zaterdag 18 oktober 2014

Judith von Halle Behrend, gestigmatiseerd? (deel 2)


Judith von Halle Behrend, gestigmatiseerd? (deel 2)

In een eerste artikel is auteur ingegaan op:
2004-2014
controverse
intermezzo, persoonlijke noot auteur
stigmabegrip in de antroposofie
somnambulisme en visionaire helderziendheid
beoordelings- criteria en gezond mensenverstand
rehabilitatie van Anna Katharina Emmerich?
relevantie

een aantal van de voetnoten van deel 1 geldt ook voor deel 2 en vice versa.


Spirituele economie.

In de meeste werken die stigmata als thema hebben is een zeer belangrijke voordrachtencyclus van Steiner nauwelijks in ogenschouw genomen. In zijn voordrachten over spirituele economie (83) beschrijft Steiner o.a. het volgende. Het wordt hier summier samengevat waarna enkele expliciete citaten volgen. (zie ook blog 42,43):

De Godheid (Christus, het Woord) is tijdens de doop in de Jordaan in het mensenwezen Jezus in diens 30e levensjaar geïncarneerd (heeft zich daarin belichaamd).
Deze menselijke incarnatie van Jezus was ook al sinds oertijden voorbereid opdat de Schepper (het Woord uit Joh. Evangelie) zich eens in zijn eigen schepping kon belichamen. Dit hele gebeuren beschrijft Steiner als het Mysterie van Golgotha.

Door de 3 jarige inwoning van Christus in dit intensief voorbereide menselijk lichaam is er ook van alles gebeurd met de wezensdelen van dit menselijk lichaam, welke o.a. bekend zijn als:

fysiek lichaam (vlees, botten en bloed)
etherlichaam (levenslichaam)
astraallichaam (zielelichaam)
”” Ik”” (kern van de ziel en geest)

Deze wezensdelen zijn op hun beurt weer onderverdeeld in geledingen zoals beschreven in de basiswerken van de antroposofie. (o.a. wetenschap geheimen der ziel)
(85)
Spirituele economie in de menselijke (schepping) evolutie wil zeggen dat datgene wat Christus als God in het menselijke lichaam (Christoforus) bewerkt heeft door de omvorming van de menselijke wezensdelen, in het verloop van de menselijke evolutie ten goede komt aan het mensengeslacht. Zo verhaalt Steiner, dat er in een bepaalde periode zogezegd kopieën (Abbilder) van het door Christus bewerkte (gemetamorfoseerde) etherlichaam geschonken worden aan mensen, bijv. aan Augustinus. In een latere periode worden er kopieën van het doorchristelijkte astraallichaam geschonken ( ingeweven in het reeds bestaande astraallichaam) aan mensen als bijv. Franciscus van Assisi.

Er waren in de tijd van de 4e tot de 12e eeuw een groot aantal mensen, die het als zeer dwaas voorgekomen zou zijn, als men hen gezegd had, dat men aan de gebeurtenissen in Palestina ook zou kunnen twijfelen, want zij wisten het beter. Vooral over Europese landen hadden deze mensen zich verspreid. Ze hadden in zichzelf steeds iets kunnen beleven, wat een soort Paulus openbaring in het klein was; wat Paulus die tot dan Saulus werd, op de weg naar Damascus beleefd heeft, en waardoor hij Paulus werd. Dat was daardoor mogelijk, dat in deze eeuwen de kopieën van het verveelvuldigde etherlichaam van Jezus van Nazareth, die bewaard waren gebleven, bij een groot aantal mensen ingeweven zijn. Hun levenslichaam bestond niet uitsluitend uit deze afbeelding, maar er was een afbeelding in hun levenslichaam ingeweven van het oorspronkelijke origineel van Jezus van Nazareth. Deze mensen konden daardoor een rechtstreeks weten hebben van Jezus van Nazareth en ook van Christus, bijvoorbeeld de dichter van de Heliand in de 9e eeuw. (84)In de latere eeuwen van de 12e tot de 15e eeuw, was het vooral het astraallichaam van Jezus van Nazareth, dat in talrijke afdrukken ingeweven werd in de astrale lichamen van de belangrijkste vertegenwoordigers van het christendom. Voorbeelden: Franciscus von Assisi; Elisabeth von Thüringen. (84)
Bij degenen, bij wie weer meer ingeprent was de bewustzijnsziel, respectievelijk de afbeelding, die zich uitdrukt als bewustzijnsziel van Jezus van Nazareth, bij hen lichtte in hun innerlijk de innerlijke Christus op. Dat waren degenen, die u kent als meester Eckhart, Johannes Tauler en al de dragers van de middeleeuwse mystiek. (84)
Deze doorchristelijkte wezensdelen worden zogezegd ingebouwd of ingeweven in het reeds bestaande etherlichaam of astraallichaam van een mens, bij diens geboorte of later tijdens een bijzondere gebeurtenis in diens leven (87).
Zo gaat dit proces in latere tijd ook verder en worden aan bepaalde mensen kopieën van het " ik" van Jezus geschonken aan daartoe voorbereide mensen zoals bijv, Christian Rosenkreutz (88).

Toen nu Christus zich belichaamde in Jezus van Nazareth, werd in het astraallichaam van Jezus van Nazareth zo iets als een afdruk van het -Ik- geschapen. We kunnen ons gemakkelijk voorstellen, wanneer dit het Christus-wezen is, dat in het astraallichaam binnengaat, dat dan in de omliggende delen van het astraallichaam iets van een afbeelding ontstaat. Deze afbeelding van het -Ik- van Christus heeft nu talloze verveelvuldigingen teweeg gebracht, die in de geestelijke wereld zo te zeggen bewaard bleven. Enkelen hebben in hun eigen -ik- als het ware als profeten van een nieuwe tijd iets ingeweven gekregen, zo bijvoorbeeld enkele Duitse mystici, die daarom de innerlijke Christus met zoveel vuur verkondigden, omdat iets als een afbeelding vqn het -Ik- van Christus in hen belichaamd was. Alleen de mensen, die zich geleidelijk voorbereiden op het volle Christus-begrip, die door het erkennen van de spirituele wereld zullen begrijpen, wat de Christus is, indien hij van tijd tot tijd zich veranderend, steeds weer te vinden is in de voortgang van de aardeontwikkeling, die worden geleidelijk rijp, dit Christus-gebeuren in zich te hebben, zo te zeggen de wachtende afbeeldingen van het Christus-Ik, die Christus in het lichaam van Jezus van Nazareth gevormd heeft, om dit -Ik- op te nemen. Ja, deze gevormde afbeeldingen van de Jezus-individualiteit wachten erop dat ze opgenomen worden door de zielen, ze wachten! (89)

Nu moet men natuurlijk de hele voordrachtenreeks zelf lezen (83) om in context te begrijpen wat het betekent voor een persoon om zo'n wezensdeel geschonken te krijgen en wat het betekent voor het vermogen om christelijke visioenen te kunnen krijgen.



Een mens als Augustinus bijvoorbeeld (waarvan Steiner elders een belangrijke karmische incarnatie heeft onthuld) (90) heeft in zijn -ik- en ziel nog niet die ontwikkeling doorgemaakt dat hij op het moment dat de wijsheid van het hem geschonken levenslichaam hem in het bewustzijn komt, dat al geheel met ziel en geest kan begrijpen en hanteren. Hij draagt dan ook bij aan het materialistisch worden van het kerkchristendom. Steiner herhaalt dan ook keer op keer dat de mogelijkheid tot het maken van vergissingen voor Augustinus groot zijn.
De mens, bij wie het duidelijkst zo'n deelhebben aan het etherlichaam van Christus te voorschijn treedt, is Augustinus. Aan dit feit is de grote betekenis van zijn leven toe te schrijven. Vanaf de 10e tot ongeveer de 16e eeuw wordt het astraallichaam van Christus opgenomen. Daaraan hebben wij het verschijnen van mensen te danken zoals de heilige Franciscus von Assisi en de grote Dominikanen vol deemoed en deugd, die juist de grote astrale eigenschappen van Christus weerspiegelen. Daarom hadden ze een zo duidelijk beeld van de grote waarheden in zich, die ze in hun leven uitoefenden, in tegenstelling tot Augustinus, die nooit vrij bleef van twijfels en steeds in strijd raakte tussen de theorie en de praktijk. Van de grote Dominikanen moet in het bijzonder genoemd worden de heilige Thomas, in wie de invloed van het astraallichaam van Christus zich in hoge mate toonde, zoals we later nog zullen zien. Met de 16e eeuw breekt de tijd aan, waarin de afbeeldingen van het Christus-Ik zich bereid tonen om zich met het -ik- van enkele individualiteiten te verweven. Een van hen was juist Christian Rosenkreutz, de eerste Rozenkruiser. Aan dit feit danken we het, dat een innigere verbinding met Christus mogelijk werd, zoals de esoterische leer ons openbaart. (91),
Maar toen Christus de zintuiglijke wereld verliet, ontstonden er talloze kopieën van zijn ether- en astraallichaam, die ervoor bestemd waren, ingeweven te worden in de lichamen van diegenen die geschikt waren, het christendom te verbreiden. Een van hen was Augustinus, die, toen hij bij het afdalen naar het fysieke bestaan, om zich weer te belichamen, zich een nieuw etherlichaam wilde vormen, juist in zijn etherlichaam een van deze kopieën van het etherlichaam van Christus ingeweven kreeg. Zo kwam hij ertoe, de bronnen van zijn leer over de ware vorm van de christelijke mystiek in zichzelf te vinden. Maar omdat hij slechts het etherlichaam van Christus in zich had, was zijn -ik- aan vergissingen onderworpen en kon hij de speelbal van passies worden. Zo echter ontwikkelde Augustinus zijn -ik-, verviel echter ook in vergissingen en maakte alle stadia van de twijfel door met betrekking tot de leer van Christus. Het was bij hem als bij een hoger materialisme; want ook toen bestond reeds de fout, alles te willen vermaterialiseren. (92).
En in de 11e, 12e, 13e, 14e en 15e eeuw was de tijd aangebroken, waar bij de belichaming van bepaalde zielen het astraallichaam een afbeelding van het astraallichaam van Jezus van Nazareth ingeweven werd. Veel mensen uit de 11e, 12e en 13e eeuw kregen niet alleen het astraallichaam bij het omlaag komen, maar terwijl zich hun astraallichaam voor de reïncarnatie vormde, weefde zich in dit astraallichaam een afbeelding van het astraallichaam van Jezus van Nazareth. Daarom konden deze lieden de grote christelijke waarheden verkondigen. Want ze hadden in hun astraallichaam, waar hun weten zijn oorsprong vond, ingeweven dat, wat een afbeelding was van het astraallichaam van Jezus van Nazareth zelf. Onder degenen echter, die in zich ingeweven hadden verkregen zo'n afbeelding van het astraallichaam van Jezus van Nazareth, was Frans von Assissi. Er waren in de toenmalige tijd velen, onder andere Elisabeth von Thüringen, waar een afbeelding van het astraallichaam van Jezus van Nazareth was ingeweven. Daarom konden ze de grote waarheden van het christendom als oordeel, als logische kennis, als wetenschappelijke wijsheid verkondigen. Maar ze konden nog iets anders: Ze konden in zich beleven, wat men voelen kan, wanneer men het astraallichaam van Jezus van Nazareth zelf in zich draagt. Laat u nu eens op u inwerken al die bescheidenheid, de toewijding, de christelijke liefde van een Franciscus von Assissi, en u zullen de schellen van de ogen vallen. En u zult begrijpen, hoe u Franciscus von Assissi begrijpen kunt: met al zijn fouten, omdat hij zijn -ik- van zichzelf had; in al zijn grootte, omdat hij een afbeelding in zich droeg van het astraallichaam van Jezus van Nazareth. (93)
Ook bij Franciscus van Assissi die een afbeeld geschonken kreeg van het doorchristelijkte astraallichaam van Jezus, beschrijft Steiner meermaals dat deze zijn "ik" nog niet zo ver ontwikkeld heeft om deze gave ten volle te kunnen verwerken, maar hij is toch al verder dan Augustinus. Ook Franciscus wordt door Steiner met een bepaald soort materialisme in verband gebracht.
Als we ons afvragen: wie was eigenlijk de eerste echte materialist, die het materialisme de allereerste aanstoot gegeven heeft, dan krijgen we, wanneer we de geschiedenis van een iets hoger gezichtspunt uit bekijken, een antwoord, dat vanzelfsprekend voor de huidige mensen zeer zeker paradoxaal zal klinken, maar ... volledig gerechtvaardigd is: we krijgen het antwoord, dat de eerste, die op zielegebied het materiële voelen binnenleidde heeft, de heilige Franciscus von Assissi was. (95)
Pas degenen, die een afbeeld van het doorchristelijkte "Ik" van Jezus ontvangen (het beeld van de Graal) zijn eigenlijk pas zonder foute interpretaties (vergissingen) van hun belevenissen. Het kan opvallen dat de verschijnselen die degenen vertonen die een omgewerkt astraallichaam ontvangen hebben ook degenen zijn die als gestigmatiseerden bekend staan. Assisi wel als de bekendste. De visioenen die deze gestigmatiseerden hebben dekken zich zeer goed met de verschijnselen die Steiner beschrijft als gevolg van het ontvangen astraallichaam (ziel, gevoelens).

