woensdag 19 oktober 2011

3- De triomf van Ahrimans komende incarnatie (1e deel).


uit: Apokalyps Nu! zomer 2011

De triomf van Ahrimans komende incarnatie (1e deel).

In een eerder geplaatst artikel (1) is redelijk uitvoerig ingegaan op uitspraken van Rudolf Steiner betreffende de strijd van Michael met de Draak en de val van de geesten der duisternis op aarde na de overwinning van Michael in de hemelse gewesten. Dit vond zijn culminatie in het jaar 1879, het moment waarop aartsengel Michael tijdgeest werd en een eerste spiegeling van dat feit vond tussen 1914-1917 op aarde plaats. Heel summier is aangegeven, dat dit door enkele mensen herkend is in het verloop van de 20e eeuw. (1)
In ieder geval werd en wordt dit geweten door bepaalde occulte broederschappen, die zich inzetten om tot een nieuwe wereldorde te komen, die voorbijgaat aan de nieuwe openbaring van Christus die ook in de 20e eeuw begonnen is. (2) Gezegd werd, dat zowel de Draak als zijn engelen op aarde gevallen zijn. In het voorgaande artikel (1) is voornamelijk ingegaan op de gevallen engelen en hoe ze inspirerend en incorporerend door het bewustzijn van individuen en groepen mensen heen gewerkt hebben en nog werken. Met name in het Bolsjewisme, het Nazisme en door de ingewijden van de katholieke kerk, -de Jezuïeten was dit het geval.
Nu zal het de taak zijn om te onderzoeken hoe het met de val op aarde van de Draak zelf gesteld is. Is deze val al geschiedenis of staat ons deze nog te wachten? In het verloop van deze beschouwingen wordt zo goed als  mogelijk is aandacht geschonken aan een aspect van de Draak, namelijk Ahriman of Satan.(4)
Hele legioenen van gevallen engelen bevolken nu reeds de aarde,  werkend door mensen heen (1) en deze geesten zijn georganiseerd bezig de infrastructuur(3) te scheppen, die het mogelijk zal maken dat Ahriman werkelijk in een lichaam van vlees en bloed zal kunnen incarneren als een aspect van de Draak. (4)
De nodige citaten van Steiner die dit alles voorzag zullen erbij gehaald  worden (4) en we moeten ook ingaan op de voorwaarden, op de optimale omstandigheden waaronder zo’n incarnatie zich vanuit het gezichtspunt van dat wezen zou kunnen voltrekken. Steiner noemt dit meermaals de triomf van Ahrimans komende incarnatie.

20e eeuw
Onlosmakelijk verbonden met de verwachting van een boze macht in mensengedaante is er ook de verwachting van de incarnatie van een goede macht.
Schaduw en licht horen bij elkaar.
Zoals in het eerste artikel (2) over de kleine Apocalyps al is aangeduid, wordt er in de bijbel  de verwachting uitgesproken van een wederkomst van Christus (de tweede komst) naast de komst van valse profeten, en de antichrist (1).

In de tijd van Steiner werd al de persoon van Krishnamurti vanuit bepaalde kringen binnen de Theosofie naar voren geschoven als de nieuwe wereldleraar.
Of dit proclameren van de nieuwe wereldleraar het gevolg was of juist de oorzaak, dat Steiner vanaf 1909 begon te spreken over de wederkomst van Christus, maar dan niet in een fysiek lichaam, maar in de wolken d.w.z. in het etherische lichaam  (levenslichaam) is een interessante vraag. (5).
Uit de theosofische literatuur is bekend dat bijvoorbeeld Charles Webster Leadbeater  (6) die over bepaalde helderziende vermogens beschikte actief op zoek was naar een kandidaat voor het wereldleraarschap.
De knaap Hubert van Hook was een eerdere kandidaat, maar later  werd dat (1909) Jiddu Krishnamurti.
Deze werd door Leadbeater ontdekt vanwege de wonderschone aura, die deze knaap om zich heen gehad zou hebben. Hij zou het “vehikel” voor de toekomstige wereldleraar moeten worden. (7)

Krishnamurti tijdens de ontbinding van de orde van de Ster van het Oosten 1929


Op zich kan men wel een heel boek volschrijven over deze hele Krishnamurti-affaire, dus hoe deze Krishnamurti een hele opleiding kreeg om zijn ambt te kunnen gaan bekleden.  (noot 5, zie deel 3 aldaar genoemd) Maar nadat Krishnamurti zich van het hele gedoe rondom het hem toebedachte wereldleraarschap had kunnen losmaken (sterkamp in Ommen 1929 dus wel 20 jaar later) gingen Leadbeater en de zijnen kennelijk op zoek naar nog weer een andere kandidaat.

Volgens de spirituele genezer Daskalos  (Spyros Sathi, Stylianos Atteshlis (8), ook wel bekend door het boek met de titel: De magier van Strovolos door Kyriacos C. Markides) zijn een aantal theosofen toen bij hem gekomen maar hij doorzag de bedoelingen en wilde deze rol niet vervullen. (9)


Daskalos, de magier van Strovolos.


In de 20e eeuw is ook Alice Bailey in de lijn van de theosofie van Leadbeater bezig geweest een verwachting te wekken omtrent de wederkomst van Christus  (in naam). Ze heeft een indrukwekkend aantal boeken op haar naam staan, alle mediamiek geïnspireerd door een op de achtergrond opererende persoon met de naam Djwhal Khul (5 en 10) Maar als men goed leest dan blijkt het niet over de komst van Christus te gaan, maar over een heel ander wezen onder die naam.


Alice A.Bailey


Bij David Spangler ,een mede initiatiefnemer van de Findhorn-community en aktief bevorderaar van de new agegedachte, vinden we in zijn boek -Openbaring- de geboorte van een nieuwe tijd- (24) enkele merkwaardige passages: een wezen wat zich Onbegrensde Liefde en Waarheid noemt deelt mee:

“wanneer de energieen van atoomkracht vrij gegeven worden zullen ze van mij zijn en mijn openbaring zal plaatsvinden” en “Mijn universele openbaring, door middel van de nucleaire evolutie is voltooid.. De totale nucleaire energie ben ik en mijn hele vermogen is volledig onder controle.. De universele stroom van liefde neemt toe. Alles is goed.”


David Spangler (Findhorn)


Hier treffen we een visie op een wederkomende Christus aan, waarbij er dit keer geen verwachting is dat deze in een fysiek lichaam zal verschijnen, maar als een grote energievorm, die nauw verwand aan atoomkracht wordt geschilderd (1967).
In het volgende artikel (4) zullen we nog terugkomen op deze verschillen in verwachtingspatronen.

Benjamin Creme is een heel bekende profeet van een nieuwe wereldleraar, die hij met verschillende namen benoemt : Christus, de Messias, de Imam Mahdi, Krishna, of Maitreya-Boeddha.(11) Dit zou volgens zijn zeggen een wereldleraar zijn, levende in een fysiek lichaam analoog aan destijds de historische incarnatie van Christus in de mens Jezus.
Creme presteerde het (jaren 80 vorige eeuw) om in de landelijke pers artikelen geplaatst te krijgen met de strekking dat Christus wedergekomen was en zich op dat moment in Londen bevond, waarop journalisten op pad gingen om daar een oosters ogende man met tulband op te gaan zoeken.
Hier een foto van een zogenaamde verschijning in Nairobi van Maitreya de Christus.

Door de loop der jaren heen werd echter steeds het tijdstip waarop deze nieuwe wereldleraar zich zou openbaren verschoven. (12b)
Nadat Crème vroeger op concrete personen zinspeelde waarin de openbaring zich zou manifesteren is er onlangs een wijziging gekomen in deze aankondigingen: (12a)

Maitreya treedt naar vorenNadat de weg was bereid door de ‘ster’(12a) als Zijn Voorbode, heeft Maitreya, de Wereldleraar, Zijn eerste interview gegeven op de Amerikaanse televisie. Miljoenen mensen hebben Hem gehoord op tv en op internet.Zijn openlijke missie is begonnen.Hij werd niet voorgesteld als Maitreya, de Wereldleraar en het Hoofd van onze Geestelijke Hiërarchie, maar eenvoudig als mens, een van ons. Op deze manier “zorgt Hij ervoor dat mensen Hem volgen en steunen vanwege de waarheid en verstandigheid van Zijn ideeën en niet vanwege Zijn status.”Hij sprak indringend over de noodzaak van vrede, die alleen bereikt kan worden door het totstandbrengen van rechtvaardigheid en het samendelen van de hulpbronnen van de wereld.Dit was het eerste van vele interviews die in de VS, Japan, Europa en elders zullen volgen, en die Zijn boodschap van hoop aan de wereld brengen.

Deze mededeling deed Benjamin Creme tijdens zijn openbare lezing in Friends House, Euston Road, Londen (VK), op 14 januari 2010.N.B.: Share International beschikt niet over nadere bijzonderheden over het interview (datum, tijd, zender enz.) om de volgende reden: het is van groot belang dat iedereen in de gelegenheid is om op Maitreya te reageren omdat men voor de wereld wenst wat Hij bepleit — samendelen, rechtvaardigheid en vrede — en niet omdat men denkt dat Hij mogelijk de Wereldleraar is.Toevoeging op de website:Inmiddels heeft Maitreya 31 televisie-interviews gegeven [per 17 januari 2011], en meer interviews worden spoedig verwacht in de beide Amerika’s, Japan, Europa en de rest van de wereld. Maitreya’s openlijke missie is begonnen.


