) TV-documentaire Nat Geo's 'Nazi Scrapbooks from Hell'
National Geographic is presenting a no miss documentary that reveals a rare photo album  discovered, the personal property of Nazi SS officer Karl Höcker. The photos are an innocuous flip side to Karl's days work spent selecting, culling and killing European Jews at Auschwitz.
“It shows the killers as humans…this scrapbook forces us to look at the killers in a way that I think pushes our comfort level where we don’t want it to go.”  says Sara J. Bloomfield, Director, U.S. Holocaust Memorial Museum on camera. 

(20) GA 237, 3-8-1924 Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge
zie ook: http://www.christofoor.nl/ onder karmaonderzoek

(21) GA 237, 8-8-1924

(22) De Businesschool Nyenrode bijv. heeft meerdere kopstukken in politiek en bedrijfsleven opgeleid, die medebepalend waren/zijn voor de kultuur in Nederland.
Veel mensen weten niet dat deze school door jezuïeten geleid wordt.

(23) 7-10-1917 over inentingen in Apokalyps Nu najaar 2009 inleiding.

(24) GA 178 Dornach, 18. November 1917

(24a) hierop komen we nog uitgebreider terug in een volgend artikel

    (25) 22 oktober 1920 GA 200
           Die neue Geistigkeit und das Christus-Erlebnis des zwanzigsten    Jahrhunderts

(25A) Steiner: De rol van zulke geheime gezelschappen hebben we) al herhaaldelijk besproken. Zie o.a. de voordrachten van 20. tot 22. Januari 1917 «Das Geheimnis des Lebens nach dem Tode» in «Zeitgeschichtliche Betrachtungen. Das Karma der Unwahr­haftigkeit, Tweede deell», GA 174; «Individuelle Geistwesen und ihr Wirken in der Seele des Menschen», GA 178, en «Die okkulte Bewegung im neunzehnten Jahrhun­dert und ihre Beziehung zur Weltkultur» , GA 254.

(26) GA 184. 22. September 1918 Die Polarität von Dauer und Entwickelung im Menschenleben

(27) GA131 , 5. Oktober 1911 Von Jesus zu Christus
Wegen naar Christus ISBN: 9789060385128 |

(28) GA 200 , 30. Oktober 1920  (zie 25)

(29)GA346, 17-9-1924. -Apokalypse en priesterschap- (onlangs in Nederlandse vertaling uitgekomen ISBN: 9789060385500 Christofoor- Werken en voordrachten.)    meer citaten op de site van Renee Zeylmans

(30) GA 194, 29-11-1919 Die Sendung Michaëls

(31) GA346 12-9-1924

(32) Uitvoerig beschreven bij bijv.: Prokofieff: Die geistigen Quellen Osteuropas… hoofdstuk 18 ISBN 3-7235-0485-X Verlag am Goetheanum

(33) GA346, 12-9-1924

(34) GA 300 05-07-1923 Konferenzen mit den Lehrern der Freien Waldorfschule

(35) Sergej O. Prokofieff- De ontmoeting met het boze / De Grondsteen van het goede
ISBN 978-90-76921-02-0

(36) Jesaiah Ben-Aharon . : De spirituele gebeurtenis van de twintigste eeuw : een imaginatie : de  occulte dimensie van de jaren 1933-1945. . Esoterische studie naar de occulte betekenis van het kwaad van het nazisme in het kader van de antroposofie. 
Zeist : Vrij Geestesleven, 1996. 90-6038-369-9

(37)GA 236 t/m 240-1924 Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge
ook GA 26 Leitsaetze in nl: Kerngedachten van de antroposofie. Wat Michaël wil
In korte, aforistische formuleringen wordt stapsgewijs de essentie van de antroposofie ontvouwd.  ISBN: 9789060385241

(38) GA 152 London 2-5- 1913

(39) GA 152 London 2-5- 1913

(40) Mochten er reacties van lezers komen, kunnen deze in volgende afleveringen zo mogelijk verwerkt en meegenomen worden.

vrijdag 1 januari 2010

1- Dat is het grootste geheim van ons tijdperk

uit: Apokalyps Nu! januari 2010



Dat is het grootste geheim van ons tijdperk. (8)