E
én doorchristelijkt wezensdeel is hierboven nog nauwelijks genoemd. Dat is het opstandingslichaam, Steiner noemt het ook wel fantoom.
Als de mensen die een doorchristelijkt -ik- ontvangen hebben al geen illusies meer hebben over hun eigen schouwingen, (dit in tegenstelling tot degenen met het astrale beeld) des te meer zou dat dan het geval moeten zijn bij mensen die het opstandingslichaam (als beeld?) ontvangen.



Opstandingslichaam.
In aanvang van de schepping (de saturnusfase van de aarde) is dit lichaam dat Steiner ook fantoom noemt al aangelegd, maar deze werd later langzamerhand gecorrumpeerd door de tegenkrachten. (86)
Het aanvankelijk bovenzinnelijk fysieke lichaam, werd in de aardfase gevuld met minerale substantie en zo ook sterfelijk. ( stoffelijke resten na de dood).
Christus heeft door zijn dood en opstanding dat oorspronkelijke fysieke lichaam weer herschapen (ook hersteld) en het kan net als de eerder genoemde wezensdelen aan de mens en mensheid geschonken worden als nieuwe tweede Adam (49).


Uit
voordrachten waar Steiner spreekt over een volledige vergeestelijking van het fysieke lichaam en daarvoor de oosterse benaming atma(n) gebruikt (vertaald als geestmens) blijkt dat dit pas in een verre toekomst zal geschieden.
Een moeilijk te beantwoorden vraag is dan ook of wat Steiner fantoom noemt hetzelfde is wat hij in andere samenhangen atman noemt.
Al tijdens de saturnusontwikkeling heeft zich de eerste kiem tot datgene ontwikkeld, wat ook in de tegenwoordige mensen slechts kiemend is, tot atma. (96)

De innerlijk diepste wezenskern van de mensen noemen we atma of geestmens. Deze is bij de meerderheid van de mensen van nu zelfs nog niet voor (helderziende) schouwing van de ziel zichtbaar. (97).

Door het Mysterie van Golgotha is ingetreden, dat deze ene mens, die de drager van Christus was, een zodanige dood heeft meegemaakt, dat na 3 dagen datgene, wat aan mensen het eigenlijk sterfelijke van het fysieke lichaam is, moest verdwijnen en dat uit het graf dat lichaam zich verhief, dat de drager van de krachten van de fysieke-materiële delen is. Dat, wat eigenlijk de mensen toebedacht was door de heersers van Saturnus, Zon en Maan , dat heeft zich opgericht uit het graf: het reine fantoom van het fysieke lichaam, met alle eigenschappen van het fysieke lichaam. (98).Net zo als van het lichaam van Adam de lichamen van de aardemensen afstammen, in zoverre ze het lichaam hebben wat vergaat, zo stammen van dat wat uit het graf opstond , de geestelijke lichamen af , de fantomen voor alle mensen. En het is mogelijk die relatie tot Christus tot stand te brengen, waardoor de aardemens zijn anders in verval zijnde fysieke lichaam dit fantoom invoegt, dat uit het graf van Golgotha opgestaan is. Het is mogelijk, dat de mens in zijn organisme die krachten, die toen opgestaan zijn zo ontvangt, zoals hij door zijn fysieke organisatie bij aanvang van de aarde door luciferische krachten de Adamorganisatie gekregen heeft. (98)



Echter ook legt Steiner voorzichtig verband tussen stigmata en het aantrekken van dit opstandingslichaam.
Wanneer we echter beginnen , het tot in ons fysieke lichaam te voelen – de voeten als door water omspoeld, het lichaam als met wonden bedekt -, dan hebben we deze gewaarwordingen sterker in onze natuur binnen gebracht en hebben bereikt, dat deze doorgedrongen zijn tot in het fysieke lichaam, want dan komen de stigmata, de van bloed doordrongen plaatsen van de wondtekenen van Christus Jezus tevoorschijn. Als we dat doen, doen we niets minder, dan dat we ons gereed maken in ons fysieke lichaam, het fantoom geleidelijk aan te ontvangen, dat uitgaat van het graf op Golgotha. We werken daarom in op ons fysieke lichaam, om deze zo levendig te maken, dat hij een verwantschap, een aantrekkingskracht voelt tot het fantoom, dat op Golgotha uit het graf opgestaan is. (114)

Deze passage wordt door JvH sympathisanten vaak aangevoerd om te “”bewijzen”” dat Judith daadwerkelijk reeds dat fantoom ontvangen zou hebben. Maar Steiner beschrijft dat dit alleen kan optreden als gevolg van een gevolgde christelijke of rozenkruisers scholingsweg. Eerder gaf JvH zelf al aan dat ze deze scholing in dit leven niet gedaan heeft. (4)
Zou dit werkelijk het geval zijn, dan zou bij JvH niets van visionaire helderziendheid te bespeuren moeten zijn. En dit artikel geeft voldoende feiten om tot de conclusie te komen van het tegendeel. Het voorbeeld van de ook gestigmatiseerde Assisi die toch in zijn “”ik”” niet vrij was van vergissingen spreekt in dit verband boekdelen. (93)

Dit thema is zeer uitvoerig beschreven in een dik boek van S.Prokofieff. (49-100) Bewust wordt dit omvangrijke thema echter in dit artikel niet verder opgepakt. 


Onfeilbaarheid?

De sympathisanten rond JvH echter met als eerste interpreter Peter Tradowsky wisten ons al zeer spoedig in 2004 te melden, dat JvH reeds het fantoom geschonken zou hebben gekregen en dat dat o.a. de oorzaak van haar christelijk schouwvermogen zou zijn om mededelingen te kunnen doen over het gebeuren rond Golgotha. Ook het vermogen om zonder voedsel te leven zou daarmee samenhangen. Later trad Helmut Kiene op als exegeet van JvH. (26)

De interpretatiemogelijkheden zijn legio. Maar wat onderstaand gemeld wordt kan mede aanleiding geven zelf nog eens kritisch de geschriften van JvH door te nemen.




Detailverlies.

Het is hier (wegens plaatsgebrek) niet de plaats om uitgebreid in te gaan op de passages van JvH waar ze beschrijft dat Christus t.b.v. het laatste avondmaal eigenhandig met een mes dieren geslacht zou hebben, waarna het slachtbloed in de graalskelk terechtgekomen zou zijn en door de apostelen gedronken. Bij Mieke Mosmuller (17) en Sergej Prokofieff (20-100) is echter uitgebreid na te lezen hoe de gebruiken waren bij de streng vegetarische Essenen in wiens huis (Coenaculum) de plechtigheden plaatsvonden.
In het blog van de auteur echter zijn er beschrijvingen en tekeningen van JvH n.a.v. bordtekeningen bij een voordracht van haar en n.a.v. een schets in het boek
Abendmahl (13) van het avondmaalshuis, die op zijn zachtst gezegd nogal van elkaar afwijken. Zelf, na dit opgemerkt hebbende zegt ze daarover:; " Detailverlies". (101) Zij zou dit zo geschouwd hebben.
Het merkwaardige bij onderstaande beelden van het avondmaalshuis zoals JvH dit zegt geschouwd te hebben is dat het precies hetzelfde getekende perspectief biedt als een eerder perspectief dat gemaakt is n.a.v. de beschrijvingen in teksten van AKE (Anna Katharina Emmerich). Let wel JvH is architecte!




Afbeelding 1: Avondmaalshuis bordtekening voordracht JvH





Afbeelding 2: Avondmaalshuis schets JvH uit: Das Abendmahl




Afbeelding 3: Avondmaalshuis - tekening nav de beschrijving van AKE



Pijnlijk geconfronteerd met de verschillen in haar eigen tekeningen (101) meldt ze dat het nog eens geestelijk onderzocht zou moeten worden. Als we nu in aanmerking nemen dat over haar gezegd wordt dat ze net als AKE elke vrijdag het Christusgebeuren opnieuw meemaakt, dan zou dat toch niet zo moeilijk moeten zijn? (5)
Toen ik een tijdje naar de vreemde illustratie keek, moest ik vaststellen, dat ik onzeker werd met betrekking tot de daadwerkelijke constructie van de zuilengang. Ik keek het nog eens na in mijn oude notitieblok en vond, dat ik direct na het eerste beleven van de avondmaals-gebeurtenis een schets vervaardigd had, waarin de zuilengang ook gemetselde bogen droeg. Hieraan is te herkennen wat bedoeld is, wanneer ik in mijn uitspraken nu en dan van mijn “herinneringen” spreek. De zintuiglijke omstandigheden tijdens het keerpunt der tijden worden op een bepaald uur beleefd. Daarbij doet het eigen wezen waarnemingen. In een ander uur, wanneer de waarneming weer alleen op het heden gericht is, moet men zich van de herinnering bedienen, om de waarnemingen van het verleden in de tegenwoordige tijd te actualiseren. Daarbij gaan kennelijk zo meerdere details verloren. Het juiste detail van de zuilengang moet derhalve op een ander tijdstip nog een keer gecontroleerd worden. (101)

Ook kan hier niet ingegaan worden op de beschrijvingen van de vorm van het kruis op Golgotha, of dit de kruisvorm had of de Y-vorm. Wederom gaat S.Prokofieff hier uitgebreid op in. (100)


Opwekking Lazarus en de rol van Johannes Zebedeus.