Benjamin Creme


Deze nieuwe benadering van Creme maakt het nu mogelijk, dat iedereen die bovenstaande leest en heilig in de boodschap gelooft zelf op zoek gaat naar een charismatisch persoon en inderdaad er waren al geluiden dat bijv. Al Gore of Barack Obama (13) een kandidaat zou zijn. In verband hiermee is wel interessant dat een lid van Share (de club van Benjamin Crème), namelijk Ineke Hommes (14) in een krant (Algemeen Dagblad). het volgende artikel publiceerde: "De Toekomstige Mr.  President ("The Future Mr. President").  Daar gaat ze in op een opmerkelijke jongeman in Amerika, Gregory Smith.


Gregory R.Smith (1989) inmiddels 22 jaar oud, kwam eind jaren 90 in het nieuws vanwege enige bijzondere eigenschappen:
Nog voor zijn eerste verjaardag kende hij het alfabet uit zijn hoofd, kon met 2 1/2 maand spreken,
.met 14 maanden loste hij wiskundige vraagstukken op en citeerde uit boeken, hij besloot op 2 jarige leeftijd vegetarier te worden, zijn IQ bleek met de huidige maatstaven niet meetbaar te zijn, schreef gedichten met 5, diploma middelbaar onderwijs met 10 jaar, voor zijn 33e (dan hoopt hij klaar te zijn voor zijn missie) hoopt hij 3 doctoraal titels te hebben: in de biochemie, als luchtvaartingenieur en in de politieke wetenschappen. Want hij heeft zijn zinnen gezet op een toekomstig presidentschap van Amerika. En deze studies staan allemaal in verband met zijn ijver om de mensheid te helpen. Dat zo’n genialiteit op zo jonge leeftijd niet altijd voor een onbezorgd leven zorgt mag duidelijk zijn. Aan zijn adres zijn al anonieme doodsbedreigingen gericht, sommige religieuze sektes zien in hem hun messias en een arische sekte wilde hem al klonen.
Een uitspraak van de jonge Albert Gregstein (zo werd hij genoemd):

Ik geloof dat ik een speciale gave van God ontvangen heb en ik weet niet waarom, ik wil deze gave gebruiken om de gehele mensheid te helpen en duurzame wereldvrede te brengen.


Toen (boven) als wonderkind en meer recent (beneden)

Ophrah Winfrey en David Letterman -om maar een paar bekende Amerikaanse talkshowhosts te noemen- hebben Gregory als centrale gast in hun programma gehad.
Hij heeft  een paar organisaties opgericht, o.a. International Youth Advocates (IYA), een wereldwijd netwerk van jonge vrijwilligers die geld inzamelen voor schoolprojecten in oorlogsgebieden en ijveren voor een geweldloze oplossing van conflicten. Door kinderen een opleiding te geven en hen tegen oorlogsgeweld te beschermen, kan men, aldus Gregory, voorkomen dat ze wandelende tijdbommen worden. Om inspiratie op te doen heeft Gregory ontmoetingen gehad met meerdere winnaars van de Nobelprijs voor de vrede en ook ex-presidenten zoals Clinton en Gorbatsjov, maar ook Desmond Tutu. (15) Diverse nominaties voor de nobelprijs van vrede waren al aan de orde.
Diverse landen heeft hij al bereisd, speeches gehouden en contact gelegd met de notabelen.
Ondanks de jeugdige genialiteit en de morele daadkracht in naam van de vrede, geweldloosheid, de jeugd en het dierenleed (vegetarisme), is het dan toch ontnuchterend om te lezen wat Gregory als jeugdige nationalistische patriot te zeggen heeft over de politiek van Bush (destijds):
„Light of Freedom Shining“ (wat zich op een uitspraak van Bush baseert).:

Wij zijn sterk. Wij zijn moedig. Wij zijn trots Amerikanen te zijn…Ik hou van onze president Bush, onze militairen en onze regering hebben alle ondersteuning nodig die we nu geven kunnen. Onze soldaten en die van de internationale coalitie riskeren hun levens voor onze vrijheid en zekerheid. Nu is de tijd, dat wij ons bij een campagne aansluiten en onze persoonlijke bijdrage leveren op elke maar mogelijke manier… Onze natie is vol van liefhebbende, grootmoedige en meevoelende mensen. Wij delen open onze bodemschatten, technologie, ons weten, onze medische ontdekkingen, en ons geld met iedere natie, elke religie en iedere kultuur.

Dit bovenstaande (het verslag over een jong wonderkind dat president wil worden door een toenmalig medewerkster van Share) doet toch enigszins denken aan de bemoeiingen van Leadbeater destijds bij het aktief zoeken naar een wereldleraar.

In dit verband is het wel interessant, al zal Ineke Hommes er vast geen weet van gehad hebben, wat Steiner in 28-12-1919 (GA 195) zei:

Wanneer eens in de westelijke wereld de geïncarneerde Ahriman verschijnt, zal men in de gemeenteboeken noteren: John William Smith is geboren- dat zal natuurlijk niet zijn naam zijn- en de mensen zullen hem voor een gewone burger aanzien net als andere burgers en zij zullen verslapen wat daar eigenlijk gebeurt. Onze universiteitsprofessoren zullen er zeer zeker niet voor zorgen dat de mensen het niet verslapen. Voor deze professoren zal dat, wat daar tevoorschijn zal komen, John William Smith zijn. Maar waar het op aankomt is, dat in het ahrimanische tijdperk de mensen weten dat het hier alleen maar uiterlijk om John William Smith gaat, maar dat innerlijk Ahriman aanwezig is, dat men zich niet in slaperige begoocheling door de schijn laat bedriegen.

Hiermee wil niet gezegd zijn, dat door de naamsovereenkomst Smith in combinatie met het streven president te worden ,hier een aanduiding naar de incarnatie van Ahriman gemaakt is. Steiner bedoelde met John William Smith net zo iets als de zeer veel voorkomende naam Jan Jansen in Nederland. Op de naam komt het dus niet aan, maar op datgene wat daardoorheen leeft.

De verschillende wereldgodsdiensten hebben ieder ook zo hun verwachtingen: De Joden, die destijds de Christus als Messias niet erkenden, wachten nog steeds op de eerste komst van hun Messias. De kerkchristenen die in de  wederkomst van Christus geloven verwachten Hem ook in een lichaam van vlees en bloed. De Hindoes verwachten hun Kalki Avatar. Een bepaalde groep moslims  (sjiieten) verwacht de komst van de12e  Imam Mahdi (de Iraanse Ahmadinejad hoort hierbij). (16)  De meeste van deze verwachtingen zijn zo geaard, dat men op een redder in mensengestalte hoopt, een spirituele verlosser, die de misstanden op aarde komt wegnemen. Waarna een periode van vrede en voorspoed zal gaan ontstaan. In de beweging die is ontstaan rond de profetieën die zich richten op de Maya voorspellingen van 2012 (21-12-2012) komen zulke verwachtingen ook veelvuldig voor. (17) Maar dit onderwerp verdient een heel eigen artikel, wat in een van de volgende nummers te verwachten is.

Tot nu toe is  hier beschreven hoe al deze verwachtingen dus gericht zijn op een goede kracht ,op een wereldleraar of een goddelijk ingrijpen, dat aan de mensheid het positieve en morele moet komen brengen en moet verlossen van het kwade. Je kunt je afvragen of het wel in de lijn van de door de mensheid te verwerven vrijheid ligt om dit zo maar geschonken te krijgen.

Profetie Solowjow.

In dit nummer van Apo Nu! en in het vorige (voorjaar 2011) is een vertaald artikel geplaatst van de hand van de Russische mysticus Wladimir Solowjov, genaamd korte vertelling van de Antichrist. (18) naar artikel -korte vertelling van de antichrist-
Deze beschrijft het scenario van een geniale mens, van beroep oa ruimtevaarttechnicus die op weg is om deze wijze wereldleider  te gaan worden, hij is charismatisch en  vooral vervuld van grenzeloze eigenliefde; de hoge verwachtingen der mensheid lijken zich in hem te gaan vervullen. Hij ziet zichzelf als de navolger van Christus. Maar dan komt de grote twijfel wat leidt naar een inwijding aan een afgrond door een vaderlijke duistere macht. Nu wil hij zich in de plaats gaan zetten van Christus en wordt daarmee letterlijk de antichrist. 
Wil zo’n mens door alle volkeren op aarde geaccepteerd worden, moeten wel alle messiasverwachtingen op deze enkele persoon van toepassing kunnen zijn;  een vriendelijke Big Brother (in tegenstelling tot het beschrevene bij George Orwell 1984 en Aldous Huxley, brave new World), die zich niet impopulair maakt zoals zoveel dictators van deze wereld, maar een die door iedereen zonder uitzondering geliefd en geroemd wordt. Een voorloper daarvan kan men oa in Hitler zien, die door een groot deel der duitse natie als een Messias een Fuehrer vereerd werd, voordat hij zijn ware aard toonde in latere jaren. Zoals eerder beschreven, de studenten van de Weisse Rose, herkenden hem wel (1).
naar artikel -Christus en de tegenstrevende machten-

Wladimir Solowjov


We kunnen dus wel stellen dat er in de 20e eeuw een begin gemaakt is met het scheppen van een verwachtingspatroon inzake de komst van een wereldleraar, die dan als hij komt de intussen gevormde nieuwe wereldorde als zijn instrument zal kunnen gebruiken om zijn doeleinden in deze wereld te vestigen. En dat men niet eenvoudig wacht tot deze zich aandient, maar dat men er actief naar op zoek ging en gaat is al veelzeggend. Met “men” wordt hier bedoeld de groeperingen die actief aan zo’n infrastructuur meebouwen. (1)

Het is dan ook niet zo’n vreemde gedachte om deze verwachtingen van een “goede” wereldleraar in verband te brengen met een ander wezen wiens komst ook voorspeld is, de Antichrist of de Draak en Satan of Ahriman. Deze zal dankbaar gebruik maken van al deze verwachtingen om zijn eigen komst als incarnatie voor te bereiden. De wolf in schaapskleren.