De titel van dit tijdschrift is afgeleid van een van de minst begrepen bijbelboeken,
- De Openbaring van Johannes -, zoals deze aan ons overgeleverd is.
Apocalyps is het Griekse woord voor openbaring.
Volgens Rudolf Steiner is de schrijver van de Apocalyps -Johannes- ook de schrijver van het Johannes-Evangelie en geen ander dan de door Christus uit de doodsslaap opgewekte Lazarus (beschreven als de leerling die Hij lief had (Joh. 13-24 en 19, 26-27).
Deze opwekking blijkt in werkelijkheid het slot van een diepgaand inwijdingsproces voor Lazarus te zijn geweest. Christus zelf als hiērofant voltrekt deze inwijding. Lazarus kom uit !  (Joh.11-40)
Wat Lazarus-Johannes in de bijna-doodtoestand (of doodsslaap) voorafgaand aan zijn opwekking als toekomstvisie beleeft in de geestelijke wereld vindt zijn weerslag o.a. in de beide bovengenoemde boeken.
Er zijn vele theologen geweest die zich het hoofd gebroken hebben over de betekenis van de inhoud van de Apocalyps van Johannes en over de tijd dat deze zijn beslag zou krijgen.
In het werk van Steiner is het thema apocalyps een centraal gegeven dat als een rode draad loopt door de vele voordrachten (die hun neerslag vonden in zo’n 350 boeken, meestal ontstaan vanuit het meeschrijven van stenografen) die hij in het eerste kwart van de 19e eeuw gehouden heeft. Van de vele mijlpalen in deze kwart eeuw dat de antroposofie zich ontwikkelde wil ik er hier slechts 2 noemen. In 1908 de voordrachten over de Apocalypse van Johannes en in 1924  de voordrachten over  de Apocalypse en priesterschap. (1)
Enkele thema’s die daarin aan de orde komen en waarvan we hopen dat ze in deze reeks artikelen successievelijk behandeld kunnen worden zijn o.a.:
  • De kleine Apocalyps (Markus 13 en Mattheus 24-25.)
  • De wederkomst van Christus
  • De strijd van Michael en de overwinning op de draak en zijn scharen
  • Het drievoudige kwaad- Duivel, Satan en Antichrist, valse profeten
  • De strijd van allen tegen allen
  • De tijdsbepaling van de diverse beschreven gebeurtenissen (Apocalyps Nu!)
  • De verhouding van de antroposofie als inwijdingswetenschap tot deze genoemde items.
De kleine- of olijfberg Apocalyps.
Kan men van de Openbaring van Johannes –de grote Apocalyps- nog zeggen dat het nauwelijks te begrijpen is vanwege o.a., de gebruikte cryptische beeldspraak, van de passages in Markus en Mattheus –de kleine Apocalyps- kan men dit in mindere mate zeggen. Het geeft de inhoud weer van een gesprek tussen Christus en de apostelen terwijl ze op de olijfberg tegenover de tempel zitten.
De volgende citaten zijn ontleend aan de uit het Grieks vertaalde tekst van het nieuwe testament door H.Ogilvie. (2)

Christus zegt als antwoord op een vraag van de discipelen:

Ziet toe, laat u niet misleiden!
Velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen 'Ik Ben', en zij zullen velen misleiden. - Als uw oor krijg en krijgsgerucht verneemt, schrikt dan niet! Het moet geschieden, maar dat is nog niet einde en doel. Volk als volk zal opstaan tegen zichzelf en rijk tegen rijk. Aardbevingen zullen er zijn overal;hongersnoden zullen er zijn. Slechts een begin van de barensweeën is dat alles. (Marcus 13;5-8)

Na de 20e eeuw zal dit de meeste mensen niet onbekend in de oren klinken.
De eeuw van de wereldoorlogen. Onder de misleiders kunnen we met name ook op het politieke vlak werelddictators als Hitler, Stalin, Mao , Pol Pot en hun volgelingen en nog vele anderen herkennen.

Men zal u in verdrukking brengen en u doden; de haat van alle volkeren zal u treffen omdat mijn Naam in u leeft. En dan zullen velen ontrouw worden en elkander verraden en vol haat elkander bestrijden. Ook zullen vele valse profeten opstaan en zullen velen misleiden. En doordat alle geestelijke ordeningen miskend worden, zal de liefde in vele mensen verkillen. (Mattheus 24-15 e.v.)