De passage uit haar boek waar auteur destijds grote moeilijkheden mee kreeg en waarover hij aan JvH vragen per mail stelde, die echter nimmer beantwoord werden betreffen de opwekking van Lazarus,
De nu in het Nederlands vertaalde titel is: Over het mysterie van de drie Johannesfiguren: Johannes de Doper, Johannes de Evangelist, Johannes Zebedeüs.(102)

In tegenstelling tot Steiner (103) ,die het juist een echte inwijdingsslaap noemde, schrijft JvH over een echte dood van Lazarus.
Volgens JvH is het fysieke lichaam van Lazarus al in zoverre vergaan, dat het levenslichaam het al verlaten heeft en opgelost is in de etherwereld.

Steiner spreekt van een mysteriedaad waarbij Christus als inwijder een samensmelting tussen Lazarus en de reeds eerder gestorven Johannes de Doper tot stand brengt. (103) Datgene wat de Lazarus-individualiteit in de geesteswereld meemaakt tijdens zijn 3 dagen durende doodsslaap wordt bij zijn opwekking herinnerd en Lazarus wordt daarmee tot Johannes de evangelist en schrijver van de apocalyps. (103)
JvH introduceert daarnaast nog een derde Johannes namelijk Johannes Zebedeus. Volgens haar " gezichten" ziet ze deze Zebedeus kort voor de opwekking van Lazarus sterven, waarbij zijn fysieke lichaam ogenblikkelijk tot as vervalt (105) en ziet zijn levenslichaam in de plaats van het verdwenen levenslichaam van Lazarus treden en daar op de plek waar het lijk van Lazarus zich nog in de windselen bevind, binnen de kortste tijd een compleet nieuw fysiek lichaam opbouwen van een volwassen man, die echter niet fysiek op Lazarus lijkt maar op Zebedeus. Moeten we ons dat voorstellen als een vlinder die uit de cocon van de rups tevoorschijn komt? Waar is opeens het lijk van Lazarus gebleven?
Op het blog van de auteur worden al deze citaten van JvH uitvoerig aangehaald. (42,43)

Ter herinnering: de opstanding van Christus had nog niet plaatsgevonden. En de schepping van het opstandingslichaam nam 3 of 3 ½ dag in beslag. Alleen van Christus is ons bekend dat door zijn 3 jarige inwoning van het lichaam van Jezus, deze dusdanig verbrand was, dat deze na de dood toen er een aardbeving plaatsvond in een spleet in de aarde als as (105) kon neerdalen. Bij Zebedeus kan iets dergelijks niet het geval geweest zijn.
In de bijbel (Joh. 21,2) wordt gesproken over de aanwezigheid van Johannes Zebedeus bij een maaltijd die Christus bereidt nadat Lazarus al opgewekt was. De opmerkzame lezer zou zich kunnen afvragen hoe dit te rijmen zou zijn met bovenstaande.(94)

Het betreffende boek waarin dit beschreven staat is onlangs door een ijverige groep volgelingen ook vertaald en uitgegeven (102). Zodat u het zelf nalezen kunt.

De auteur kreeg n.a.v. zijn blog het verwijt ongelovig te zijn en alles te rationaliseren en dat hij het gevoel voor wonderen gans verloren had. Zelfs de beschuldiging van
rufmord (laster) werd zijn deel. (43)

Nu vertelde juist Steiner iets over de zogenaamde fysieke wonderen, wat hem niet altijd in dankbaarheid werd afgenomen. Bijv. dat het wonder van het lopen over het water helemaal geen aangelegenheid was die op het fysieke plan plaats vond. (99)

Wonderen. Het is een bijgeloof, aan te nemen, dat in de gewone loop der gebeurtenissen datgene, wat men als de wetmatige samenhang erkend heeft, door een wonder doorbroken zou kunnen worden. Zoveel moet gebeuren volgens noodzakelijke regels, als wat er in het verleden gebeurde in de gebeurtenissen. En zouden de Goden in een samenhang dat doorbreken, wat wetmatig daarin is, zo zouden de Goden liegen; zij zouden verloochenen datgene, dat ze in de oudheid zelf vastgesteld hebben. (106)

Hier in dit licht ook de mededeling van JvH over de kleding in de vorm van het grafdoek van Christus (lijkwade Turijn?) die zich volgens haar dwars door de rotsen van het graf heen bewoog.(107) Was dit weer zo'n fysiek wonder of moeten we kleding in andere termen van substantie (niet fysiek) bezien, zoals bijv. de engelen die witte klederen droegen? (108)

Zie in dit licht ook de mededeling van JvH waarbij ze zeer nauw aansluit bij AKE dat er zich vlak voor de doop van Christus in de Jordaan plotseling een fysiek eiland uit het water verhief, (109) waar de doopplechtigheid zich zou gaan voltrekken. Er zou geen onderdompeling hebben plaatsgevonden maar een besprenkeling op land. Was dit een fysiek gebeuren? en zo ja waarom spreken de evangeliën er niet over, waar deze wel bijv. de verschillende aardbevingen vermelden? Ook Steiner sprak er niet over en aangezien er vele ooggetuigen van geweest moeten zijn, wordt er ons, ondanks dat, ook niets van overgeleverd. Bovendien beschrijft Steiner juist het initiatorische effect dat beoogd werd door een onderdompeling van de dopeling.
(112)
Helmut Kiene wederom komt met een exegese met wat JvH bedoeld zou kunnen hebben.(26) maar men krijgt de indruk dat hij wil rechtpraten wat krom is.
Prokofieff komt met een meer aannemelijke verklaring. (16) Toen Christus zich met de doop in de Jordaan met Jezus verbond, gebeurde er natuurlijk van alles in de ethersfeer van de aarde ter plaatse. Dat feit kon door helderziende mensen zeker geschouwd worden. (16) Maar fysieke feiten en helderziend geschouwde visioenen moeten niet met elkaar vermengd worden.


Voorlopig slot.

Dus dat er bijzondere dingen geschouwd kunnen worden bij de opwekking van Lazarus en bij de doop in de Jordaan en bij de opstanding van Christus is met de kennis die we dankzij Rudolf Steiner hebben goed te begrijpen. Maar dat vervolgens dat geschouwde geduid wordt als een aards fysieke aangelegenheid en realiteit, dat is nu juist waar Steiner voor waarschuwde bij somnambulen en bij visionaire helderziendheid. (48-55) Er wordt een mix gepresenteerd van zinnelijke en bovenzinnelijke feiten, waardoor er grote verwarring gesticht wordt. Met antroposofie echter heeft dat niets meer te maken, ook niet als er een antroposofisch sausje over gegoten wordt.

Intussen heeft auteur al heel wat reacties op zijn blog ontvangen, maar wat kan opvallen is, dat sommige sympathisanten van JvH zich niet kunnen of willen voorstellen, dat het detailverlies, wat ze zelf al toegeeft als het gaat om hoe het avondmaalshuis er uit gezien zou kunnen hebben, nog voor veel meer andere gebieden waarover ze schrijft ook zou kunnen gelden........

In de bekende verleidingsscènes in de 40 dagen na de doop, probeerden de tegenkrachten de Christus die zojuist in een mensenlichaam geïncarneerd was ( en ook in bepaalde mate gebonden was aan diens menselijke vermogens) te verleiden om gebruik te maken van zijn magische goddelijke krachten om daarmee fysieke wonderen te verrichten. Later aan het kruis daagden ze Hem nogmaals uit om zichzelf met goddelijke macht van het kruis te verlossen. Maar Christus zag af van magie en machtsvertoon.
Een goddelijke macht die ernst maakt met de menselijke vrijheid grijpt niet in met goddelijke almacht, maar houdt rekening met de liefde die de mens(heid) zich door vrijheid kan verwerven. Anders was het nooit mogelijk geweest dat een God aan het kruis was gestorven. De door de goden geschapen natuurwetten worden niet even terzijde gezet om wonderen op het fysieke vlak te bewerkstelligen.
De echte wonderen moeten plaats vinden op geestelijk niveau.

Heel veel is nog niet geschreven, wat al wel in het blog (42,43) aangeduid en genoemd is. Als er vanuit de lezers van Apocalyps vraag naar is, kan er een
derde artikel volgen waar datgene besproken wordt wat nu omwille van de lengte van de 2 artikelen nog weggelaten is.
De auteur durft te stellen: niet Helmut Zander maar Judith von Halle is de toetssteen of men de intenties van Rudolf Steiner de grondlegger van de antroposofie wel goed begrepen heeft.
Hoe JvH staat tegenover de etherische Christus bijv. zou het vermelden nog waard zijn en hoe ze Edith Marion probeert op te nemen in haar karmische relaties.. (104)

Kees Kromme

Met dank aan Anneke die op zich genomen heeft de Nederlandse taal van de auteur wat te fatsoeneren.





Verwijzingen en noten.

Als er onderstaand naar een boek van Rudolf Steiner verwezen wordt, gebeurt dat aldus:
GA177 14-10-1917, wat dan betekent: in de Gesamt Ausgabe van de Rudolf Steiner Verlag Dornach Schweiz, is dit nummer 177 en daaruit de voordracht van 14 oktober 1917.
Eventuele Nederlandse vertalingen zijn hier te vinden:

alle schuin geplaatste tekst in dit artikel is citaat, als in een citaat vette tekst of onderstreepte tekst staat, dan is dat door de auteur gedaan.

Oudere artikelen uit Apokalyps Nu!, van deze auteur waarnaar verwezen wordt, zijn ook op de volgende website (blog) te vinden: http://antropocalypse.blogspot.nl/

In deze twee artikelen staan een aanzienlijk aantal vertaalde citaten (Duits-Nederlands). Het is niet uit te sluiten dat deze citaten niet volledig uitdrukken wat in het Duitse origineel stond. Vandaar dat via onderstaande link deze oorspronklelijk citaten ook te lezen zijn:






04) beschreven in de voorwoorden van haar boeken
05) http://rudolfsteinerblog.wordpress.com/tag/judith-von-halle/ hier beschreven door Gudrun Deterding Gundersen
  1. Tijdreizen’ – een tegenbeeld van antroposofisch geestesonderzoek. http://home.kpn.nl/jansen-id8/tijdreizen.htm Nederlandse vertaling van Perun boeken, en Duitstalig: http://www.amazon.de/%C2%ABZeitreisen%C2%BB-anthroposophischer-Geistesforschung-Anthroposophischen-Gesellschaft/dp/3723515002
48) Steiners uitspraak over AKE en somnambulisme ; (GA 106 14-9-1908 Aegyptische Mythen und Mysterien, vragenbeantwoording archief) . Aangezien de vragen niet aansloten bij de lezing is deze quote niet bij betreffende voordracht afgedrukt, echter wel in het archief met vragenbeantwoordingen, daar is het voor iedereen toegankelijk en in te zien.
49) Das Mysterium der Auferstehung im Lichte der Anthroposophie van Sergej Prokofieff: http://www.amazon.com/Das-Mysterium-Auferstehung-Lichte-Anthroposophie/dp/3772519113
55) GA 254, 18-10-1915 , Het is hier niet de plaats om in te gaan op de door Steiner genoemde 8e sfeer. In een toekomstig artikel (over singulariteit) zal daar aandacht aan geschonken worden.
Noten deel 2
  1. GA 109/111 Das Prinzip der spirituellen Oekonomie
  2. GA 109 15. Februar 1909
  3. GA 13 wetenschap geheimen der ziel
  4. GA 131, Von Jesus zu Christus in deze voordrachten gaat Steiner uitgebreid in op het fantoom.
  5. GA 109, 11-03-1909 toen Thomas v. Aquino nog jong was en zijn zuster gedood werd door een blikseminslag maakte dat hem rijp om een astraal wezensdeel van Christus te ontvangen.
  6. GA 109, 28-03-1909
  7. GA 109, 07-03-1909
  8. GA 109, 31-03-1909 Judas, Augustinus, Leonardo da Vinci ; http://www.perseus.ch/wp-content/uploads/2012/02/Abendmahl.pdf , GA 139 - 16 September 1912
  9. GA 109, 31-3-1909
  10. GA 109, 31-3-1909 ???res 91
  11. GA 109, 6-4-1909
  12. Joh. 21,2 2 Er waren te zamen Simon Petrus, en Thomas, gezegd Didymus, en Nathanael, die van Kana in
Galilea was, en de [zonen] van Zebedeus, en twee anderen van Zijn discipelen.
  1. GA 137, 6-6-1912
  2. GA 13 der Weltentwickelung und der Mensch
  3. GA 97 , 15-2-1906
  4. GA 131, 11. Oktober 1911
  5. Christus loopt niet fysiek op water GA 139
  6. noot 20 , het daar 2e genoemde boek
  7. JvH- das Abendmahl nawoord: Hier verweert JvH zich o.a. ook tegen lezers die opgemerkt hebben dat ze in haar schouwingen wel heel erg veel lijkt op Anna Katharina Emmerich.. Wolfgang Garvelmann in zijn boek: Sie sehen Christus, in het hoofdstuk Nicht-Uebereinstimmendes was dat ook opgevallen. Het kost hem dan ook hartzeer om het toch eerlijk te vermelden.
  8. Over het mysterie van de drie Johannesfiguren. Johannes de Doper, Johannes de Evangelist, Johannes Zebedeüs Uitgeverij Cichorei, 2014. ISBN 978 94 91748 08 0 :http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2014/03/melding-rob-steinbuch-vertaling-boek.html De verwijzingen in het blog van de auteur verwijzen naar de duitse uitgave.
  9. Steiner heeft veel over dit thema gesproken o.a. : GA57, 14-11-1908, GA 264, GA 94, 31-10-1906, GA 238, GA 112, 1-7-1909, GA 94, 27-10-1906.
  10. In een volgend artikel zou aan de orde kunnen komen.: JvH's verhouding tot Edith Marion en hoe JvH omgaat met het thema -de etherische Christus-
  11. Het lijkt erop dat er enige dingen door elkaar gehaald worden door JvH. Het enige lichaam dat ooit in een oogwenk tot as vergaan is, is het lichaam van Jezus ten tijde dat deze d.m.v. een aardbeving in de aarde werd opgenomen. Dit lichaam was door de inwonende Christuskracht als het ware verbrand. Dat was bij Zebedeus geenszins het geval
  12. GA163, 29-8-1915 en in GA 143 dd 17-2-1912 spreekt Steiner er over dat terwille van een ontwikkeling van de mens die hem tot vrijheid kan voeren -God heeft de liefde behouden, gedeeld heeft Hij echter de macht en de wijsheid met Lucifer en Ahriman. De wijsheid heeft Hij gedeeld met Lucifer en met Ahriman de macht, opdat de mens vrij kan worden, opdat de mens onder de invloed van de wijsheid kan voortschrijden.
  13. noot 12 blz. 152

Johannes 20:12-22 engelen in witte klederen, Openbaring 3:4,5 , – Openbaring 19:14 , Mattheüs 28:3 , Handelingen 1:10 , Openbaring 6:11

  1. In het blog is uitvoerig stil gestaan bij dit zogenaamde doopeiland: http://antropocalypse.blogspot.nl/2013/11/judith-von-halle-behrend-2013.html scrollen naar Update 22-05-2013, hier zijn de overeenkomsten tussen AKE en JvH zeer frappant.
  2. GA 103, 30-5-1908 Het Johannes Evangelie.
  3. Dat neemt niet weg, dat mensen aanstoot aan Prokofieff konden nemen omdat hij in zijn boek (zie noot 20 boek 1), in de aanhang daarvan wel ingegaan is op Anna Katharina Emmerich, maar geen woord rept over Judith von Halle, terwijl het zeer duidelijk was (wegens de actualiteit en de betrekking tot antroposofie), dat hij haar wel in gedachten had bij het schrijven van die aanhang.
  4. GA 112, 30-6-1909 Der Johannes (der Täufer) tauchte noch die Menschen unter, da trat
der Ätherleib heraus, und der Mensch konnte hineinschauen in die geistige Welt.


113) Adriana Koulias, zie blog dd 4-4-2013, volgens noot 43
114) GA 131, 14-10-1911






terug naar inhoudsopgave

vrijdag 4 juli 2014

Judith von Halle Behrend, gestigmatiseerd? (deel 1)


Judith von Halle Behrend, gestigmatiseerd? (deel 1)


2004-2014

Het is al weer 10 jaar geleden dat er binnen antroposofische gelederen heftige consternatie ontstond. Een van origine joodse vrouw , Judith Behrend, (getrouwd von Halle, verderop afgekort met JvH) werkzaam bij een Berlijnse antroposofische instelling zou de stigmata ontvangen hebben.(01)
Ontdekker van dit "fenomeen" was Peter Tradowsky, die tot dat moment een niet onverdienstelijk spreker en schrijver over antroposofische esoterische thema's was.(02)
In een bericht van de zogenaamde
Urteils-Findungs-Kommission (03) wordt het als volgt beschreven:
JvH beschrijft: “”Peter Tradowsky was de eerste, die het [de stigmatisering] gezien”” en als zodanig herkend heeft. “”Ik had wat geschreven en hij zat recht tegenover mij en heeft toen iets op de rug van de hand gezien. Dat was aanvankelijk zo iets als een soort bloeduitstorting. Hij zei: dat lijkt op een stigma. Dat ontwikkelde zich dan gedurende de volgende twee weken op zo'n manier, dat men zeggen kon, hij heeft gelijk.”” JvH had aanvankelijk gedacht, dat ze door het werken met een papegaaienbektang aan de tegels van haar nieuwe badkamer in de binnenkant van de rechterhand een bloeduitstorting had gekregen. Maar, “”later”” kwam hetzelfde in de linker hand en dan op de rugzijde en aan de voeten enz.. En toen was het natuurlijk duidelijk, dat het dat wel niet kon zijn.””

Het gaat om een zogenaamde papegaaienbektang als boven afgebeeld. Volgens JvH zou ze zich hiermee ongemerkt aan de binnenkant van haar hand verwond kunnen hebben. Vervolgens ziet Peter Tradowsky als eerste aan de buitenkant van haar hand iets als een wond en interpreteert het direct als een stigma.

Kunt u zich voorstellen dat iemand die zegt van jongs af aan helderziend te zijn, die bovendien een gediplomeerde architecte is, zich “”onbewust “” zo'n wond aan binnenkant van de hand kon toebrengen met dergelijk gereedschap? In haar boeken is het juist het bewustzijn (en de verfijnde zintuiglijke waarneming, zelfs op grote afstand) waar ze zo'n grote aandacht aan schenkt. (04) Bovendien zij opgemerkt dat deze gedachte bij haar opkomt nadat aan de buitenkant van haar hand iets wordt waargenomen, terwijl de verwonding aan de binnenkant vermoed wordt door JvH zelf. Een klein wondje kan over het hoofd gezien worden, maar één die de hele hand doorboort? Elders wordt ook verteld dat de wonden zich van binnen naar buiten openbaren. (05) Hoe bewust is JvH? In het vervolg blijkt toch dat er aan het bezit van deze stigmata zo'n belang gehecht wordt, omdat dat de bron zou zijn van al haar schouwingen met betrekking tot het Christusgebeuren.

Hieraan moet nog worden toegevoegd dat er geen rapport bekend is van een objectieve arts dat aangeeft dat de stigmata daadwerkelijk op natuurlijke wijze zijn ontstaan (maar ook niet dat het tegendeel het geval is) en ook is er geen medisch rapport dat bevestigt dat JvH daadwerkelijk zonder voedsel zou kunnen leven (wederom ook niet het tegendeel). De aanname van stigmata en leven zonder voedsel stamt dus alleen van bronnen als Tradowsky en haarzelf en wordt door de volgelingen zondermeer voor waar aangenomen en verder verspreid. (06)

De
Urteils-Findungs-Kommission (01) uit wiens rapport boven geciteerd wordt was in het leven geroepen omdat men de behoefte had om een objectief oordeel te kunnen vormen over de controverse die n.a.v. dit stigmata- fenomeen was gaan ontstaan. (07)

Binnen katholieke samenhangen was het thema van de stigmata al langere tijd bekend. Therese Neumann ,Franciscus van Assisi, Anna Katharina Emmerich en meer recent Padre Pio zijn enkele namen uit een langere reeks die met het fenomeen in verband gebracht worden. (08) Maar het kan opvallen dat er vanuit katholiek standpunt geen echte (geesteswetenschappelijke) verklaringen voor het fenomeen te vinden zijn. De tendens is dan ook dat het louter in het kader van het geloof aan wonderen aanvaard wordt.

In de antroposofie zoals deze door Rudolf Steiner gebracht is, is er echter wel degelijk een verklaringskader van het fenomeen stigmata gegeven. Een beschrijving die echter niet appelleert aan een geloof in wonderen of geloven op autoriteit. Over de geesteswetenschappelijke achtergronden van het stigmata-fenomeen later meer in deze artikelen,
In de biografie over Anna Katharina Emmerich van de auteur (09) is e.e.a. geschreven over de plaats van stigmata, die nu hier in dit artikel verder buiten beschouwing worden gelaten. Dit artikel is al in 1999 gepubliceerd, dus nog ruim voordat de perikelen rond von Halle in 2004 in de openbaarheid kwamen.

Controverse.