De katholieke kerk die over het algemeen duivelen met exorcisme probeerde uit te drijven meldt in een recent bericht, dat kardinaal Biffi de paus (Benedictus ) gewaarschuwd zou hebben, dat de antichrist reeds onder ons is en deze wordt dan beschreven o.a. als pacifist, ecoloog en oecumenisch in het kader van de beschrijving van Solowjov (19).

Een persoon in de 20e eeuw die zeer succesvol was bij het verleiden van grote massa’s mensen (men zegt wel 10 miljoen aanhangers in de hoogtijdagen) is/was Sai Baba, die zichzelf als verpersoonlijking van alle bovengenoemde goddelijke personen uitgaf. Behalve mensen uit India zelf bestond zijn aanhangerschap uit vele mensen uit het westen, die zodoende ook het miljardenimperium in stand hielpen houden en het aktief vertegenwoordigden.
Een hele stroom boeken getuigt van dit fenomeen. (20) Deze man, die van zichzelf zei dat hij 96 jaar oud zou worden en dan 6 jaar later weer zou incarneren als Prema Sai, stierf echter april 2011, ruim 10 jaar eerder. Hetgeen volgelingen er niet van weerhield om spoedig daarna op zoek te gaan naar de voorspelde incarnatie.(21) Nog een detail; rond de onverwachte dood van de “godheid” hing een sluier van geheimzinnigheid. Toen eind maart, begin april gemeld werd dat de goeroe ernstig ziek was, is er  al een glazen doodskist met koeling besteld (4 april). In deze kist werd de goeroe dan tentoongesteld na de officiële doodsverklaring op 1e paasdag (24 april 2011). Er zijn stemmen die zeggen dat Baba begin april reeds overleden is, maar dat de organisatie (die een miljardenbusiness in stand te houden heeft) in het kader van de mythevorming het beter vond om dit op Pasen te doen plaatsvinden (de opstandingsdag van Christus).(22)

Sai Baba hier nog in de “goddelijke” hoogtijdagen


Hier recent bij 85e verjaardag zittend in een rolstoel wegens gebroken heup door een val. (23)

De 20e eeuw heeft nog een hele serie andere Indiase goeroes gekend die min of meer met hun heilsleren velen hebben verleid (o.a. Mahesh Yogi en Bhagwan Sree Rajneesh oftewel Osho.)  Van hen werd ook al gezegd : elke goeroe heeft een giro….Antroposofisch gezegd: Lucifer en Ahriman sluiten een bondgenootschap.
En als men zou tellen hoeveel Rolls Royces Osho aan het eind van zijn leven bezat , zou dit gezegde zeker niet als een grapje beschouwd worden. Dus valse profeten waren er genoeg.

21e eeuw

De eeuw van voorbereidingen is nu voorbij. De 21e eeuw is aangebroken en de –war on terror- heeft n.a.v. de gebeurtenissen van 9/11 te New York schijnbaar de toon voor de beginnende nieuwe eeuw gezet. Als volgens Rudolf Steiner, Ahriman (Satan) in het begin van het derde millennium in het westen incarneert, dan zal dat van een geheel andere orde zijn dan deze eerder beschreven oosterse goeroes als bijv. Sai Baba. Volgens Steiner is het scenario zoals Solowjow beschrijft zeer realistisch (niet naar de inhoud maar naar de intentie).
In een 2e artikel zal nader ingegaan worden op uitspraken van Steiner inzake een te verwachten incarnatie van Ahriman, de triomf van zijn incarnatie en hoe dit al lange tijd door de al eerder op aarde gevallen engelen door mensen heen voorbereid wordt.


de eerder geplaatste updates in deze bijdrage zijn verplaatst

  

Verwijzingen en noten.

Als er onderstaand naar een boek van Rudolf Steiner verwezen wordt, gebeurt dat aldus:
GA177 14-10-1917, wat dan betekent: in de Gesamt Ausgabe van de Rudolf Steiner Verlag Dornach Schweiz, is dit nummer 177 en wel de voordracht van 14 oktober 1917.
Eventuele nederlandse vertalingen zijn hier te vinden:

alle schuin geplaatste tekst in dit artikel is citaat.

01. apokalyps nu oktober 2010-7 Christus en de tegenstrevende machten
02. apokalyps nu, januari 2010-4 Het grootste geheim van ons tijdperk
03. de infrastructuur die geschapen word; naast de andere artikelen in dit blad willen we verwijzen naar het boek van Marcel Messing –Worden Wij Wakker- over de verborgen krachten achter het wereld toneel, hierin staan vooral concrete voorbeelden genoemd. ISBN: 9789020284119
04. in deel 2 van dit artikel meer daarover
05. Der Osten im Lichte des Westens, deel 1-2-3 van Sergej. O.Prokofieff
13. nadat gebleken was dat Al Gore te weinig charisma had en hij bovendien door stembusfraude van opponent Bush het presidentschap van amerika misliep, kon men in de tijd van de verkiezingsstrijd (en daarna) van Obama (yes we can), vele messiaanse verwachtingen hem betreffend in de kranten vernemen, zo ook in een artikel verschenen in  logos jaarboek 2010 (ISBN 97894 90115 11 1) van uitgeverij Kamerling  Zutphen http://www.kamerling.eu/ en http://www.kamerling.eu/pags/docs/6_delfin_obama_679524.pdf, hier in een artikel van Inge Delfin word Obama bijna letterlijk de geestzelf-hemel in geprezen. http://www.kamerling.eu/pags/docs/6_delfin_leijenho_680636.pdf hier als voorbeeld van wensdenken en realiteit, in noot 179 staat  naar aanleiding van een omschrijving van de kwalijke praktijken van het bedrijf Monsanto:
 Het feit dat, voor zover bekend, Barack Obama de kwalijke praktijken van bijvoorbeeld Monsanto nog geen halt heeft toegeroepen, doet daar niets aan af. Want dat betekent niet noodzakelijk dat hij achter die praktijken staat. Waarom hij
nog niets hieraan heeft gedaan, heeft er volgens de auteurs voornamelijk mee te
maken dat hij zijn handen vol heeft aan urgentere dossiers, zoals de hervorming van
gezondheidszorg en onderwijs, de economische crisis en de oorlogen in Afghanistan
en Irak. Om de kwalijke praktijken van de multinationals een halt toe te kunnen
roepen, moet Obama bovendien eerst zijn positie vestigen, in de vorm van een
tweede ambtstermijn. Eerder kunnen we van hem geen ingrepen op dit gebied
verwachten.-artikel van Inge Delfin en Cees Leijenhorst
14. Het artikel "De toekomstige mr. president" van Ineke Hommes was geplaatst in het Algemeen Dagblad van 24 - 12 - 2004 en wel op pagina 26. Ze scheef 2002/2003 ook nog een ander artikel, waarvan de inhoud de schrijver onbekend is. -Komt hij of komt hij niet ?- : 25 jaar Maitreya
Bres 2002/2003 nr. 217, p. 34-44, mocht een der lezers dit artikel hebben, dan houden we ons aanbevolen, zie ook http://www.share-international.org/ARCHIVES/crosses/cr_ihcro.htm
15. over Gregory Smith, door een teveel aan media aandacht heeft men besloten om zijn eigen website uit de lucht te halen  http://www.gregoryrsmith.com/ maar veel wat daarop stond is nog terug te vinden op onderstaande webadressen:
Als je met een zoekmachine op 2012 zoekt kun je de meest extreme verwachtingen vinden , vanaf het einde der wereld door komeetinslag of poolverschuiving of tot een geheel nieuw spiritueel tijdperk van voorspoed en vrede of zelfs tot aan landingen van ufo’s en de buitenaardsen die ons komen redden.
Een onderzoeksveld- tussen zin en onzin in- is het om eens na te gaan waar al deze verwachtingen nu eigenlijk vandaan komen en waardoor ze gevoed worden.
18. Korte vertelling van de Antichrist ▪ Solovjov, V. ▪ ISBN-13: 9789076921075 ▪ Perun ▪ 2003
23. http://media.radiosai.org/www/Bday_morning_video_2010.html filmpje 85e verjaardagviering , het laatste jaar van de aardse god in een rolstoel op een door volgelingen gedragen draagbaar.
Hoe sommige mensen zich lieten verleiden is hier te lezen in een relaas van Alexander Höhne in Info3.
of  hier filmpje 85e verjaardag. indien bovenstaande link niet werkt. Eventueel doorscrollen naar: 37:45, 38:05 en 38:40 minuten. Beeld komt overeen met boven getoonde ontluisterende foto.