Al tijdens het leven van Steiner kwam men vanuit de theosofie met een Wereldleraar,
waarvan sommigen zeiden dat het de wedergekomen Christus was, nml. Krishnamurti. Gelukkig heeft deze man zich kunnen ontworstelen aan de manipulaties waar met name de theosoof C.W.Leadbeater hem aan blootstelde.
In de 20e eeuw kreeg een ander mens miljoenen volgelingen, Sai Baba, die van zichzelf beweerde de wedergekomen Christus te zijn. (14) Tot op de dag van vandaag houdt Benjamin Crème lezingen over de komst van de Maitreya-Christus. Zonder moeite kan men veel meer van dergelijke personen in de recente geschiedenis vinden.
Maar de politieke misleiders waren toch wel de kwaadaardigste onder hen.

Want dan zal er een zware nood op de zielen drukken zoals nog nooit het geval was sinds het oerbegin der wereld tot op de tegenwoordige tijd en nooit meer het geval zal zijn. En wanneer die dagen niet verkort werden, zou het gehele aardse mensdom in het onheil verzinken. Doch terwille van hen, die hij tot zijn werktuigen heeft verkozen, worden die dagen verkort.(Matth.24-15 e.v.).

Bij deze uitspraken kan het gruwelijke lot oprijzen, dat talloze mensen in de vernietigingskampen van de 20e eeuw hebben ervaren, niet alleen in Duitsland maar ook in Rusland, China en Japan.
Aan het eind van dit artikel een getuigenis van een gevangene uit een jappenkamp, Willem Brandt. Hij beschrijft niet alleen de ellende en de verdrukking, maar ook een ervaring van geheel andere orde die met het onderstaande in verband gebracht kan worden. (13)

Wederkomst van Christus in de wolken.

De wederkomst van Christus is een centraal thema bij Steiner dat in Mattheus 24-29 e.v. aldus verwoord wordt:

Want zoals de bliksem uitschiet van het oosten en licht tot het westen, zo zal de tegenwoordigheid van de Mensenzoon zijn.

Markus 13-26 zegt het zo;

…en de krachten der sferen zullen in beroering geraken. En in die tijd zullen zij schouwen de Zoon des Mensen komende in de wolken met machtig bewegende kracht en veelvuldige openbaring.

En Mattheus. 24-42

Waakt dan, want gij weet niet op welke dag uw heer komt!
Begrijpt dit: indien de heer zou weten op welk uur van de nacht de dief komt, zou hij wakker blijven en niet in zijn huis laten inbreken. Daarom, houdt ook gij u gereed! Want op een uur waarop gij het niet voorziet, komt de Mensenzoon.

De verwijzing naar de maagden met hun lampen en of ze wel genoeg olie hebben om deze te laten branden, duidt op hetzelfde.

Dit is wat Steiner noemt en met name in 1909 begint hij daarover mededelingen te doen–de wederkomst van Christus in de etherwereld (= levenswereld). (3)

Het thema van de wederkomst van Christus (in de etherwereld) doortrekt het gehele oeuvre van Steiner met name vanaf 1909 . (4)
Waar in de bijbel gesproken wordt over de wolken, spreekt Steiner over de wereld  waar de levenskrachten zijn, de zogenaamde etherwereld. Elk mens heeft behalve zijn fysieke (minerale) lichaam ook een levenslichaam dat zorg draagt voor de instandhouding, genezing, groei etc. van dat fysieke lichaam. Na de dood verlaat dit etherlichaam het minerale lichaam, dat vervolgens overgeleverd aan de natuurwetten zich begint te ontbinden, zijn vorm begint te verliezen. Het etherlichaam wordt dan ook wel eens het vormkrachtenlichaam genoemd. Voor Steiner is het evident, dat Christus bij zijn wederkomst niet voor een tweede keer in een fysiek lichaam zal incarneren.
Als Christus al geschouwd zal worden is dat in een bovenzinnelijke gedaante, die echter kan lijken op een mensengedaante die van vlees en bloed is.
De wederkomst wordt ook wel een omgekeerde hemelvaart genoemd. (Handelingen 1-9-11) toen verdween Christus uit het bereik van het fysieke gezichtsvermogen van de apostelen en loste voor hen als het ware op in de wolken.