Nu is de controverse binnen de antroposofische gelederen niet begonnen omdat een fenomeen dat zich voorheen bijna alleen binnen katholieke kringen voordeed, zich nu ook binnen antroposofische samenhangen manifesteerde. De eerste berichten daarover (11) werden dan ook slechts ter kennis genomen en de reacties waren die van terughouding en behoedzaamheid. (11)
De controverse is eigenlijk begonnen doordat zowel Peter Tradowsky als Judith von Halle zelf een verklaring begonnen te geven (12) van het fenomeen stigmata en zich daarbij bedienden van begrippen die ze aan de geesteswetenschap van Steiner zeiden te ontlenen. Op zich was ook dat nog geen probleem, maar er werd volgens sommige mensen geappelleerd aan het autoriteitsprincipe en er werd zeer selectief uit het werk van Steiner geciteerd. Dat wil zeggen dat belangrijke gegevens ook weggelaten werden Daarnaast werden er conclusies getrokken m.b.t. het opstandingslichaam van Christus
In de volgende citaten komt dit bijv. tot uiting: (10)
Sergej Prokofieff (10) schrijft : “” Wat volgens mijn opinie tot een reëel probleem leidt , is dat JvH op basis van haar stigmatisatie en haar visioenen een ongehoorde geestelijke autoriteit claimt. Zo heeft ze, kort nadat haar stigmatisatie heeft plaatsgevonden en haar “”tijdreizen”” aanvingen, in een circulaire van september 2004 aan de vertegenwoordigers van de werkcentra van de antroposofische vereniging in Duitsland, het bestuur van de antroposofische vereniging in Duitsland en het bestuur en het hogeschoolcollege aan het Goetheanum het volgende medegedeeld:
Kijkt u alstublieft niet naar mij als naar een mens, aan wie zich een schier onverklaarbaar wonder voordoet. Alstublieft kijkt u naar de geestelijke feiten, die aan dit fenomeen ten grondslag liggen. Elke beschrijving van deze gebeurtenissen moet niet mijn persoon op de voorgrond plaatsen. Aangezien deze gebeurtenissen zich aan mij voltrekken, zijn ze met mijn wezen verbonden. Maar het is toch steeds Christus zelf, die U op heel persoonlijke wijze – in liefde – aanspreekt, wanneer U zich met deze stigmatisatie-gebeurtenis uiteenzet, die binnen de antroposofische vereniging opgetreden is, als Hij door Zijn genade, door de besturing en steun aan uw karma, u zelf tot getuigen laat worden van Zijn doorgang door de aardewereld, van Zijn authenticiteit, van zijn alomtegenwoordigheid.””
En aan het boek van JvH Und waere Er nicht auferstanden (12) zijn de volgende passages ontleend met dezelfde strekking.
Bladzijde 35: Mijn grootste zorg is hierbij echter, dat men bij al deze beschrijvingen niet mijn persoon op de voorgrond stelt, maar het wezen, dat zich door de wondtekenen, door de fysieke transformatie openbaart.
Bladzijde 36; Er treedt weliswaar iets voor u op – en ik veroorloof me te zeggen, dat de geestelijke wereld een dergelijke, zichtbare demonstratie van zichzelf niet neerzet voor de afzonderlijke persoon , maar voor de omgeving van deze persoon,
bladzijde 37: en alstublieft gelooft u mij, als ik u zeg dat het Christus wezen U zeer persoonlijk aanspreekt . Ik wil me daarom steeds moeite geven om Zijn werken aan mij U als Zijn liefdesimpuls voor alle mensen aan het hart te leggen.
blz.57: Ziet u a.u.b. bij al deze uiteenzettingen niet mijn persoon op de voorgrond, maar het wezen, dat door de fenomenen heen werkt. Ziet u me a,u,b, als een soort “”studiemedium””. Ten aanzien van het Christus wezen moet echter beslist een heilige eerbied gelden.
Dit kan heel verschillend geïnterpreteerd worden en dat gebeurt dus ook! Er is een soort tweedeling opgetreden. Er zijn mensen die door deze Selbstzeugnis (zelfgetuigenis) aannemen dat Christus zelf Judith von Halle als eigentijds kanaal heeft uitgekozen en door haar heen spreekt en handelt. Niet alleen vanwege de stigmata, maar ook doordat ze, zoals ze beweert, zonder aards voedsel leeft sinds het ontvangen van de stigmata ( ze zou zelfs geen voedsel meer kunnen verdragen). Daarbij komt nog het feit dat ze zegt helderziende vermogens te hebben (sinds haar vroegste jeugd) en een grote kennis van antroposofische geschriften. Dit maakt het voor een groep mensen die je haar aanhangers zou kunnen noemen aannemelijk om geloof te hechten aan alles wat ze verder via voordrachten en talrijke boeken (13) openbaart. Immers, ze lijkt toch eigenlijk immens bescheiden te zijn door wat ze zegt. En als Christus door haar spreekt dan is er geen discussie meer mogelijk.
Hoe ze daarbij echter ook lijkt te leunen op de geschriften van Anna Katharina Emmerich (14), zal later in deze artikelen aan de orde komen.

Er zijn ook mensen die bovengenoemde zelf-getuigenis (Selbstzeugnis) op een heel andere wijze opvatten. Een belangrijke vertegenwoordiger van deze idee is Sergej Prokofieff Hij verwoordt het aldus in een artikel in het tijdschrift en ledenblad “”das Goetheanum”” (10) . In een recenter boekwerkje ( dat nu ook in Nederlandse vertaling beschikbaar is (16) wordt dit nog eens in context herhaald:
De laatste zin van deze zelf-getuigenis spreekt voor zich. Een dergelijke eis is voor mij het einde van de antroposofie. In de hele spirituele geschiedenis hebben geen heiligen,
gestigmatiseerden of pausen dergelijke pretenties gehad. De geciteerde woorden werden in een tweede circulaire, die JvH mee ondertekend heeft, door een volgende bewering nog versterkt: JvH is draagster van het fantoom van de opgestane Christus. Ook deze aanmatiging werkt op mij zodanig, dat daardoor elke vrije en onafhankelijke uiteenzetting over de inhouden van haar latere geschriften en voordrachten nauwelijks mogelijk is. Hierin ligt ook het antwoord op haar verdere kritiek. Vanzelfsprekend is onze antroposofische vereniging open en is er voor alle stromingen, die met Michael en zijn bovenzinnelijke school verbonden zijn – maar niet voor pretenties van deze aard. Want door deze komt een element de antroposofie binnen, die een sterke suggestieve werking uitoefent, de vrijheid van de mensen beperkt en daarom wezensvreemd aan de antroposofie is,
In deze 10 jaar sinds 2004 is er natuurlijk veel meer gebeurd. Met name zijn er van de hand van Judith von Halle nu veel meer boeken verschenen, (13) die het ook mogelijk maken om te toetsen of de claims van haar geesteswetenschappelijk onderzoek zich laten verenigen met de ideeën die Rudolf Steiner voor ogen stonden toen hij de antroposofie inaugureerde.
Meerdere schrijvers hebben zich inmiddels uiteengezet met de inhoud van de lezingen en boeken die Judith aan de openbaarheid heeft prijsgegeven. Genoemd kunnen worden: Mieke Mosmuller (17), Thomas Meyer (18), Richard Ramsbotham (19), Sergej Prokofieff (20), Holger Niederhausen (21), Adam Michaelis (22) , Junko Althaus (23) en recent
Adriana Koulias (113) als zijnde criticasters. Maar ook in het kamp der sympathisanten laat men zich niet onbetuigd: Wolfgang Garvelmann (24), Peter Tradowsky (25), Helmut Kiene (26), Robert Powell, (27) Stephan Geuljans (28), Rob Steinbuch (29) , Wolfgang Stadler (30), Michael Heinen Anders (31) , Michael Kiske (32) etc.
De laatsten niet zo zeer als auteurs van boeken, maar meer als schrijvers van lovende kritieken op het werk van JvH en meestal tegelijkertijd ook afbrekende kritiek op boeken van Mosmuller en Prokofieff, bijv. bij Amazon. (33)
Een grote groep mensen heeft zelfs een petitie tegen Prokofieff (34) ondertekend en deze overal openbaar gemaakt. Ze eisen daarin dat hij zijn boek met kritische beschouwingen (34) uit de handel neemt bijvoorbeeld:
Er is nog een mogelijkheid tot correctie: zich verontschuldigen bij mevrouw von Halle, distantieert U zich openlijk van het boek en vraag de uitgeverij het uit de handel te nemen.
Onder de ondertekenaars bevinden zich de namen van een aantal miljonairs, die ook o.a. geldschieters zijn van het werk van JvH (35), Sprekend over een tweedeling! (zie noot 15),

Intermezzo, persoonlijke noot auteur van dit artikel.

De schrijver van dit artikel heeft zich naast een studie van de antroposofie in de jaren 80-90 van de vorige eeuw en begin deze eeuw ook uitvoerig uiteengezet met de boeken van Anna Katharina Emmerich (verder afgekort met AKE). Hij werd zeer geroerd door het door de dichter Clemens von Brentano opgetekende relaas van deze gestigmatiseerde katholieke non. Een weerslag hiervan is in een artikel in het tijdschrift IJsselaarde in 1999 verschenen en ook op de website van de auteur, (36) Voor dit artikel over AKE zie noot (37).
Toen 2004 bekend werd dat er binnen antroposofische samenhangen een vrouw werkzaam zou zijn, bij wie de stigmata zouden zijn opgetreden (38) en die zonder aards voedsel zou kunnen leven en die op grond van die fenomenen en een al reeds bestaande helderziendheid in staat zou zijn vanuit een schouwend meebeleven van gebeurtenissen rond Christus in de jaren 30-33, daarvan belangrijke aspecten te kunnen onthullen, was de auteur daar in eerste instantie enthousiast over. Een eerste boek werd aangeschaft (12) en wat daar geschreven werd over de twee uitspraken van Christus aan het kruis, leek een bevestiging en uitbreiding van datgene wat Steiner daarover ook al gezegd had. (39)

Meer boeken volgden. Per email werd contact opgenomen en er werd e.e.a. uitgewisseld. Maar naarmate er meer boeken verschenen, kreeg de auteur steeds meer vragen, die dan ook aan Judith gesteld werden. De antwoorden werden echter steeds meer ontwijkend en er kwam steeds meer twijfel bij de auteur (enkele voorbeelden daarvan volgen later). De mailwisseling stopte door (een eerste) ziekte van JvH en enkele prangende vragen bleven dus gewoon "hangen".
Intussen had auteur ook de intentie laten varen om JvH uit te nodigen voor een aantal voordrachten in Nederland. (40)

Deze werden echter wel door anderen georganiseerd (40).
En auteur was aanwezig bij de eerste lezing van JvH in Nederland. (41) In de pauze tijdens deze lezing was er toen ook een ontmoeting en gesprek met JvH, die daarin aangaf op de hoogte te zijn van de eerdere mailwisseling met auteur van de afgelopen jaren. Ze sprak over diens “”moeilijke”” vragen! Ze gaf aan dat auteur nogmaals contact met haar kon opnemen, nu ze niet meer ziek was.

De auteur heeft dat toen nogmaals gedaan, heeft samengevat wat er in voorgaande mails was blijven liggen en reden was van een steeds meer groeiende twijfel bij de auteur. Maar JvH heeft deze gelegenheid om gerede twijfel weg te nemen niet benut, ze liet niets meer van zich horen.
Ondertussen verschenen er ook steeds weer nieuwe boeken van de hand van JvH en deze lezende kwamen er volgens auteur steeds meer discrepanties tussen de antroposofie van Rudolf Steiner en datgene wat JvH als antroposofie meende te willen presenteren te voorschijn.
Later meer hierover, maar de mededeling van Judith over de rol die Johannes Zebedeus gespeeld zou hebben in de opwekking van Lazarus door Christus, was de spreekwoordelijke druppel die de emmer van de ongeloofwaardigheid deed overlopen. Verdere bestudering van ook de reeds eerder gelezen geschriften, die eerst nog met een zekere tolerante onbevangenheid gelezen waren, brachten meer aan het licht ( zoals het plotseling opduiken van een doopeiland in de Jordaan, het vliegen van het grafdoek van Christus dwars door de rotsmassa's van het graf heen etc.), Toen Sergej Prokofieff later meer van deze merkwaardige feiten ook blootlegde (Zeitreisen) was er dan ook veel herkenning bij de auteur. (16 Nederlandse vertaling)

Over dit thema was auteur ook een uitwisseling begonnen met diverse mensen. Iets daarvan was ook bekend bij Rob Steinbuch, die zich al langer inzet om het werk van JvH te promoten en in het Nederlands te vertalen. (29)
Als aanloop tot een bijeenkomst in Driebergen, waar de auteur ook aanwezig was, vermeldde Rob in een uitnodigingsmail voor die bijeenkomst , dat er op de website van de auteur (42 en 43) e.e.a. aan (kritische) artikelen te vinden zou zijn. Dat was echter op dat moment geenszins het geval. Maar vanwege deze mededeling van Rob S. heeft auteur snel besloten alsnog een blog aangaande JvH te openen, met vooreerst daarop de artikelen die per mail al in omloop waren bij diverse mensen. Gemeld werd toen ook door auteur, dat de bedoeling was om t.z.t. met een heel artikel te komen. Nu is het dus zover, dat dat artikel geschreven is. Het heeft niet de pretentie om alle feiten te noemen die in het blog ook al geschreven zijn ( dat kunnen de lezers zelf nalezen (42-43)) ,maar uit het blog zoals ontstaan in 2012-2013 zal wel af en toe gerefereerd worden.
Deze artikelen (en het mogelijke vervolg) (104) willen dus meer een soort inleiding zijn voor mensen die tot op heden weinig van deze zaak gehoord hebben. Het hoopt bij te dragen aan een eigen kritische oordeelsvorming. Want behalve dat er al een hele schare JvH volgelingen is en een groep critici, zijn er ook veel mensen die bij wijze van spreken de "geit en de kool" willen sparen. Deze zeggen, dat ze geen keuze willen of kunnen maken tussen de geesteswetenschap die Rudolf Steiner representeerde en de geesteswetenschap die JvH zegt te presenteren waarvan ze ook zegt, dat deze identiek is en zelfs een uitbreiding van het door RS gegevene.