24.Openbaring, de geboorte van een nieuwe tijd David Spangler uitg. Mirananda ISBN 90 6271 567 2 (1976)


Kees Kromme
Met dank aan het correctiewerk van Anneke en Rikie

donderdag 29 september 2011

Hoe werken de engelen in ons astrale lichaam?

artikel zoals geplaatst in apokalyps Nu! herfst 2011


Hoe werken de engelen in ons astrale lichaam?



Voordracht van Rudolf Steiner
Zürich, 9 oktober 1918

Uit: Der Tod als Lebenswandlung (GA 182)

Vertaald door: Martien Ockeloen
Uitgave van Vrij Geestesleven, 1978

De anthroposofie mag niet slechts een theoretische wereldbeschouwing zijn, zij
moet een inhoud en een kracht zijn voor het gehele leven. En alleen wanneer we
onze anthroposofische ideeën in ons zo krachtig maken, dat ze werkelijk in ons
tot leven komen, alleen dan vervullen zij echt hun taak. Want daardoor worden
we in zekere zin behoeders van heel bepaalde belangrijke ontwikkelingsprocessen
van de mensheid. Over het algemeen zijn mensen die de een of andere wereldbeschouwing
aanhangen ervan overtuigd, dat gedachten en voorstellingen, afgezien van hoe ze in hun ziel leven, niet ook daarbuiten in de wereld een realiteit zijn. Mensen met een dergelijke opvatting geloven: idealen, die ik als gedachten en voorstellingen in mij draag, zullen alleen in zoverre in de wereld opgenomen worden, als het mij lukt ze door mijn daden in de wereld te verwerkelijken.
Als we anthroposofisch willen denken moeten wij ervan uitgaan, dat onze gedachten
en voorstellingen, om werkelijkheid te kunnen worden, nog andere wegen
moeten zoeken dan verwezenlijking door onze daden in de uiterlijk zichtbare
wereld. Het inzicht in deze levensnoodzaak betekent tegelijkertijd een oproep,
om als anthroposoof een wakker bewustzijn te hebben van de tekenen van de tijd.
Er gebeurt veel in de wereldontwikkeling. Het is de taak van de mens, en vooral
van de mens van deze tijd, een werkelijk begrip te ontwikkelen voor datgene wat
er in de wereldontwikkeling ‐ waaraan hij zelf deelheeft ‐ gebeurt.
Iedereen weet, dat men met betrekking tot de individuele mens met zijn ontwikkeling
rekening moet houden en niet slechts met dat wat om hem heen zich afspeelt.
Stelt u zich maar eens het volgende voor, in grove trekken geschilderd: de
uiterlijk waarneembare gebeurtenissen die nu plaats vinden, die omringen mensen
die vijf, tien, twintig, dertig, vijftig, en mensen die zeventig jaar oud zijn. Toch
zal geen verstandig mens verwachten, dat de vijf‐ of tienjarige net zo'n verhouding
heeft tegenover wat er om hem heen gebeurt, als de twintigjarige, of de vijftig‐
of zeventigjarige. De verhouding van de mens tot zijn uiterlijke omgeving kan
alleen bepaald worden als men rekening houdt met de ontwikkeling van de mens
zelf.
Wat betreft de individuele mens zal ieder het daar mee eens zijn. Maar zoals de
individuele mens een heel bepaalde ontwikkeling doormaakt, zoals hij als het ware
heel andere krachten heeft als kind, in de kracht van zijn leven, en als grijsaard
‐ zo heeft de mensheid in de loop van haar ontwikkeling ook steeds weer andere
krachten, en men slaapt om zo te zeggen ten aanzien van de wereldontwikkeling,
als men niet onderkent, dat de mensheid wezenlijk anders is in de twintigste
eeuw, dan ze was in de vijftiende eeuw, laat staan in de tijd van het Mysterie van
Golgotha of nog eerder.
Het behoort tot de grootste gebreken en dwalingen juist van onze tijd, dat men
dat wat ik zojuist gezegd heb niet wil onderkennen; dat men van mening is, dat je
over de mens of over de mensheid in het algemeen geheel abstract kunt spreken,
zonder te weten dat deze mensheid een ontwikkeling doormaakt.
Nu is de vraag: hoe kom je tot een nauwkeuriger inzicht op dit gebied? U weet,
een belangrijk aspect van deze ontwikkeling hebben wij reeds meermalen besproken.*
1 De Grieks‐Romeinse tijd, vanaf de achtste eeuw voor Christus tot ongeveer
1500 na Christus noemen we het cultuurtijdperk van de verstands‐ of gemoedsziel.
En na de vijftiende eeuw spreken we over het cultuurtijdperk van de
bewustzijnsziel. Daarmee hebben we een wezenlijk element in de ontwikkeling
van de mensheid aangeduid, juist wat betreft onze tijd. Wij weten daardoor dat de
belangrijkste kracht die een rol speelt in de mensheidsontwikkeling vanaf de vijftiende
eeuw tot in het vierde millennium toe, de bewustzijnsziel is.
Maar we mogen in de geesteswetenschap, in de werkelijke geesteswetenschap
nooit genoegen nemen met algemeenheden en abstracties, we moeten altijd proberen
tot concrete feiten te komen. Abstracties zijn hooguit nuttig om de gewone
nieuwsgierigheid te bevredigen. Maar om de geesteswetenschap tot een levenskracht
te maken is nieuwsgierigheid niet genoeg, daarvoor moeten we serieuzer
zijn. Zo moeten we ook de mededeling dat we in het tijdperk van de bewustzijnsziel
leven proberen concreter te maken.
Als we nu tot een duidelijk beeld willen komen moeten we om te beginnen eens
wat nauwkeuriger het wezen van de mens zelf beschouwen. We kunnen onszelf
zoals wij als huidige mensen zijn anthroposofisch gezien indelen in een aantal
wezensdelen: we onderscheiden het Ik, het astrale lichaam, het etherlichaam (dat
ik onlangs ook het vormkrachten‐lichaam heb genoemd) en het fysieke lichaam.
Van deze vier wezensdelen leeft voorlopig alleen in het Ik ons ziele‐geest‐wezen.
Het Ik hebben we immers ook door onze aarde‐ontwikkeling en door de Geesten
van de Vorm, de leiders van die aarde‐ontwikkeling, gekregen. Alles wat wij ons
bewust worden komt in feite via ons Ik binnen. En als ons Ik niet met de buitenwereld
in verbinding treedt ‐ zij het ook door de verschillende lichamen heen ‐
dan hebben we evenmin een bewustzijn als 's nachts, tussen inslapen en ontwaken.
Het Ik verbindt ons met onze omgeving. Ons astrale lichaam hebben we in de
maanontwikkeling gekregen, die aan onze aarde‐ontwikkeling vooraf is gegaan.
Ons etherlichaam in de nog oudere zonneontwikkeling, het fysieke lichaam in
eerste aanleg in de saturnusontwikkeling.

Maar als u de beschrijving van deze ontwikkeling in de `Wetenschap van de geheimen
der ziel' naleest, dan zult u zien op welke gecompliceerde wijze het huidige
vierledige mensenwezen tot stand is gekomen. U kunt dan zien hoe aan de totstandkoming
van onze drie lichamen geestelijke wezens van alle mogelijke hiërarchieën
hebben meegewerkt. De drie lichamen die ons omhullen ‐ fysiek, etherisch
en astraal lichaam ‐ zijn in wezen uiterst gecompliceerd!
Maar niet alleen hebben deze hiërarchieën meegewerkt aan de totstandkoming
van onze lichamen, zij zijn er nog steeds in werkzaam! Wie gelooft dat de mens
slechts een samenvoegsel is van botten, bloed, vlees enzovoort, waarvan de gewone
natuurwetenschap, de fysiologie, biologie of anatomie vertellen, die begrijpt
de mens niet. Wie zoekt naar de waarheid van de menselijke lichamelijkheid, die
moet zien hoe geestelijke wezens van de hogere hiërarchieën in alle processen
van onze lichamelijke omhulsels werkzaam zijn, die buiten ons bewustzijn
plaatsvinden. Zij werken daarin samen, vol wijsheid en volgens een bepaald plan.
In mijn `Wetenschap van de geheimen der ziel' heb ik in grote lijnen geschetst hoe
de verschillende geestelijke wezens hebben samengewerkt bij de totstandkoming
van de mens. Daaruit kunt u afleiden hoe gecompliceerd deze zaak in details moet
zijn. Maar als men de mens begrijpen wil, dan moet men ook bij deze dingen
steeds meer naar details, naar het concrete zoeken.
Nu zijn concrete vragen op dit gebied ongelooflijk moeilijk. Zij zijn geweldig gecompliceerd,
deze concrete vragen. Stelt u zich eens voor dat iemand de vraag
zou stellen: hoe werkt in onze huidige aardeontwikkeling, in het jaar 1918, in het
menselijke etherlichaam ‐ nu, laten we zeggen: de hiërarchie van de Serafijnen of
van de Dynamis? Want deze vraag kan men evengoed stellen als de vraag, of het
op dit moment in Lugano regent of niet.
In beide gevallen zal men het antwoord niet kunnen vinden door er alleen maar
over na te denken of door een of andere theorie, maar alleen door de feiten na te
gaan. Men zal zich voor mijn part door een telegram of brief of iets dergelijks op
de hoogte moeten stellen, of het op dit moment in Lugano regent of niet. Zo zal
men ook werkelijk tot de feiten moeten doordringen om vragen te beantwoorden
als: wat is in onze tijd de opgave van de Geesten van de Wijsheid of van de Tronen
in bij voorbeeld het etherlichaam? Alleen is een dergelijke vraag buitengewoon
gecompliceerd, en we kunnen het gebied waar zulke vragen thuishoren eigenlijk
alleen maar benaderen. Op dit gebied is er werkelijk voor gezorgd dat de mens
niet overmoedig en trots zonder meer ‘de hemel kan bereiken’, wanneer hij naar
werkelijk inzicht streeft.
De dingen die nog dichtbij liggen, die ons direct aangaan, dat zijn de dingen die
we nog goed kunnen overzien. Maar dat moeten we dan ook inderdaad doen, als
we tenminste bewustzijn willen hebben van de menselijke ontwikkeling waarin
we staan. Daarom wil ik met u een vraag behandelen die veel dichterbij staat en
die de mens van deze tijd direct aangaat. Deze vraag is: hoe werken de engelen,
dus die wezens die het dichtst bij de mens staan, in de huidige fase van de mensheidsontwikkeling
in ons astrale lichaam?