Enkele pregnante uitspraken van Steiner, die gelijkenis vertonen met hoe Johannes de Doper destijds de komst van Christus voorspelde en tevens ook voorbereidde, zijn:

Nu is de zon reeds sinds een paar eeuwen in het teken van de vissen getreden. In de nabije toekomst zal ze in dit teken zover gevorderd zijn, dat de uiterlijke aanwijzing zal zijn voor het verschijnen van Christus in het etherlichaam. Jullie zien dus, dat de antroposofie niet als een soort theoretische leer aan de wereld verkondigd wordt, maar dat de tekens der tijd ons de opgave geven, antroposofie te leren.(5)

En het is de plicht van de antroposofie, om dit te verkondigen. (6)

Maar er is op opmerkzaam gemaakt, dat we in een belangrijke tijd van de mensheidsontwikkeling leven, dat nog voor de afloop van deze eeuw nieuwe krachten zich in de mensenziel ontwikkelen, welke de mensen ertoe leiden zullen, een soort etherische helderziendheid te ontwikkelen, waardoor zich voor bepaalde mensen als door een natuurlijke ontwikkeling de gebeurtenis, die Paulus voor Damaskus beleefd heeft, zal vernieuwen. Zodat de Christus voor de verhoogde geestelijke vermogens van de mensen in een etherisch gewaad weer zal komen. Datgene wat Paulus voor Damaskus zag, zullen steeds meer en meer zielen gewaarworden. En dan zal men in de wereld opmerken, dat geesteswetenschap iets is, wat er als een vooruit verkondigde openbaring van een vernieuwde en gemetamorfoseerde waarheid van de Christusimpuls zijn zal.(7)

De eerste aanwijzingen van deze nieuwe zielvermogens, die zullen zich in enkele zielen al betrekkelijk snel laten bemerken. En ze zullen zich duidelijker tonen in het midden van de dertiger jaren van onze eeuw, ongeveer in de tijd tussen 1930 en 1940, de jaren 1933, 1935 en 1937 zullen bijzonder belangrijk zijn. Daar zullen zich bij mensen zeer bijzondere vermogens als een natuurlijke aanleg tonen.In deze tijd zullen grote veranderingen zich voltrekken en profetieën van de Bijbelse oorkonden zich vervullen. Dan zal zich alles voor de zielen veranderen die op aarde leven en ook voor degenen, die niet meer in een fysiek lichaam zijn. Onverschillig, waar ze zijn, deze zielen, ze leven aldaar totaal nieuwe vermogens tegemoet. Alles verandert zich. De belangrijkste gebeurtenis van onze tijd echter is een diep ingrijpende verandering in de zielevermogens van de mensen.(8)

Zo vatten we nu geesteswetenschap op in een totaal andere wijze. We leren, dat ze iets is, wat ons een ongehoord grote verantwoording oplegt, want ze is een voorbereiding op het zeer concrete gebeuren van de wederkomst van Christus. (8)


Zo zijn we aangekomen bij wat Steiner noemt:- het grootste geheim van ons tijdperk- zoals de titel van dit artikel luidt. (8).
Het jaartal 1933 verdient in dit opzicht onze bijzondere aandacht. Maar daarover meer in volgende afleveringen.
Echter ook drukt Steiner zijn toehoorders op het hart, dat alles , alles wat hij zegt  ook verslapen kann worden door de mensen, zodat ze achteraf kunnen zeggen, dat niets  van wat die antroposofen gezegd hebben gebeurd is. (9)

Het zal de taak van deze artikelen zijn om aan te tonen dat er wel degelijk iets plaatsgevonden heeft in de genoemde periode. Alleen was de schaduw die tegelijkertijd over de mensheid kwam zo diep, dat het Licht dat er onlosmakelijk mee verbonden was, slechts door weinigen is waargenomen.

Alvorens dit eerste artikel te beeindigen met het genoemde geschrift van Willem Brandt- En het duister heeft het niet begrepen-, (13) eerst nog enkele korte gedachten over het karakter van Christusverschijningen in het begin van onze jaartelling en in onze tijd.
In volgende artikelen kan dit eventueel dan nog verder uitgewerkt worden.