Op een Nederlandstalig forum (44) verzuchtte een redacteur van een voormalig tijdschrift (44)

JH: De tegenstellingen tussen die twee mensen, de tegenstellingen tussen het werk van Von Halle en Steiner zijn bijna niet uit te houden. Toch leef ik liever met die tegenstellingen, dan dat ik partij kies voor de een of de ander. (45)
De schrijver Jostein Saether (bekend van zijn boeken waarin hij zijn vele vorige incarnaties tot in atlantische tijden beschrijft) (46) is zo iemand, die aangeeft dat de geesteswetenschappelijke inzichten die hij in zijn leven verworven heeft niet toereikend zijn om te kunnen inschatten of de inzichten van JvH wel te combineren zijn met die van Rudolf Steiner (RS in vervolg). Onderstaand opschrift van een artikel spreekt dan ook boekdelen:


Auteur noemde dit de “”
kool en de geit sparen”” ook wel “”het moderne Pilatus syndroom””. Wat is waarheid?
Dit intermezzo om de positie van de auteur zelf even neer te zetten. Al aangegeven is, dat de auteur van aanvankelijk enthousiasme overgegaan is tot een kritische beschouwing en dat voortschrijdend inzicht nu een andere kijk op de zaak heeft mogelijk gemaakt

.Het stigmatabegrip in de antroposofie.

Heel uitvoerig kan hier niet op ingegaan worden in deze beperkte ruimte. Er zijn echter boeken en artikelen van diverse auteurs verschenen die al of niet eenzijdig aandacht hieraan besteden.
Er zijn diverse boeken van Sergej Prokofieff o.a.:
Das Mysterium der Auferstehung im Lichte der Anthroposophie, en die Erde wird zur Sonne, zum Mysterium der Auferstehung , daarnaast nog het boek Tijdreizen.(20) (nederlandse vertaling) met een zeer uitvoerige uiteenzetting m.b.t. het thema.
Peter Tradowsky :
Stigmatisation, Ein Schicksal als Erkenntnisfrage. (25)
Helmut Kiene:Phantomleib, Stigmatisation und Geistesforschung - Judith von Halle und die anthroposophische Christologie (26)

Rob Steinbuch heeft diverse circulaires doen rondgaan (29)
De 3 laatste auteurs voeren weliswaar ook diverse tekstgedeelten aan waar Steiner over stigmata spreekt, maar geven daar vervolgens in het kader van volgelingschap van JvH een heel eigen interpretatie aan.
Voor lezers die dit allemaal te veel leesstof vinden is ook reeds eerder opmerkzaam gemaakt op de blog in zake JvH van de auteur. (42) (43)

Terwille van het begrip van de zaak zal de auteur toch enkele thema's aan de orde moeten stellen zonder volledig te kunnen zijn en wel door diverse teksten uit het werk van Steiner te vertalen (in het weblog staan de citaten veelal nog in het Duits).


Somnambulisme en visionaire helderziendheid.


Steiner heeft niet zo erg veel over historisch gestigmatiseerde persoonlijkheden gesproken, maar wat hij wel gezegd heeft kan licht werpen op het fenomeen zoals dat zich heden aangediend heeft door datgene wat Tradowsky en von Halle pretenderen.

Er is een uitspraak van Steiner i.v.m. Anna Katharina Emmerich (AKE). In een vragenbeantwoording na een lezing (48) door de aanhangers van JvH wordt dat als een steen des aanstoots ervaren en er wordt zelfs ontkend dat Steiner dat gezegd zou kunnen hebben. Het heeft er zelfs toe geleid dat JvH meende dat AKE gerehabiliteerd zou moeten worden, omdat Prokofieff onderstaande uitspraak van Steiner heeft geciteerd. (49) JvH wijdt er een heel boek aan. (50) 
Steiner: Katharina Emmerich van Clemens Brentano? – Daarin zijn gezichten van een buitengewoon goede somnambule weergegeven.. Het zijn vooral die delen, die betrekking hebben op het spiegelzien, daarin is ongetwijfeld buitengewoon veel correct. (48)
Nu is bij dit citaat natuurlijk belangrijk wat Steiner nu eigenlijk verstaat onder somnambulisme en spiegelzien. Zeker als hij zegt dat AKE een buitengewoon goede somnambule was in zijn opinie. Daartoe de volgende citaten:
Datgene, wat een somnambule persoonlijkheid zien kan met uitschakeling van het heldere dagbewustzijn, is vaak hetzelfde, wat de helderziende met zijn volle dagbewustzijn ziet. Maar de somnambule daarentegen kan datgene , wat ze ziet, nooit controleren. Ze kan zelfs niet eens controleren, of datgene wat ze waarneemt, werkelijk waarheid is, zoals ze het waarneemt. (54)Het gevolg daarvan is, dat zulke wezens (somnambulen) eigenlijk minder rekening houden met hun fysieke lichaam, dan de normale burger rekening houdt met zijn fysieke lichaam. Door dit niet-vol-in bezitnemen van het fysieke lichaam beleven ze het geestelijke op de aarde, terwijl ze in de geestelijke wereld zelf het geestelijke niet voldoende beleefd hebben. (51)
Terwijl anders de mens in het normale leven slechts door zijn zintuigen met de wereld in verbinding staat, komt bij somnambulen en bij mediums de hele mens door zijn wilsmechanisme met de omgevende wereld in verbinding. Daardoor kunnen invloeden op afstand optreden, er kunnen ook ruimtelijke visioenen en visioenen uit ver verwijderde tijd tijd optreden enzovoorts. (52)
Was AKE een buitengewoon goede somnambule, van een andere visionair Emanuel Swedenborg zegt Steiner:
We hebben het bij Swedenborg te doen met een- op het pad, waarop hij zich eenmaal bevond- buitengewoon ontwikkelde en gevorderde helderziende. (53)
Dus Swedenborg neemt geestelijke objecten waar, die hem in de vorm van imaginaties gegeven worden, net zo alsof de geestelijke wereld niets anders zou zijn dan slechts een fijnere uitwerking van de fysieke wereld. Hij ziet de geestelijke wereld zo, zoals men in het normale leven de fysieke wereld ziet.(53)

Wat we herinneren, bedenken en combineren, treedt in somnambule toestand onmiddellijk op als een verschijning, welke word afgeleid van de uiterlijke natuur, van dat, wat buiten ons leeft. (54)
Het kenmerk van somnambules is toch dat hoewel ze op helderziende wijze veel kunnen waarnemen, daarin zelfs zeer precies kunnen zijn, ze toch niet het vermogen hebben om te beoordelen of dat wat ze schouwen wel echt waar is.(48)
Dit is een kenmerk van lichamelijk gebonden helderziendheid. Als Steiner over visionaire helderziendheid spreekt waarschuwt hij ook voor de resultaten van dergelijk schouwen, vooral ook als dit een helderziendheid is die niet door scholing verworven is, maar als atavistische rest uit vorige incarnaties is meegenomen.
Als steeds weer de tendens optreedt om de vrije wil te binden en te koppelen aan het gebied van de visionaire helderziendheid, dan is dat een teken dat in principe weerstand geboden werd aan het heldere streven binnen onze beweging, dit gebeurde vanuit de liefde tot het binden van de vrije wil aan het visionaire helderzien. Hoe blij zouden sommigen zijn, als ze deze vrije wil zouden kunnen stoppen! Dat werd daardoor inzichtelijk, hoeveel van die bewegingen, die ik gekenschetst heb, van buiten binnengebracht is in onze beweging. Niet door Blavatsky, en niet van buitenaf, maar door onze leden zelf werden steeds bressen geslagen in datgene, wat moest worden bereikt. En dat gebeurde en gebeurt, daardoor, dat men steeds weer bewondert, wat door visionaire helderzienden wordt gebracht! Dat men bewonderde , wat door visionaire helderzienden gebracht werd, dat was zo'n slaan van een bres, en dan was dat een uiting van perverse liefde voor de achtste sfeer. (55)
RS verder over visioenen:
Ook meester Eckhart laat er geen twijfel over bestaan dat hij het gezichtspunt verwerpt, dat binnen lichamelijk ruimtelijke structuren, in verschijningen, die men als zintuiglijk waarnemen kan, het geestelijke geschouwd kan worden (56)
-Neemt u het grofste geval: Iemand krijgt een visioen. I.p.v. nu kalm te blijven bij dit visioen en deze innerlijk te aanschouwen, past hij ze op de een of andere manier toe, terwijl ze slechts op de geestelijke wereld toe te passen is, past ze ook toe op de fysieke wereld en gedraagt zich ook daarnaar met zijn lichaam. Dat wil zeggen hij begint enthousiast te worden omdat het visioen zijn lichaam doordringt en versterkt, wat ze niet zou moeten doen. Daar heeft u het grofste geval. Het visioen moet blijven binnen het gebied waar het visioen leeft en dat doet ze niet als ze nu als atavistisch visioen niet verdragen wordt door het fysieke lichaam. Als het fysieke lichaam te zwak is om bestand te zijn tegen het visioen dan treedt zwakte op. Als het fysieke lichaam sterk genoeg is om er tegenin te gaan, dan wordt het visioen afgezwakt. Ze heeft dan niet het karakter waardoor men voorgelogen wordt, dat ze dan zoiets als een ding of gebeurtenis in de zintuiglijke wereld was; want dat liegt het visioen diegenen voor, die daardoor ziek wordt.(57)
Men ziet, dat het hallucineren, het visionaire ervaren net zo goed als de andere toestanden over het algemeen aan het fysieke lichaam en aan het etherlichaam van de mens gebonden is, dat ze dus slechts ervaringen kan vertegenwoordigen. (58)

Hiermee hangt samen, dat bij het optreden van visionaire helderziendheid bij de vrouw juist dan het grote gevaar voorhanden is , wanneer dit visionaire helderzien in de vorm van imaginaties optreedt, juist dan loert zeer makkelijk het gevaar, in de fout te vervallen (59)


Tegenwoordig moet de mens meer vrezen voor een te sterk optreden van een visionaire schouw bij het betreden van de geestelijke wereld, dan deze welkom te heten. Er kunnen, wanneer we onze oefeningen beginnen met het doel om op te stijgen in de hogere werelden, visionaire verschijningen, visionaire feiten op de mensen inwerken. En er is maar één mogelijkheid in de tegenwoordige tijd om tegenover de visionaire wereld de fout te vermijden. De enige mogelijkheid is de noodzaak, van zijn visioen te zeggen, dat men door deze visioenen aanvankelijk niets anders dan zich zelf erkent. Wanneer een hele visionaire wereld om ons heen optreedt, zo hoeft deze niets anders te zijn dan een spiegeling van ons eigen wezen. Onze eigenschappen, onze eigen rijpheid, alles wat we denken en voelen, metamorfoseert zich in de visionaire wereld in feiten, die er voor ons uitzien als een objectieve wereld. Wanneer we bijvoorbeeld geloven, in de astrale wereld wezens of gebeurtenissen te zien, die ons volledig objectief verschijnen, dan hoeft dat niets anders te zijn als een spiegeling, zeg maar bijvoorbeeld van een van onze deugden of ondeugden of ook slechts van onze hoofdpijn. Diegene, die werkelijk wil opstijgen tot de initiatie, moet juist nu daartoe komen, dat, wat hem in de visionaire wereld tegemoetkomt, denkend te begrijpen, denkend te doordringen. De te initiëren persoon zal daarom niet eerder rusten, dan dat hij datgene, wat hem uit de visionaire wereld tegemoet treedt, net zo begrepen heeft, zoals hij beghrijpt wat hem in de fysieke wereld tegemoetkomt. (60)

Hiermee is geduid op het zogenaamde spiegelzien.