Het astrale lichaam is het wezensdeel dat het dichtst bij ons Ik staat. We kunnen
dus de hoop koesteren, dat we ons zeer betrokken zullen voelen bij de beantwoording
van de zojuist gestelde vraag. De engelen vormen de eerste hiërarchie
boven de mensen‐hiërarchie zelf. We stellen dus een bescheiden vraag en we zullen
later zien, dat de beantwoording van deze vraag heel belangrijk voor ons is.
Wat doen de engelen op dit moment, in de twintigste eeuw, in de huidige ontwikkelingsfase
van de mensheid, die begonnen is in de vijftiende eeuw en tot in het
begin van het vierde millennium zal duren ‐ wat doen in deze tijd de engelen in
ons astrale lichaam? Nu, hoe kan men eigenlijk ooit een dergelijke vraag beantwoorden?
Men kan alleen zeggen: serieus geesteswetenschappelijk onderzoek is
geen spel met voorstellingen, geen spel met woorden, maar dringt werkelijk door
tot die gebieden waar de geestelijke wereld zichtbaar wordt. En iets dat zo dichtbij
ligt kan inderdaad waargenomen worden.
Een zinvol antwoord op deze vraag kan eigenlijk alleen gegeven worden in het
tijdperk van de bewustzijnsziel zelf. Noch in de tijd van het atavistischhelderziende
vermogen, noch in de Grieks‐Romeinse cultuur kon deze vraag beantwoord
worden. Want de beelden die in die tijd in de zielen leefden verduisterden
de werkzaamheid van de engelen in ons astrale lichaam. Men kon toen niets
zien, juist doordat men de beelden van het atavistisch‐helderziende bewustzijn
had. En in de Grieks‐Romeinse tijd was het denken nog niet zo sterk als het nu is.
Het denken heeft wel degelijk een versterking doorgemaakt, met name door de
ontwikkeling van de natuurwetenschap. Dus juist in het tijdperk van de bewustzijnsziel
kunnen wij bewust een dergelijke vraag benaderen. Doordat we niet alleen
maar theorieën verkondigen, doordat we iets te zeggen hebben dat voor het
leven van ingrijpende betekenis kan zijn, daardoor moet de anthroposofie tonen
dat ze vruchten afwerpt voor het leven.
Wat doen de engelen in ons astrale lichaam? Wij kunnen ons daarvan alleen overtuigen
als we opstijgen tot een bepaalde graad van helderziendheid, zodat we
kunnen zien wat zich in ons astrale lichaam afspeelt. Wij moeten dus opstijgen tot
ten minste een zekere graad van imaginatieve kennis. Dan openbaart zich aan
ons, dat deze wezens uit de hiërarchie van de Angeloi ‐ en in zekere zin geldt dat
voor iedere engel afzonderlijk, die voor de mens een bepaalde opgave heeft, maar
het geldt ook met name voor het samenwerken van de Angeloi ‐ dat deze wezens
beelden vormen in het astrale lichaam van de mens. Zij vormen beelden onder
leiding van de Geesten van de Vorm.
Als men niet opstijgt tot imaginatief inzicht, dan weet men niet dat in ons astrale
lichaam voortdurend beelden gevormd worden. Zij ontstaan en vergaan, deze
beelden. Zouden deze beelden niet gevormd worden, dan zou er geen sprake zijn
van een verdere ontwikkeling van de mensheid overeenkomstig de intenties van
de Geesten van de Vorm. Wat de Geesten van de Vorm aan het einde van de aarde‐
ontwikkeling en in een nog verdere toekomst met ons willen bereiken, dat
moeten zij eerst in beelden ontwikkelen. En uit deze beelden ontstaat dan later de
omgevormde mensheid, de werkelijkheid.
De Geesten van de Vorm vormen in onze tijd via de engelen deze beelden in ons
astrale lichaam. Deze beelden kan men met het denken dat tot helderziendheid
ontwikkeld is bereiken. En men kan deze beelden, die de engelen in ons astrale
lichaam vormen, vervolgen. Dan ziet men, dat deze beelden volgens heel bepaalde
impulsen, volgens heel bepaalde principes gevormd worden. En wel zo, dat in de
wijze waarop ze gevormd worden krachten liggen voor de toekomstige ontwikkeling
van de mensheid.
Als men de engelen bij het volbrengen van deze taak gadeslaat ‐ het klinkt misschien
wonderlijk, maar ik moet mij toch zo uitdrukken ‐ dan hebben deze engelen
bij dit werk een heel bepaald doel. Zij werken aan de toekomstige sociale
vormen voor het aardeleven van de mens. En zij willen door de beelden die zij in
de astrale lichamen van de mensen vormen, heel bepaalde sociale toestanden in
de menselijke samenleving van de toekomst bewerkstelligen.
De mensen kunnen zich tegen de gedachte verzetten, dat de engelen in hen toekomst‐
idealen willen opwekken, maar toch is het zo. En hieraan ligt een heel bepaalde
impuls ten grondslag, namelijk de impuls dat in de toekomst geen mens
meer zijn geluk rustig zal kunnen genieten, als naast hem anderen ongelukkig
zijn. Dit is een impuls van absolute broederlijkheid, absolute eenwording van het
mensengeslacht; op de juiste wijze opgevatte broederlijkheid met betrekking tot
de sociale omstandigheden in het fysieke leven. Dat is het eerste gezichtspunt
volgens welke de engelen de beelden in ons astrale lichaam vormen.

Maar er is nog een tweede impuls. Zij werken niet alleen aan het toekomstige sociale
leven, maar ook aan de menselijke ziel, aan het zieleleven van de mens. De
beelden die zij ons astrale lichaam inprenten hebben de bedoeling, dat in de toekomst
ieder mens in iedere medemens iets verborgen goddelijks zal zien.
Dus let wel: het moet anders worden, volgens de bedoeling van de engelen! Het
moet zo worden dat wij de mens niet zien als een hoger ontwikkeld dier, dat wij
alleen naar zijn fysieke kwaliteiten beoordelen, noch in theorie, noch in de praktijk.
Maar wij moeten ieder mens met het gevoel tegemoet treden: in deze mens
zie ik een openbaring uit de goddelijke oergronden, een openbaring in vlees en
bloed. Dat willen de beelden van de Angeloi bewerkstelligen: dat we zo ernstig en
zo intensief mogelijk proberen de mens te zien als een beeld, dat zich uit de geestelijke
wereld openbaart.

Als dit werkelijkheid wordt zal dat eens heel bepaalde gevolgen hebben. Elke
vrije religiositeit zal er in de toekomst op gebaseerd zijn, dat in de directe praktijk
van het leven, niet alleen in theorie, ieder mens als een evenbeeld van de godheid
erkend wordt. Dan kan er geen geloofsdwang bestaan, dan zal er geen geloofsdwang
nodig zijn, want dan zal iedere ontmoeting van mens tot mens een religieuze
handeling, een sacrament zijn. En om het religieuze leven in stand te houden
zal niemand een aparte kerk met instituties op het fysieke plan nodig hebben. De
kerk kan ‐ als ze zichzelf goed begrijpt ‐ uitsluitend de doelstelling hebben, zichzelf
op het fysieke plan overbodig te maken, doordat het hele leven tot een uitdrukking
van het bovenzinnelijke gemaakt wordt.

Dat is de impuls van de werkzaamheid van de engelen: het religieuze leven van de
mensen volledig vrij te maken.

En er is een derde impuls: de mensen de mogelijkheid te geven om door het denken
tot de geest te komen, om door het denken over de afgrond heen tot een beleven
in het gebied van de geest te komen.
Geesteswetenschap voor de geest, een vrij religieus leven voor de zielen, broederlijkheid
voor de lichamen ‐ deze motieven klinken als een wereldmuziek door het
werk van de engelen in de astrale lichamen van de mensen! Men hoeft zijn bewustzijn
slechts tot op een bepaald niveau te verheffen, dan voelt men zich als het
ware midden in deze wonderbare werkplaats van de engelen in het menselijke
astrale lichaam.
Nu leven wij tegenwoordig in het tijdperk van de bewustzijnsziel, en dit is de tijd
waarin de engelen zo werken als ik zojuist beschreven heb. De mensen moeten nu
langzamerhand bewust toegang tot deze dingen krijgen. Dat is overeenkomstig de
menselijke ontwikkeling.
Maar hoe kom je tot zulke inzichten? Waar vind je eigenlijk deze werkzaamheid
van de engelen? Welnu, tegenwoordig vind je die nog in de slapende mens. Je
vindt het in de slaaptoestand van de mens, tussen het inslapen en het ontwaken.
Maar je vindt het ook in de ‘wakkere’ slaaptoestanden.
Ik heb er vaak over gesproken dat de mensen, hoewel zij wakker zijn, in de belangrijkste
aangelegenheden eigenlijk hun leven slapend laten voorbijgaan. Dit is
geen bijzonder verheugend verschijnsel, maar ik kan u de verzekering geven dat
je tegenwoordig werkelijk, als je bewust door het leven gaat, vele, zeer vele slapende
mensen ziet. Zij laten gebeuren wat er in de wereld gebeurt zonder zich
ervoor te interesseren. Zij bekommeren zich er niet om en verbinden zich er niet
mee. Slapend laten zij grote wereldgebeurtenissen aan zich voorbijgaan, hoewel
zij schijnbaar wakker zijn.