Na de opstanding is het Maria Magdalena, die Christus als eerste ziet, maar ze herkent Hem niet totdat ze Zijn stem hoort, voordien dacht ze dat het de tuinman was.
Ook niet alle apostelen herkennen Hem als ze in een afgesloten ruimte zitten en Hij plotseling onder hen is. Het bekende verhaal over Thomas die pas gelooft nadat zijn handen de verwonde plekken van de kruisiging hebben aangeraakt.
De Emmaüsgangers lopen een heel eind met Hem op en praten met Hem, maar herkennen Hem pas als Hij het brood met hen breekt.
Saulus bestrijdt Christus, omdat hij vanuit zijn kennis van de gnosis zich niet kon voorstellen dat de god Christus in een fysiek lichaam geleefd zou hebben en bovendien ook nog gekruisigd was. De schouw bij Damaskus overtuigt hem echter van het tegendeel en maakt hem tot de Paulus die juist een zeer belangrijk aandeel heeft in de verspreiding van het Christendom.
In onze tijd is er het fenomeen van de bijna-doodervaringen.
Vele mensen ervaren ongeacht hun religie, geslacht, leeftijd of ras een tunnel
met aan het eind een licht, dat een wezen blijkt te zijn, vol van liefde en mededogen. Dit wezen wordt door velen als Christus herkend.
Hiervan zijn ondertussen al zoveel getuigenissen, dat je in rechtbanktermen zou kunnen concluderen, dat als er meerdere getuigen onafhankelijk van elkaar met dezelfde getuigenis komen, deze wel een grond van waarheid moet hebben.
Het recente boek van Pim van Lommel (10) geeft hiervan diverse voorbeelden.
Zowel de ervaring -als van de bliksem (Saulus-Paulus), als de dief in de nacht (bijna doodervaringen die men jarenlang niemand durft te vertellen) komen in onze tijd voor. Er is een boekje vertaald door uitgeverij Perun ,-Christuservaringen heden. Authentieke ervaringen van tijdgenoten- (Gunnar Hillerdal&;Berndt Gustafsson), waarin veel ervaringen van het type Emmaüsgangers beschreven worden.(11)

In verband met het aan het eind van deze aflevering geplaatste verhaal van de vrijmetselaar Willem Brandt (13) is het volgende wat Steiner voorspelde wel zeer opmerkelijk:

Wanneer hij nu werkelijk zijn waarnemingsvermogen gescherpt had door zich uiteen te zetten met de antroposofie, zou hij kunnen bemerken, dat plotseling vlakbij hem iemand is, komt, om te helpen, hem op dit of dat opmerkzaam te maken; dat hem de Christus tegemoet komt – hij gelooft echter, dat het een mens in fysieke gestalte is. Maar daaraan zal hij merken, dat het een bovenzinnelijk wezen is, dat het direkt weer verdwijnt. Menigeen zelfs zal beleven, wanneer hij met bedrukt hart, vervuld van leed, stil in zijn kamer zit en niet meer weet hoe het verder moet, dat de deur geopend wordt: de etherische Christus zal verschijnen en woorden van troost tot hem spreken. Een levende trooster zal de Christus voor de mensen worden!
Kan dit heden nog grotesk lijken, maar waar is het toch, dat soms, wanneer de mensen tesamen zitten, geen uitweg meer zien, en ook wanneer grotere mensengroepen tesamen zitten en  wachten; dat ze dan de etherische Christus zien zullen!  Dan zal Hij het zelf zijn, zal beraadslagen, zal Zijn woord ook in vergaderingen inbrengen… (12)


‘En de duisternis heeft het niet begrepen’ Willem Brandt (13)