De mogelijkheid treedt in een bepaalde fase op om visioenen te hebben, gestalten voor zich te zien, die over het algemeen iets nieuws zijn tegenover datgene, wat men anders door de levenservaring heeft leren kennen. Dat kan optreden. Wanneer men echter de voorstelling zou hebben, dat dit reeds de dingen zouden zijn van de hogere werelden, dan zou men zich aan een grote illusie overgeven. Deze dingen tonen zich niet zo, zoals ze zich tonen aan het normale bewustzijn dat dingen van het innerlijke leven waarneemt. Wanneer men in de diepten, die wij de verborgen zielendiepten noemen, afdaalt, dan kan men alleen maar in zichzelf zijn, en toch kan dat, wat iemand daar tegemoetkomt, zich zo tonen, alsof het van buiten ons kwam. (61)


Beoordelings- criteria, gezond mensenverstand.

We komen nog wel eens de mening tegen: “we kunnen toch zonder zelf helderziend te zijn niet beoordelen of het klopt wat Judith ons te vertellen heeft, ze is toch veel hoger ontwikkeld dan wij?
In de volgende citaten van Steiner wordt aangegeven dat dat geenszins het geval hoeft te zijn. Hij spreekt dan over het ontwikkelde gezonde mensenverstand:
De geesteswetenschappelijke onderzoeker...kan zo spreken, dat de mens vanuit zijn gezonde mensenverstand de manier en wijze kan vervolgen, hoe hij zijn gedachtegang opbouwt, die hij dan opbouwt vanuit de geestelijke aanschouwing, waarvan men kan zeggen, dat ze dezelfde innerlijke logica heeft, die we leren aan de uiterlijke zinnelijke werkelijkheid. Daarom kan het gezonde mensenverstand..beoordelen of de geesteswetenschappelijke onderzoeker onzin spreekt of dat de geesteswetenschappelijke onderzoeker door de manier en wijze, hoe hij spreekt, laat blijken dat voor hem de geestelijke wereld werkelijk open is, zo dat hij daarin kan schouwen. (62)
Het gezonde mensenverstand, dat niet misleid is door foutief natuurlijke of sociale ideeën van heden, die kan van zich uit onderscheiden, of er waarheidszin heerst in dat, wat iemand spreekt. Iemand spreekt van geestelijke werelden: men moet alleen alles samenvatten, de ernst waarmee gesproken wordt, de ernst, hoe de dingen opgevat worden, de logica die ontvouwd wordt enzovoorts, dan zal men zich een oordeel daarover kunnen vormen, of datgene wat als boodschap van de geestelijke wereld gebracht wordt, charlatanerie is, of dat het gegrond is. Dit kan iedereen onderscheiden. (63)
Heden kan het immers zo gebeuren, dat de mens zegt: ach wat, gezond mensenverstand! – Die moet je echter minstens inspannen, wanneer je de geestelijke wereld veroveren wil. Van deze inspanning houden de mensen niet, ze houden er meer van op basis van autoriteitsgeloof het een en ander aan te nemen. Van gezond mensenverstand houden de mensen werkelijk veel minder dan ze geloven, en daarom zouden ze het liefst dit gebruik van het gezonde mensenverstand vermijden en zouden liever, wat hun makkelijker lijkt, terwijl misschien ook het oordeel onbewust geveld wordt, door allerlei tobberij die ze dan meditatie noemen en dergelijke, direct in de geestelijke wereld binnendringen. (64)
We moeten in staat zijn , weliswaar de autoriteit te laten gelden, maar de autoriteit kunnen beoordelen. Dat leren we.. daardoor, dat wij ons vanuit iets, wat volledig ons verstand, onze oordeelskracht vormen kan, de mogelijkheid van een oordeel verwerven....De afwijking van de andere wetenschappelijke manier van begripsvorming, van het vormen van voorstellingen, die noodzakelijk is voor de geesteswetenschap, die stelt ons niet in staat een autoriteit op dit of dat gebied te worden....We kunnen niet datgene weten, wat de autoriteit kan weten, maar wanneer de autoriteit iets weet en in een enkel geval dit of dat doet, zullen we in staat zijn het te beoordelen. Dit moeten we in het bijzonder benadrukken als iets, wat door de geesteswetenschap moet worden gebracht, dat ze niet alleen de mensen beleert, maar de mensen wat dit betreft oordeelkundig maakt, hen juist de mogelijkheid van de gedachtevrijheid geeft, de onafhankelijkheid juist in hen bevordert.(65)
En alleen omdat de mens de gewoonte heeft, met zijn begrippen alleen aan de gewone zintuiglijke dingen aan te knopen, daarom gelooft hij, dat hem de gewone oordeelskracht ontglipt, als hem de bovenzinnelijke feiten worden voorgehouden. Wie echter zijn denkvermogens ontwikkelt, die kan dit zo omvormen, dat dat begrepen kan worden, wat door de geestelijk onderzoeker aan het licht gebracht wordt.(66)
De basisvoorwaarde van het esoterische leven is waarachtigheid, toewijding en uithoudingsvermogen .Daarom moeten wij “waarachtig” zijn in elk ogenblik van ons leven. En daarbij hoort ook, dat we niet de waarheid onderdrukken, omdat we er niets tegen inbrengen, als een persoonlijkheid een fout begaat, alleen omdat het juist deze persoon is. Ten aanzien van iets, wat we als vergissing herkennen kunnen, herkennen moeten, mogen we niet zwijgen. (67)
...moeten we als hoogste, heiligste bezit, dat we hebben, steeds de waarheid koesteren, nooit concessies doen die tegen de waarheid in gaan, want aan onwaarheid mag zich een beoefenaar van de esoterie nooit bezondigen. Het is verschrikkelijk en zwaarwegend, wanneer een esoterisch strevende de waarheid omwille van de broederlijkheid verdraait, als hij, om een mens niet te kwetsen, de waarheid ook maar in de kleinste mate vertroebelt, want hij beschadigt ook de betreffende mens daarmee. Als we al de daden van een mens moeten veroordelen, de mensen zelf moeten we niet bekritiseren,maar hen liefhebben. (68)
En omdat men op het ogenblik dat men van de zintuiglijke wereld afziet, en men ook van het verstand, dat aan de hersenen gebonden is, afziet, deze imaginatieve wereld als iets werkelijks voor zich heeft, onverschillig, of deze iets reëels uitdrukt of dat deze slechts een spiegelbeeld van het eigen wezen is van diegene, die deze heeft, zo zal, wie zich niet juist door oprechtheid voorbereid heeft, ook een “”imaginatieve wereld”” voor zich hebben, omdat ze hem voorspiegelt een realiteit te zijn en dan toch slechts het spiegelbeeld van de eigen ziel, zijn eigen innerlijk is. (69)
Iedereen kan dat, wat geesteswetenschap te bieden heeft, werkelijk verstaan en begrijpen. Diegenen die zeggen ,dat men moet geloven, men niet kan begrijpen, wat in de geesteswetenschap gegeven wordt, die spreken, zonder te weten, hoe de dingen werkelijk zijn. Als ons in onze tijd mensen tegemoet treden, die niet het pad van het geestelijk denkende verstand doorlopen hebben, maar die als vanzelf opkomend bepaalde psychische, zielevermogens tonen, dan moeten we ons niet laten verwarren door zulke feiten. Begrijpen we de hele missie van de geesteswetenschap, dan weten we, dat de zielen, die heden denken, daarom denken kunnen, omdat de helderziendheid van de vroegere tijden teruggedrongen is, Als zulke mensen optreden, die vanzelf het helderzien hebben, die het niet verworven hebben, dan zullen we in hen mensen zien, die op een vroeger stadium terug gebleven zijn, en die heden in zo'n vereniging eerder met liefde en zorg omringd moeten worden, dan dat men ze als bijzonder volkomen moet aanzien. Verkeerd is het oordeel, dat iemand zou hebben die zeggen zou: Daar is iemand waar de helderziende krachten opdoemen , dat is een bijzonder rijpe ziel, die heeft bijzonder hoge incarnaties doorgemaakt. -zo'n mens, die als door natuurkrachten helderziende krachten heeft, die heeft veel minder doorgemaakt dan degene, die heden een denker is...(70a)
.dat onze vereniging de verzorgplaats kon zijn ook voor nog helderziend werkende psychische krachten, dat het lid juist daar het werkveld kon vinden, waar het direct kon werken als een profeet......(70b)
.............omdat onze vereniging juist in het tegendeel van dat zou veranderen, wat ze moet zijn, als we niet met alle zorgvuldigheid steeds zouden wijzen op dit psychisme dat zich niet doordringen wil met ware geestkracht, die toch de ware kracht van Christus is. Niet het psychische, maar de Christus in mij moet werken, (70c)
Het loont de moeite om de genoemde citaten in de hele context te lezen. (70abc)
Rehabilitatie van Anna Katharina Emmerich?

In feite is alles wat boven gezegd is alleen betrokken op AKE. Het is over haar somnambule eigenschappen dat Steiner opmerkingen maakte. In Steiners verdere oeuvre is echter nog veel meer over somnambulisme en visionaire helderziendheid te vinden zoals boven al menigmaal geciteerd is.