En juist op zulke momenten, als de mensen schijnbaar wakker zo iets bijzonders
ongemerkt laten voorbijgaan, dan speelt zich in hun astrale lichaam deze belangrijke
werkzaamheid van de Angeloi af, of de mensen dit nu willen weten of niet.
Het lijkt heel raadselachtig en paradox, maar al is iemand nog zo'n slaapkop, al
ontgaat hem alles wat er om hem heen gebeurt en zou niemand hem waardig bevinden
om welke verbinding dan ook met de geestelijke wereld aan te gaan ‐ toch
werkt zijn engel vanuit de gemeenschap der engelen in zijn astrale lichaam aan de
toekomst van de mensheid.
Maar nu komt het er in onze tijd op aan, dat zo iets juist wèl tot het menselijke
bewustzijn doordringt. De bewustzijnsziel moet tot inzicht op dit gebied gebracht
worden.

Nadat ik dit uiteen heb gezet zult u kunnen begrijpen, dat ons juist in deze bewustzijnszieletijd
een heel bepaalde gebeurtenis te wachten staat. En omdat het
hier om de bewustzijnsziel gaat zal het van de mensen afhangen, hoe deze gebeurtenis
zich in de mensheidsgeschiedenis zal voltrekken. Deze gebeurtenis kan
een eeuw eerder of een eeuw later komen, maar in feite zou het hoe dan ook in de
mensheidsontwikkeling moeten plaatsvinden. En deze gebeurtenis kan men als
volgt omschrijven: de mensen moeten door middel van hun bewustzijnsziel, door
hun bewuste denken zover komen, dat zij de werkzaamheid van de engelen aan
de toekomst van de mensheid kunnen schouwen. De leer van de geesteswetenschap
moet praktische levenswijsheid van de mensheid worden. Het inzicht in de
intenties van de engelen moet tot eigen wijsheidsgoed van de mensen worden.
Nu is echter de mensheid in haar ontwikkeling naar steeds grotere vrijheid reeds
zo ver gevorderd, dat het van de mens zelf zal afhangen of hij de geschilderde gebeurtenis
zal verslapen, of dat hij met vol bewustzijn er naartoe zal streven. Wat
zou dat betekenen: met vol bewustzijn er naartoe streven? Dat betekent het volgende.
Men kan tegenwoordig de anthroposofische geesteswetenschap bestuderen, die
is aanwezig. Men hoeft waarlijk niet eens iets anders te doen. Wie daarnaast nog
allerlei meditaties doet en wie rekening houdt met praktische aanwijzingen zoals
ze gegeven zijn in bijvoorbeeld ‘Hoe verkrijgt men bewustzijn op hogere gebieden?’,
die ondersteunt de zaak verder. Maar het noodzakelijke gebeurt al als men
de geesteswetenschap bestudeert en werkelijk bewust begrijpt. Iedereen kan tegenwoordig
de geesteswetenschap bestuderen zonder over helderziende vermogens
te beschikken, mits men zichzelf niet met vooroordelen de weg verspert. En
wanneer de mensen steeds meer de geesteswetenschap bestuderen, als zij de begrippen
en ideeën in zich opnemen die daar te vinden zijn, dan zullen zij in hun
bewustzijn zo wakker worden dat ze bepaalde gebeurtenissen niet zullen verslapen,
maar wakker zullen waarnemen.
We kunnen deze gebeurtenissen nog nauwkeuriger beschrijven. Want dat we
weet hebben van de daden van de engelen is alleen nog maar de voorbereiding.
De hoofdzaak is dat op een gegeven tijdstip drie dingen zullen optreden. Zoals
gezegd, afhankelijk van het gedrag van de mensen zal dit tijdstip vroeger of later,
of in het allerergste geval helemaal niet aanbreken.
Drie dingen willen de engelen aan de mensheid laten zien. Ten eerste, hoe een
werkelijk interesse kan ontstaan voor het diepere wezen van de mens. Inderdaad,
er zal een tijdstip aanbreken ‐ en wij mogen dit tijdstip niet verslapen! ‐ waarop
we deze impuls door onze engel zullen ontvangen: dat we een veel groter interesse
voor elke medemens zullen hebben dan nu maar al te vaak het geval is. Dit zal
met een schok gebeuren
, doordat uit de geestelijke wereld een bepaald geheim in
de mensen wordt gelegd: het geheim van wat de andere mens is. Ik bedoel dit
heel concreet! De mensen zullen iets ervaren, waardoor interesse voor elke medemens
wordt gewekt. Dit zal zich in het sociale leven afspelen.
Het tweede zal zijn, dat de engelen de mensen tot het inzicht zullen brengen, dat
de Christusimpuls naast al het andere ook volledige godsdienstvrijheid inhoudt.
Dat alleen dàt echt Christendom is, wat absolute religieuze vrijheid mogelijk
maakt.
En het derde punt is dus de onwrikbare overtuiging van het geestelijke karakter
van de wereld.
Deze gebeurtenis zal dus zo plaatsvinden, dat de bewustzijnsziel van de mens er
een bepaalde relatie toe krijgt. Dat zal eens in de mensheidsontwikkeling moeten
plaatsvinden. Daar werken de engelen door hun beelden in het astrale lichaam
van de mens naar toe. Nu wil ik u er echter opmerkzaam op maken, dat deze gebeurtenis,
die in de toekomst zal plaatsvinden, nu al in de wil van de mens ligt. De
mens kan veel dingen nalaten. En menigeen laat tegenwoordig veel na, wat tot
een wakker beleven van het aangeduide tijdstip kan voeren.