Eigenlijk is dit geen Kerstverhaal. Het is niet eens een verhaal; het is een verslag, een doodgewoon verslag van iets dat ergens gebeurde. En dan mist het zelfs nog de actualiteit die een verslag gewoonlijk kenmerkt, want het is al meer dan vijftig jaar geleden gebeurd. Wie bekommert zich daar nu nog om? Maar het kerstverhaal, het echte kerstverhaal, was tenslotte ook niet zomaar een verhaal. Ook dát is oud nieuws, van zo’n tweeduizend jaar geleden. Wat doen dus die paar decennia ertoe? Overigens bestaat er nóg een eigenaardige overeenkomst, al zult u die misschien wat vergezocht vinden. Het oude kerstverhaal speelde zich af in een stal. Dat van ruim vijftig jaar geleden gebeurde ook in een stal. Nu ja, geen echte stal, maar het leek er wel veel op. Het was een sombere loods, waarin een vrijwel permanente duisternis heerste. Maar daarbuiten straalde het licht fel en glorieus, zowel overdag als ’s nachts. Die loods stond namelijk in een tropisch gebied, onder een gloeiende, brandende zon, maar ook onder een fantastische sterrenhemel. En een maan, die veel groter leek dan men ooit in Europa ziet. Er woonden mensen in die loods, hoewel ‘wonen’ een beetje te sterk is uitgedrukt. Ze waren er opgeborgen. Want iets verder, daarbuiten, liet de zon of de maan kleine vonkjes glinsteren vanaf het prikkeldraad, voorzover dat in de loop van de jaren niet al was verroest. Want het duurde nu al jaren – of waren het misschien eeuwen? Je kon het zo niet zeggen  je was te moe en te ziek en te zwak om zelfs de uren en de dagen bij te houden. Dat deed je in het begin. Nu was dat allang voorbij. Je werd meer met de eeuwigheid geconfronteerd dan met de dag of het uur. Want er stierven er zoveel, naast je en overal om je heen, door honger, dysenterie, andere tropische ziekten – of alleen maar omdat ze niet meer wilden leven. Hun laatste sprankje hoop was uitgedoofd.Niettemin probeerden we het nog een beetje te rekken in dat concentratiekamp. Waarom, ach dat wist je eigenlijk niet meer. Aan het einde van de oorlog, aan bevrijding kon je allang niet meer geloven. Je leefde verder uit een soort routine, in een verdoofde toestand, afgestompt, en met nog maar één drift, die zo nu en dan als een wild beest naar je keel sprong: eten, eten, maakt niet uit wat. Maar er was niets, we werden systematisch uitgehongerd. Zo nu en dan ving iemand wel eens een slang, of een ander dier, een rat bijvoorbeeld. Besteed er maar geen aandacht aan, niemand die het overleefd heeft praat daar nog graag over. Er was één man in dat kamp, die nog iets eetbaars bezat. Een kaars. Een gewone waskaars. Natuurlijk had hij die destijds niet meegenomen of bewaard om op te eten. Een normaal mens eet geen kaarsvet, hoewel ze zeggen dat de Kozakken er vroeger gek op waren. Hoe dan ook: het is vet, dat moet je niet onderschatten wanneer je alleen maar uitgeteerde geraamten om je heen ziet – waarin je ook jezelf herkent.Als de marteling van de honger helemaal niet meer was uit te houden nam hij die kaars – die hij goed had verborgen in een verfomfaaid koffertje en hij kloof eraan. Maar hem opeten deed hij niet. Hij beschouwde die kaars als zijn laatste redding. Op een keer toen iedereen krankzinnig werd van de honger (en dat zou nu niet zo lang meer duren) zou hij die kaars opeten. Ik hoop niet dat u het gek of weerzinwekkend vindt. Ik, die zijn kameraad was, vond het heel gewoon in die tijd. Hij had mij trouwens een klein stukje van die kaars beloofd. Het werd mijn levenstaak, mijn voortdurende zorg, erop te letten dat hij de kaars achteraf toch niet helemaal alleen opat. Ik beloerde en bespioneerde hem en zijn koffertje dag en nacht. Misschien bleef ik wel in leven, omdat ik zo’n belangrijke taak te vervullen had. Op een dag ontdekten we dat het Kerstmis was. Heel toevallig was iemand daarachter gekomen, na langdurige berekeningen aan de hand van kleine streepjes en inkervingen in een balk. Hij vertelde het aan iedereen. ‘Volgend jaar Kerstmis zijn we thuis’, voegde hij er nogal mat en emotieloos aan toe.We knikten, of reageerden helemaal niet. Dat hadden we nu al een paar jaar gehoord. Toch waren er nog wel een paar die zich daaraan vastklampten. Je kon immers nooit weten. Dat was heel vreemd om te zeggen. Het klonk als een zwak, nauwelijks hoorbaar geluid uit een onafzienbare verte, iets volkomen onwerkelijks uit een ver, ver verleden. Toen zei iemand – misschien zonder enige bedoeling, maar misschien ook wel, daar ben ik nooit achter gekomen – ‘Met Kerstmis branden de kaarsen en luiden de klokken’. Nu moet ik zeggen dat die opmerking langs de meesten van ons heenging. Ze interesseerde ons niet, ze sprak over