Nu bestaan er zoals u weet andere wezens, die er belang bij hebben de mens van
zijn pad af te brengen. Dat zijn de ahrimanische en luciferische wezens.
De gebeurtenissen die ik hiervoor beschreven heb liggen in het goddelijke plan
voor de mensheidsontwikkeling. De mens zou inderdaad tot een bewustzijn moeten
komen van de engel‐beelden in zijn astrale lichaam. Maar de luciferische ontwikkeling
wil de mensen van dit inzicht afhouden!
De luciferische wezens doen dit op de volgende wijze: zij remmen de vrije wil van
de mens. Zij proberen de mens het bewustzijn van zijn vrije wil te ontnemen.
Weliswaar willen zij hem tot een goed wezen maken ‐ ik behandel Lucifer nu van
een bepaald gezichtspunt uit ‐ maar zij willen het geestelijke, het goede in de
mens automatisch maken, dus zonder vrije wil. De mensen moeten als het ware
automatisch helderziend gemaakt worden, al gebeurt het volgens schijnbaar goede gezichtspunten. Maar de vrije wil, de mogelijkheid tot het boze willen de luciferische
wezens de mens ontnemen
. Zij willen hem zo maken, dat hij wel handelt
uit de geest, maar automatisch, als een marionet, zonder vrije wil.
Dit hangt samen met bepaalde geheimen van de mensheidsontwikkeling. De luciferische
wezens zijn wezens, die in een bepaalde fase van hun ontwikkeling zijn
blijven staan. Zij brengen een vreemd element in de normale ontwikkeling. Zij
hebben er belang bij de mensen zo te beïnvloeden, dat zij geen vrije wil kunnen
ontwikkelen, omdat zij zelf geen vrije wil verworven hebben.
De vrije wil kan immers alleen op aarde ontwikkeld worden. Maar zij willen niets
met de aarde te maken hebben, zij willen alleen de Saturnus‐, Zonne‐ en Maanontwikkeling,
en daarbij willen zij blijven staan. Zij haten de vrije wil van de
mens. Zij handelen wel zeer geestelijk, maar automatisch ‐ dat is van groot belang
‐ en zij willen de mens tot hun eigen niveau verheffen. Zij willen hem geestelijk
maken, maar automatisch. Dit brengt het gevaar met zich mee, dat de mens te
vroeg, dus vóór het volledige ontwaken van de bewustzijnsziel, tot een geestelijk
automatisch handelend wezen wordt, en dat hij daardoor niet wakker kan zijn
voor de openbaring die ik beschreven heb.
Aan de andere kant willen de ahrimanische wezens deze openbaring verhinderen.
Zij streven er niet naar de mens heel geestelijk te maken, maar zij streven er juist
naar, in de mens het bewustzijn van zijn geestelijke bestaan te doden. Zij willen
ons ervan overtuigen dat wij slechts zeer hoog ontwikkelde dieren zijn. Ahriman
is immers de grote leraar vari het materialistische Darwinisme! Ahriman is ook
de grote leraar van al het technische streven, dat alleen het uiterlijk zintuiglijke
wil laten gelden, van elk streven naar een ver ontwikkelde techniek, die op geraffineerde
wijze alleen de eet‐ en drinkbehoeften en dergelijke bevredigt, die ook
het dier bevredigt. Door allerlei geraffineerde wetenschappelijke middelen streven
de ahrimanische wezens er in onze tijd naar, in de mensen het bewustzijn te
doden, dat hij een beeld is van de godheid.
In vroegere tijden zouden de ahrimanische wezens met dergelijke theorieën niets
hebben kunnen uitrichten. Waarom niet? Omdat het in de tijd van de atavistische
helderziendheid, van het beeld‐bewustzijn, er niet toe deed hoe de mens dacht.
Men dacht gewoon in beelden en kon door deze beelden heen een blik werpen op
de geestelijke wereld. Wat Ahriman hem zou hebben bijgebracht over zijn relatie
tot de dieren, dat zou op zijn levenshouding geen enkele invloed hebben gehad.
Het denken heeft pas macht gekregen ‐ in zijn onmacht macht gekregen ‐ in ons
vijfde na‐atlantische cultuurtijdperk, dus na de vijftiende eeuw. Nu pas is het
denken ertoe in staat de bewustzijnsziel in het gebied van de geest binnen te leiden.
Maar daardoor heeft het ook het vermogen gekregen, de toegang tot de geestelijke
wereld juist te verhinderen. Eerst nu beleven we de tijd, waarin een wetenschappelijke
theorie op bewuste wijze de mens van zijn goddelijkheid en van
zijn ervaringen in het gebied van het goddelijke beroven kan. Dat is nu eenmaal
alleen in het tijdperk van de bewustzijnsziel mogelijk. Daarom streven de
ahrimanische wezens ernaar, ideeën en theorieën onder de mensheid te verbreiden,
die de goddelijke oorsprong van de mens verduisteren.
Als we ons dit realiseren kunnen we begrijpen, hoe we ons leven moeten inrichten,
om in staat te zijn de openbaring waar ik over gesproken heb niet te verslapen.
Anders ontstaat er een groot gevaar. En we moeten heel wakker zijn voor dit
gevaar, anders zal er in plaats van de machige gebeurtenis die in de toekomstige
ontwikkeling van de aarde moet ingrijpen iets heel anders optreden, iets wat
werkelijk een gevaar kan vormen voor de aarde‐ontwikkeling.
Bepaalde geestelijke wezens maken hun ontwikkeling door samen met de ontwikkeling
van de mens. De engelen, die in ons astrale lichaam beelden vormen,
doen dit natuurlijk niet als een soort spel, maar om er iets mee te bereiken. Maar
wat ze willen bereiken, moet nu juist in de mensheid op aarde bereikt worden. De
hele zaak zou dus tot een spel worden, als de mensen na het verwerven van de
bewustzijnsziel bewust zouden nalaten zich er om te bekommeren. Het zou allemaal
tot een spel worden!
Alleen doordat het in de mensheid verwerkelijkt wordt, is het geen spel, maar
ernst. Daaruit zult u begrijpen, dat het werk van de engelen onder alle omstandigheden
grote ernst moet blijven. Stelt u zich voor wat het zou betekenen, achter
de schermen van het bestaan, wanneer de mensen eenvoudigweg door hun sufheid
het werk van de engelen tot een spel zouden maken!
En als dit nu toch zou gebeuren? Als de mensheid nu toch zou blijven slapen, en
niet wakker zou zijn voor de belangrijke geestelijke openbaring in de toekomst?
Als de mensen bijvoorbeeld de zaak van de religieuze vrijheid zouden verslapen;
wanneer ze de herhaling van het Mysterie van Golgotha in de etherwereld en de
verschijning van de etherische Christus, waarover ik zo vaak gesproken heb,*2
zouden verslapen, of de andere zaken die ik genoemd heb, ‐ dan zouden de engelen
datgene, wat ze met de beelden in het astrale lichaam willen bereiken, op een
andere manier moeten zien te verwerkelijken. Dan zouden de engelen hun doelen
moeten bereiken langs een andere weg, namelijk, als de mensen niet wakker willen
worden, via de slapende mensenlichamen. Dus wat de mensen zouden `verslapen'
 in hun wakende toestand, zouden de engelen moeten bereiken met behulp
van dat deel van de mens, dat in bed blijft liggen tijdens de slaap: fysiek en
etherlichaam. Daar zouden ze de krachten moeten zoeken om hun doelen te bereiken.
Dat is het grote gevaar voor de bewustzijnszieletijd. Dit zou zich kunnen voltrekken
nog vóór het begin van het derde millennium, dat begint met het jaar 2000.

Het zou inderdaad kunnen gebeuren: dat de engelen hun hele werkzaamheid
zouden moeten terugtrekken uit onze astrale lichamen en hun daden zouden
moeten richten op de etherlichamen, om ze te kunnen verwerkelijken. Ze zouden
dan hun doel niet kunnen bereiken met behulp van de wakkere mens, maar
slechts met de slapende .lichamen; de mens zou er dan niet bij betrokken zijn!