iets dat geheel buiten ons bestaan viel – maar toch had ze de wonderlijkste en meest onverwachte gevolgen. Toen het al laat in de avond was geworden, en iedereen daar zo’n beetje op de planken lag, met zijn eigen gedachten, of eigenlijk helemaal zonder gedachten, werd mijn vriend onrustig. Hij schoof naar zijn koffertje en haalde de kaars tevoorschijn. Ik kon het heel goed zien in het donker, die witte kaars. Hij eet hem op, dacht ik – als hij nu maar aan mij denkt. En ik loerde naar hem, door mijn oogharen. Hij legde de kaars op zijn brits en ik zag hem naar buiten verdwijnen waar een klein vuurtje smeulde. Hij keerde terug met een brandende spaander. Als een spook dwaalde dat kleine vlammetje door de loods tot het zijn plaats weer bereikte, vlak bij mij. Toen gebeurde er iets vreemds; mijn vriend nam die spaander, dat vuur, en stak zijn kaars aan. De kaars stond op zijn brits en brandde. Ik weet niet hoe iedereen dat zo onmiddellijk ontdekte, maar het duurde niet lang of de ene schaduw na de andere schoof nabij, halfnaakte kerels, waarvan je de ribben kon tellen, met holle kaken en brandende honger-ogen. Zwijgend vormden die een kring om de brandende kaars. Eén voor één kwamen ze naar voren, die naakte mannen, ook de dominee en de pastoor. Je kon niet zien dat ze dominee of pastoor waren, want ze waren ook maar een stuk uitgemergelde ribbenkast, maar we wisten het toevallig. De pastoor zei met een hese stem: ‘Het is Kerstmis. Het Licht schijnt in de duisternis.’ En toen zei de dominee: ‘En de duisternis heeft het niet begrepen.’ Het is, als ik mij niet vergis, uit het Evangelie volgens Johannes. Je kunt het in de bijbel vinden, maar die nacht, om deze kaars, was het geen geschreven Woord van eeuwen geleden. Het was een levende werkelijkheid, een boodschap voor dit uur en voor ons, voor ieder van ons. Want het Licht scheen in de duisternis. En de duisternis begreep het niet. Op dat moment beredeneerde je het niet zo, maar dat was wat we voelden, zwijgend rond dat Kerstlicht, die witte kaars, die spitse vlam. Daar was iets heel bijzonders mee. Die kaars was witter en slanker dan ik daarna ooit heb gezien. En die vlam – het was een kaarsvlam die tot de hemel reikte waarin we dingen zagen die niet van deze wereld zijn. Ik zal nooit in staat zijn om daarover te vertellen – niemand van ons trouwens, die nu nog leeft. Dat was een geheim. Een geheim tussen het Kerstkind en ons. Want we wisten toen zeker dat Het bestond, dat Het leefde onder ons en voor ons. We zongen in stilte, we baden zonder een woord, en ook heb ik gehoord dat de klokken begonnen te luiden en dat een engelenkoor liederen aanhief. Ja, dat weet ik heel zeker en ik heb wel honderd getuigen, waarvan de meesten niet meer kunnen spreken. Ze zijn niet meer hier, maar dat betekent niet dat ze het niet meer zouden weten.Daarginds, diep in de moerassen en de jungle, zongen ijle engelachtige stemmen kerstliederen voor ons en galmde het brons van duizend klokken. Waar dit alles vandaan kwam, dat blijft ook een geheim. Die kaars brandde hoger en hoger, spitser en spitser, tot aan het uiterste nokje van die hoge donkere loods en toen daardoorheen, tot aan de sterren, en alles werd wit van licht. Zoveel licht heeft later nooit meer iemand gezien. En we voelden ons vrij en opgeheven, en kenden geen honger meer. Die kaars had niet alleen mijn vriend en mij gevoed, die kaars had ons allemaal gevoed en sterker gemaakt.Er kwam geen einde aan het licht. En toen iemand zacht zei: ‘Volgend jaar Kerstmis thuis’, geloofden we dat deze keer onvoorwaardelijk. Want het licht had ons zelf die boodschap meegedeeld, het stond in vurige letters in die kerstvlam geschreven; u kunt mij geloven of niet, ik heb het zelf gezien. De hele nacht heeft de kaars gebrand. Er is geen kaars ter wereld die zo lang en zo hoog kan branden. Toen het ochtend was waren er een paar, die zongen. Dat was in geen jaren gebeurd. Die kaars heeft velen van ons het leven gered, want toen wisten we dat het nog de moeite waard was om verder te gaan, dat er ergens aan het eind op ieder van ons een thuis wachtte.En dat was ook zo. Sommigen zijn naar Nederland teruggekeerd, vóór het weer Kerstmis was. Ze vinden de kaarsjes aan onze kerstbomen maar klein, veel te klein. Ze hebben een groter licht gezien, dat nog altijd brandt. De meeste anderen zijn ook thuis gekomen vóór het weer Kerstmis was, ik heb zelf meegeholpen hen neer te leggen in de aarde achter ons kamp, op een droog plekje tussen het moeras. Maar toen ze stierven waren hun ogen minder dof dan vroeger. Dat was het licht van die vreemde kaars. Het Licht dat de duisternis niet had begrepen.


wordt vervolgd
Kees Kromme

Verwijzingen:


(1) In 1908  een serie van 13 voordrachten over - Apokalyps : de openbaring van Johannes : beeld van de toekomst ISBN: 90-6038-227-7 (uit GA 104) en in 1924 een serie van 18 voordrachten getiteld -Apokalypse en priesterschap- (GA346) (onlangs in Nederlandse vertaling uitgekomen ISBN: 9789060385500 Christofoor- Werken en voordrachten.)  inhoudsopgave  voorbeeld

(2) nieuwe testament door H.Ogilvie, uitgeverij Christofoor,
ISBN: 90 6238 044 1 (inmiddels in 6e druk 2001)

(3)GA 118, das Ereignis derChristus-Erscheinung in der ätherischen Welt, ook in Nederlandse uitgave :de Wederkomst van Christus
uitgever Zevenster ,ISBN-13: 9789070414467

(4) Om alleen al alle plaatsen aan te geven waar hij dit thema noemt is al een boekje van 110 bladzijden nodig. Dit boekje is er dan ook - en is uitgegeven als onderdeel van een 4-delige uitgave (tot nu toe):
Deel 2, "das Ätherische Christus-Wirken" - "Rudolf Steiner über die Wiederkunft Christi" van Harold Giersch (ISBN 3-7235-0580-5):
Deel 1 "Vom Christus Wirken in der Gegenwart" (ISBN 3-7235-0579-1)en
deel 3 "Wege zur Christus Erfahrung" (ISBN 3-7235-0597-X)zijn geschreven door verschillende auteurs die ingaan op uitspraken van Steiner en ook ingaan op Christuservaringen van andere mensen gedurende de 20e eeuw.
Deel 4 "Die neue Erfahrung des Übersinnlichen - Die anthroposofische Erkenntnissdramatik der Wiederkunft" (ISBN 3-7235-0996-7)van Jesaiah Ben Aharon is het laatst toegevoegd aan de reeks.

(5) (GA 118, 18-4-1910) zie noot 3





(10) Het recente boek van Pim van Lommel eindeloos bewustzijn.
Cardioloog Pim van Lommel deed de afgelopen twintig jaar onderzoek naar bijna-dood ervaringen bij patiënten die een hartstilstand hadden overleefd. Hij publiceerde er over in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet en schreef de bestseller Eindeloos bewustzijn. Daarvan werden inmiddels meer dan 100.000 exemplaren verkocht. http://www.pimvanlommel.nl/
Ten Have ISBN: 978 90 259 5778 0
Lommel refereert o.a. ook aan de boeken van Raymond Moody, -De tunnel en het licht- en George Ritchie, -Terugkeer uit de dood-, die met name i.v.m. de daarin beschreven moderne Christuservaringen aan te bevelen zijn.

(11) Er is een boekje vertaald door uitgeverij Perun ,-Christuservaringen heden. Authentieke ervaringen van tijdgenoten- (Gunnar Hillerdal&Berndt Gustafsson). ISBN 978-90-76921-05-1 In een eerder artikel is iemand met zo'n ervaring beschreven naar artikel biografie Johanna von Keyserlingk

Het esoterische christendom. Werken en voordrachten, deel c3.
ISBN: 9789060385319    

(13)WillemBrandt ‘En de duisternis heeft het niet begrepen’
uit: De kaars, acht verhalen rond de kersttijd. ISBN 9060450086



aanvulling 8-10-2012
(14) de link waarnaar doorverwezen werd is verdwenen, dus hier de hele tekst
 Sai Baba:
There is one point that I cannot but bring to your special notice today. At
the moment when Jesus was emerging in the Supreme Principle of Divinity, He
communicated some news to his followers, which has been interpreted in a
variety of ways by commentators and those who relish the piling of writings
on writings and meanings upon meanings, until it all swells up into a huge
mess.

The statement itself has been manipulated and tangled into a conundrum. The
statement of Christ is simple. "He who sent me among you will come again!"
and he pointed to a Lamb. The Lamb is merely a symbol, a sign. It stands for
the voice--Ba-Ba; the announcement was the Advent of Baba. "His Name will be
Truth," Christ declared. Sathya mean Truth. "He will wear a robe of red, a
blood red robe." (Here Baba pointed to the Robe He was wearing!). He will be
short, with a crown (of hair). The Lamb is the sign and symbol of Love.
Christ did not declare that he will come again, he said, "He who made me
will come again." That Ba-ba is this Baba, and Sai, the short,
curly-hair-crowned red-robed Baba, is come. He is not only in this Form, but
he is in every one of you, as the Dweller in the Heart. He is there, short,
with a robe of the color of the blood that fills it.