Hiermee heb ik de zaak in grote lijnen beschreven. Maar wat zouden de gevolgen
daarvan zijn, dat de engelen zo'n activiteit zouden moeten volbrengen buiten het
bewustzijn van de mensen om? Daardoor zouden drie dingen onvermijdelijk optreden.
Ten eerste zou in het mensenlichaam iets worden opgewekt, wat hij niet in vrijheid
kan ontvangen, maar wat hij eenvoudigweg zou aantreffen als hij 's morgens
ontwaakt. Het wordt dus tot instinct, in plaats van tot een vrijheidsbewustzijn, en
daardoor wordt het schadelijk. En wel dreigen bepaalde instinctieve inzichten
schadelijk te worden, die samenhangen met het mysterie van de conceptie en de
geboorte, met het hele sexuele leven.
Ook de engelen zelf zouden dan een zekere verandering doormaken, maar daarover
kan ik niet spreken, omdat dit deel uitmaakt van de geheimen van de inwijdingswetenschap,
waarover in deze tijd nog niet gesproken mag worden
. (meer daarover zie:)
Maar wel kan men zeggen: in de mensheidsontwikkeling zouden, in plaats van op
een wakkere, bewuste en zinvolle wijze, op een schadelijke en vernietigende wijze
bepaalde sexuele instincten optreden; instincten die niet slechts tot dwalingen
zouden leiden, maar die van invloed zouden zijn op het sociale leven. Zij zouden
bepaalde vormen in het sociale leven laten ontstaan. Zij zouden vooral de mensen
ertoe brengen, door datgene wat als gevolg van het sexuele leven in hun bloed
zou komen, om in ieder geval geen broederlijkheid op aarde te verwerkelijken.
Integendeel, de mensen zouden zich instinctmatig tegen elke broederlijkheid verzetten.
We komen dus op een beslissend punt, waar gekozen moet worden: óf we gaan
naar rechts, maar dan moeten we wakker zijn; óf we gaan naar links, dan kunnen
we blijven slapen ‐ maar dan zullen instincten optreden, afgrijselijke instincten.
Wat zal de natuurwetenschap dan zeggen? Ja, de wetenschapsmensen zullen zeggen:
dat is een natuurlijke noodzaak. Dat moest geschieden, dat ligt nu eenmaal in
de aard van de mensheidsontwikkeling.
De natuurwetenschap kan zulke dingen niet echt begrijpen. Want of de mensen
nu engelen zouden worden of duivels, natuurwetenschappelijk is het altijd te verklaren:
het laatste stadium is altijd uit een vroeger stadium voortgekomen. Dat is
de grote wijsheid van de causale verklaringen! De natuurwetenschap zal niets
merken van de gebeurtenis die ik beschreven heb. Als de mensen tot halve duivels
worden door hun sexuele instincten zal dat als een natuurlijke noodzaak gezien
worden. Wat er ook gebeurt: natuurwetenschappelijk is alles te verklaren!
Doorzien kan men zulke dingen echter alleen door bovenzinnelijke waarneming.
Maar deze werkzaamheid van de engelen heeft nog een tweede gevolg voor de
mensheid, namelijk een instinctieve kennis van bepaalde geneesmiddelen, en wel
op een schadelijke wijze. De hele medische wetenschap zal op een materialistische
manier een geweldige ontwikkeling doormaken. De mensen zullen instinctief
inzicht krijgen in de genezende kracht van bepaalde substanties en handelingen.
Men zal hierdoor enorm veel schade aanrichten, maar men zal deze schade
nuttig noemen.
Men zal het zieke gezond noemen en men zal positief waarderen, wat ons juist op
een bepaalde manier ongezond maakt.
Dus men zal meer inzicht krijgen in de genezende
werking van bepaalde processen en handelingen, maar op een heel
schadelijke wijze. Want met name zal men instinctief gewaarworden, wat bepaalde
substanties en handelingen voor ziektes kunnen veroorzaken. Men zal volgens
egoïstische motieven naar willekeur ziektes kunnen veroorzaken
of niet veroorzaken.
En het derde gevolg zal zijn, dat men heel bepaalde krachten leert kennen, met
behulp waarvan men slechts door heel kleine handelingen, door harmonisering
van bepaalde golven, in de wereld grote machinekrachten zal kunnen ontketenen.
Men zal komen tot een zekere geestelijke besturing van alles wat machinaal en
mechanisch is. De hele techniek zal in een ruw vaarwater komen, maar het egoisme
van de mensen zal hierdoor bijzonder gediend worden.
Dit is een stuk concreet inzicht in de ontwikkeling van het bestaan. Alleen hij kan
dit inzicht naar waarde schatten, die doorziet, dat een onspirituele kijk op het leven
deze dingen in het geheel niet kan begrijpen. Als deze dingen zouden optreden:
een medische wetenschap die schadelijk is voor de mensheid; een verschrikkelijke
dwaling in het gebied van de sexuele instincten; en een geweldige uitbuiting
in het mechanische van natuurkrachten door geestelijke krachten
‐ dan zou
een onspirituele wereldbeschouwing niet kunnen doorzien hoe de mensheid afdwaalt
van het ware pad. Net zomin als de slapende de rover opmerkt, die hem
nadert om hem te bestelen. Hij merkt het hoogstens naderhand, als hij wakker
wordt ‐ maar dat zou voor de mensheid een verschrikkelijk ontwaken zijn!
De mensen zouden genoegen scheppen inde instinctieve verruiming van hun
kennis van de geneeskracht van bepaalde processen en substanties. Zij zouden
welbehagen scheppen in de ontsporing van sexuele instincten
en deze ontsporing
prijzen als een bijzonder hoog niveau van bovenmenselijkheid, onbevangenheid
en onbevooroordeeldheid. Lelijk zou mooi en mooi lelijk genoemd worden, en
men zou er niets van merken, omdat men alles als een natuurwetmatigheid zou
beschouwen. Maar het zou een afdwaling zijn van de weg die voor de mensheid
bedoeld is.
Wie een gevoel heeft ontwikkeld voor de anthroposofische levenshouding, die
kan meen ik ook de ernst opbrengen tegenover deze waarheden waarover ik
vandaag gesproken heb. Daaruit vloeit iets voort, wat eigenlijk altijd uit de anthroposofie
moet voortvloeien: een zeker plichtsgevoel tegenover het leven? Op
welke plaats we ook staan in de wereld, het komt erop aan dat we de gedachte in
ons dragen: ons handelen moet doortrokken en doorlicht worden door ons anthroposofische
bewustzijn. Dan dragen we iets bij tot de juiste vooruitgang van de mensheid.
Wie meent dat de ware geesteswetenschap ons van het praktische, intensieve leven
afvoert, vergist zich. Door ware geesteswetenschap worden we juist wakker.
Het wakker‐zijn voor de geestelijke wereld verhoudt zich tot het normale dagbewustzijn,
als dit gewone waken tot de toestand van de slaap. We kunnen de vraag
stellen: Kan het waakleven ooit schadelijk zijn voor de slaap? Ja, als het waakleven
niet goed geregeld is! Als we ons waakleven harmonisch regelen, dan hebben
we ook een gezonde slaap, maar als we overdag suffen, of lui en gemakzuchtig
zijn in plaats van te werken, dan zal onze slaap ongezond zijn. En zo is het ook
met het wakkere leven dat we door de anthroposofie verwerven. Als we een geordende
verhouding tot de geestelijké wereld opbouwen, dan zal hierdoor ook
onze belangstelling voor het gewone zintuiglijke leven in goede banen geleid
worden.
Je moet werkelijk slapend door het leven gaan, om in onze tijd bepaalde dingen
niet op te merken. Hoe trots zijn de mensen niet geweest op hun `praktische levensstijl',
vooral de laatste tientallen jaren. Men heeft het tenslotte zover gebracht,
dat zij die het ideële, het geestelijke het meest verachten, overal in de leidinggevende
posities terecht zijn gekomen
. Maar nu komen er hier en daar
stemmen op ‐ meestal geheel instinctief ‐ die schreeuwen: Er moet een nieuwe
tijd komen, er moeten allerlei nieuwe idealen komen! Maar het is een hees geschreeuw.
En zolang deze dingen instinctief optreden, zonder dat men zich bewust
verdiept in de geesteswetenschap, dan zullen ze eerder tot verval leiden dan
tot een vruchtbare ontwikkeling. Wie de mensen vandaag de dag toespreekt met
dezelfde woorden die ze al sinds lange tijd gewend zijn, die oogst soms nog enige
bijval. Maar de mensen zullen er aan moeten wennen, andere woorden, andere
zinswendingen te gaan horen, opdat uit de chaos een sociale kosmos kan ontstaan.
Als de mensheid namelijk niet wakker is voor wat er in een bepaald tijdperk
moet gebeuren, dan kan er helemaal niets nieuws ontstaan. Dan waart
slechts het spook van het vorige tijdperk rond, zoals tegenwoordig in vele religieuze
gemeenschappen eenvoudig de spoken van het verleden rondwaren, en zoals
bijvoorbeeld in ons huidige rechtsleven nog vaak het spook van het oude Rome
rondwaart.
De anthroposofie moet juist in dit opzicht in het tijdperk van de bewustzijnsziel
de mensen vrij maken, ze werkelijk leiden tot de waarneming van een geestelijk
feit: hoe werkt onze engel in ons astrale lichaam? Abstract spreken over Angeloi
enzovoort, dat kan hoogstens een begin zijn. We moeten verder komen, doordat
we concreet over deze zaken spreken, dat wil zeggen die vragen beantwoorden,
die ons in onze tijd het meeste aangaan. En deze vragen gaan ons aan omdat de
engelen beelden weven in ons astrale lichaam, omdat deze beelden onze toekomst
moeten vormen en dit door de bewustzijnsziel moet worden voltrokken.
Als we geen bewustzijnsziel hadden, dan zouden we ons geen zorgen hoeven maken.
Dan zouden andere geesten, andere hiërarchieën wel ingrijpen om te verwerkelijken
wat de engelen weven.
Natuurlijk hebben in de Egyptische tijd andere engelen beelden geweven. Maar al
snel grepen andere geesten in, en voor de mens werd dat juist versluierd door
zijn atavistische helderziende bewustzijn. De mens legde dus een donkere sluier
over deze beelden.
Maar nu moeten wij ze onthullen. Daarom mogen wij niet verslapen,
wat in ons bewuste leven nog voor het derde millennium binnengedragen wordt.


Laten we aan de anthroposofie niet alleen theorieën ontlenen, maar ook voornemens!‐
Die zullen ons de kracht geven, wakkere mensen te zijn. We kunnen er een
gewoonte van maken, wakkere mensen te zijn. We kunnen op allerlei dingen gaan
letten. We kunnen direct beginnen, wakkerheid te oefenen! Zo kunnen we bijvoorbeeld
gaan ontdekken dat er in feite geen dag vergaat, waarin niet in ons leven
een wonder gebeurt! Omgekeerd kun je ook zeggen: als we op een bepaalde
dag geen wonder vinden in ons leven, dan hebben we het alleen maar niet gezien.
Probeert u maar eens 's avonds op uw leven terug te kijken. U zult een kleine of
een grote gebeurtenis vinden, waarover u zult kunnen zeggen: die gebeurtenis is
op een wonderlijke manier in mijn leven gekomen, heeft zich heel wonderlijk voltrokken.
‐ U komt tot een dergelijke gedachte, als u maar omvattend genoeg
denkt, wanneer u de samenhang van het leven maar voldoende in het oog vat. Dat
doet men echter gewoonlijk niet. Men vraagt zich bijvoorbeeld meestal niet af:
wat is er vandaag door de een of andere gebeurtenis juist verhinderd?
We hebben doorgaans geen aandacht voor de dingen die verhinderd zijn, die ‐ als
ze wèl waren gebeurd ‐ ons leven grondig hadden veranderd. Achter deze dingen,
die op de een of andere wijze uit ons leven verwijderd worden, zit ongelooflijk
veel, wat ons tot wakkere mensen kan maken. Wat had mij vandaag allemaal
kunnen overkomen? Als ik mijzelf iedere avond deze vraag stel en dan verschillende
gebeurtenissen bekijk, die het een of ander hadden kunnen veroorzaken,
dan voert zo'n vraag tot een beschouwing van het leven waardoor in de zelfopvoeding
wakkerheid ontstaat.
Een voorbeeld: iemand is van plan om half elf 's morgens uit te gaan, maar op het
laatste moment komt er nog iemand op bezoek, waardoor hij wordt opgehouden.
De betreffende ergert zich dat hij wordt opgehouden, maar hij vraagt zich niet af:
wat had er kunnen gebeuren, als ik werkelijk op het tijdstip vertrokken was dat ik
mij had voorgenomen? Wat is er nu veranderd?
Dit kan een begin zijn, en het kan dan vanzelf steeds verder en verder voeren. Ik
heb over zulke zaken ook hier al eens uitvoeriger gesproken. Er voert een rechte
weg van de waarneming van het negatieve in ons leven, dat echter een uitdrukking
kan zijn van de wijze leiding van ons bestaan, naar de waarneming van de
wevende, werkzame engel in ons astrale lichaam ‐ een rechte en een zekere weg,
die we kunnen gaan.
Daarover zullen we dan de volgende week verder spreken.

Noten


1. Een beschrijving van de cultuurtijdperken als fasen van de
mensheidsontwikkeling vindt men bijvoorbeeld in de ‘Wetenschap van de geheimen der
ziel’, hoofdstuk ‘De wereldontwikkeling en de mens’.

2. De herhaling van het Mysterie van Golgotha in de etherwereld en de
verschijning van de etherische Christus: in het jaar 1910 hield Rudolf Steiner
veel voordrachten over dit thema. Vergelijk `Das Ereignis der
ChristusErscheinung in der atherischen Welt' (Dornach 19772, GA 118).




terug naar inhoudsopgave