Voor een kenner van de werken van AKE was het al meteen duidelijk dat JvH voor haar boeken putte uit meerdere bronnen: uit het werk van AKE , uit het werk van Steiner en volgens haar eigen zeggen uit haar eigen bovenzinnelijk onderzoek. De onderzoeksmethode die ze volgens eigen zeggen niet verworven had door scholing in dit leven maar dat haar toekwam vanuit vorige levens. (71)


JvH schrijft in de inleiding van haar boeken:
De bovengeschilderde wijze van waarnemen is als gevolg van eerdere levens al in vroegere jaren aanwezig geweest, zonder dat in deze incarnatie de moeizame weg van een kluizenaar met allerlei pijnigingen en onthoudingen aan mijn spirituele mededelingen voorafgegaan zijn. (71)
Het moge duidelijk zijn wat JvH hier beschrijft weinig overeenkomst vertoont met de door Steiner geschilderde christelijke en rozenkruisers scholingsweg. (72)
Een van de zeven stadia van die scholingsweg is de bloedproef:

Dan treedt op, wat men de bloedproef noemt. Wat in vele gewone gevallen een ziekelijke toestand is, is nu een gevolg van de meditatie en niets ziekelijks, omdat ze door meditatie verkregen is. Aan de voeten, handen en rechterzijde van de borst vertonen zich nu stigmata; als innerlijk symptoom verschijnt een astraal visioen van de “kruisiging”. (110)

De stigmata die niet ziekelijk zijn treden dus op als gevolg van intensieve meditatieoefeningen (in dit geval de 4e fase van de christelijke scholingsweg) en zijn slechts tijdelijk want ze verdwijnen weer bij de nog hogere 5e fase, de mystieke dood.
Het zal duidelijk zijn dat stigmata die onbewust ontstaan (en dan aanwezig blijven) en waarvan zelfs de bezitster eerst dacht dat het een zelf toe-gebrachte verwonding met een papegaaienbektang was, iets totaal anders is. Er is dan niet sprake van een in vrijheid zich scholende mens, het overkomt zo iemand en als dan het voedsel tot zich nemen als gif ervaren wordt, dan kun je je afvragen wat Steiner met ziekelijk bedoelde.(3)
Bij Anna Katharina Emmerich (AKE) treden de stigmata voor het eerst heel anders op, ook niet als gevolg van meditatie:

In 1798 als ze 24 jaar oud is heeft ze een cruciale ervaring. Terwijl ze in een kerk voor een kruis in gebed is, "ziet" ze vanuit het tabernakel Christus als een lichtende jongeling voor haar verschijnen. In Zíjn linkerhand een bloemenkrans en in Zijn rechterhand een doornenkroon .Ze krijgt de keus en kiest uiteindelijk voor de doornenkroon. Als ze weer tot zich komt heeft ze hevige pijn rondom haar hoofd. Bloedvlekken aan haar hoofd die later beginnen op te treden moet ze maskeren door het dragen van een hoofdband (9),

Vreemd genoeg dat in het hele boek dat JvH aan de rehabilitatie van AKE wijdt dit niet wordt genoemd.(50)
in het eerder genoemde Abschlussbericht staat (73):
Vanaf haar kindertijd heeft Judith von Halle het vermogen met bewustzijn in beide werelden te leven, in de wereld van het gewone dagbewustzijn, als ook in de wereld, die Rudolf Steiner als de geestelijke wereld beschrijft(73)
Dit wetend kan men zich afvragen waarom Judith er tijdens haar opleiding zelf bewust voor koos om de door Jezuïeten geleide Canisius College te bezoeken, (74)

Toen Prokofieff Steiners uitspraak over somnambulisme citeerde (49) had JvH dat ook geheel naast zich neer kunnen leggen. (111) Immers AKE was een katholieke non, leefde 2 eeuwen geleden (nog in het duistere tijdperk=kali yuga) waar bepaalde geestelijke waarnemingen nog niet mogelijk waren (75) en had niets uitstaande met de antroposofie zoals we deze nu door Steiner kennen. Steiner refereerde wel aan Novalis als een voorloper van de antroposofie.
(76), maar duidelijk niet aan AKE.

In haar (JvH) reactie echter was te merken dat ze zich zeer vereenzelvigde met die andere gestigmatiseerde vrouw (AKE) van wie juist zoveel gedetailleerde uitspraken opgetekend zijn door de dichter Clemens Brentano (14). Er verscheen dus een heel boek waarin niet alleen Prokofieff verketterd wordt, maar ook een rehabilitatieproces ondernomen wordt om AKE te bevrijden van het predicaat somnambule, welke beschrijving dus uiteindelijk van Steiner zelf stamde! (48), Daarnaast wordt in het boek gepoogd verbanden aan te tonen tussen Steiner, Edith Marion en een occulte orde met de naam Golden Dawn. (77)
Dat deze uitspraak van Steiner over AKE als somnambule zelf zou stammen wordt door JvH eigenlijk ook sterk in twijfel getrokken en er wordt het oordeel van een toenmalige arts bijgehaald die beweert dat AKE niet somnambule geweest zou zijn. De tekst op de flap van haar boek over AKE geeft het volgende weer:(50)

Uit deze getuigenissen valt te begrijpen waarom haar arts Dr. F.W. Wesener over Anna Katharina Emmerich zei: “”[haar] innerlijke visioenen hebben met het somnambulisme en de magische helderziendheid niets gemeen”” en waarom de onbewezen en niet te bewijzen beweringen van de auteur Sergej O.Prokofieff een tragisch discrimineren en zwartmaken van zowel de antroposofische onderzoeksmethode als ook van deze grote individualiteit betekenen, kan in het onderhavige boek alleen al door de weergave van de voor zichzelf sprekende originele getuigenis hun dringend noodzakelijke rehabilitatie hebben. (50)
Zonder verder in te gaan op wat ze bedoelt met “”antroposofische onderzoeksmethode “” blijkt ook hoe ver JvH daarin gaat bijvoorbeeld uit de volgende karakterisering van AKE.

Judith von Halle: Zij was ongetwijfeld een ingewijde van hoge rang” (50 blz. 286)

Het lijkt erop dat JvH het verschil niet kent tussen helderzienden en ingewijden. (78)
Vanwaar die behoefte te rehabiliteren, wat in het geheel geen rehabilitatie behoeft? Het lijkt erop dat JvH zich vereenzelvigt met deze vrouw (naar eigen zeggen ingewijde met hoge rang) en haar visioenen. In feite is de hele rehabilitatie bedoeld als zelfverdediging en rechtvaardiging van haar eigen wijze van schouwen.
JvH ziet zichzelf niet als een reïncarnatie van AKE. Wel koketteert ze in verschillende van haar boeken met de idee dat ze in een vorige incarnatie Edith Marion geweest zou zijn, een naaste medewerkster van Steiner bij de schepping van de houten mensheidsrepresentant. In dit artikel ontbreekt de ruimte om hier nader op in te gaan, maar wellicht verschijnt er nog eens een tweede artikel.
(104) In het eerder genoemde blog is echter e.e.a. wel terug te vinden (42,43). In haar boeken die de houtsculptuur betreffen (13) zijn de talloze verwijzingen naar deze samenhang duidelijk te ontdekken.
Eén citaat verdient het echter om nu al genoemd te worden:
Rudolf Steiner die vanaf het geestelijke plan de gebeurtenis van het Christus Mysterie mee vervolgd had en zo met veelomvattend geestelijk overzicht daarmee verbonden was, combineerde zijn kennisonderzoek met de ambachtelijke vaardigheden van een individualiteit, die tijdens het Mysterie van Golgotha geïncarneerd was en daardoor fysiek in staat was , in de groep (beeld mensheidsrepresentant-aut.) met handen om te zetten wat haar ziel destijds gegrepen had door de zintuiglijke aanblik van de Verlosser (70).
Dit inzicht is niet bij Steiner te vinden, maar is resultaat van het bovenzinnelijk schouwen dat JvH zelf zegt te beoefenen.

Het lijkt wel of er een geestelijk alibi gefabriceerd wordt, enerzijds een fysieke Christusschouw en karmische nabijheid als tijdgenoot en ten tweede een verbinding met Rudolf Steiner. Waarbij deze laatste slechts een bovenzinnelijke schouw van de Christus zou hebben gehad, maar Edith Marion (EM) volgens JvH een tijdgetuige was. Ideaal natuurlijk om dit als vorige incarnaties op te kunnen voeren. De verschillende volgelingen schromen dan ook niet om in boekrecensies JvH neer te zetten als de reïncarnatie van EM. (80)

Het komt er dus op neer dat door JvH en haar schare volgelingen in alle toonaarden ontkend wordt, dat AKE en JvH op de een of andere manier ook maar iets met somnambulisme te maken zou hebben. Zoals gezegd er wordt zelfs gesuggereerd dat Steiner de uitspraak over AKE nooit gedaan zou hebben en dat het hem in de mond gelegd zou zijn door kwaadwillenden. (50)


-stel het geval, dat het bij de niet gepubliceerde, ongeverifieerde notitie daadwerkelijk om een uitspraak van Rudolf Steiner gaat – waartoe juist deze groep van somnambulen behoort, waarop de van Sergej Prokofieff geciteerde definitiegaat niet van toepassing is. (81)

Relevantie.

Het klink nu misschien vreemd na alles wat voorheen over somnambulisme geschreven is m.b.t. AKE , maar het is eigenlijk helemaal niet relevant i.v.m. JvH, behalve dus het gewicht wat ze er zelf aan toekent. Zoals het spreekwoord luidt:
wie de schoen past trekke hem aan.
In het hele werk wat Steiner ons nagelaten heeft, heeft hij ons voldoende handvatten gegeven om zelf een oordeel te kunnen vormen over zijn geesteswetenschap en of andere mensen die zeggen geesteswetenschap te bedrijven daarmee in overeenstemming handelen of niet. Ondertussen zijn er genoeg boeken van JvH verschenen, zodat er rijkelijk studiemateriaal is om dat werk te kunnen verrichten. Diverse citaten als boven geciteerd laten dat al zien. Toen Steiner destijds over Swedenborg sprak (maar heden dus nog steeds zeer actueel) zei hij o.a.:

Zeker, daarmee beschrijft Swedenborg de wereld van de imaginaties op een heel passende wijze; maar beoordelen kan hij ze niet, omdat hij over de hele geestelijke wereld eenmaal de sluier van zijn gewoontes van de fysieke wereld werpt. En zo komt het, dat alle wezens van de geestelijke wereld hem alleen dat tonen, wat ze ook kleden kunnen en willen in de vorm van imaginaties, die men meebrengt van de standpunten van de fysieke wereld. Dat betekent, Swedenborg ziet slechts zo veel van de geestelijke wereld, als deze voor hem in zijn door de gewoontes van de fysieke wereld ziekelijke imaginaties gekleed zijn. Zeker ziet hij daarin intelligente ,belangrijke geestelijke wezens, maar echter steeds in het kleed, dat hun niet eigen is, maar hen omgeworpen wordt door hem zelf. (82)
Zo zien we juist aan een zo belangrijke persoonlijkheid als Swedenborg, dat het opstijgen in de geestelijke werelden zonder ervan doordrongen te zijn werkelijk het fysieke-plan-bewustzijn verlaten te hebben, tot illusies voert. Men krijgt slechts een illusionaire wereld. En u kunt nu, mijn lieve vrienden, de hele bestaande literatuur van zieners doornemen en hun beschrijvingen van de geestelijke wereld lezen, dan zult u meestal louter zulke illusies lezen. Men mag zich niet laten misleiden door deze illusies; want zich laten misleiden door de illusies op de drempel naar de geestelijke wereld is veel erger, als zich te laten misleiden door de misleidingen van de fysieke wereld. (82)
De mogelijkheid om zich te vergissen in het schouwen van geestelijke dingen en deze te vermengen met aardse realiteit is dus heel groot! Zelfs bij een zo grote visionair als Swedenborg. (82).

In een tweede artikel zal de auteur ingaan op de thema's:
spirituele economie
opstandingslichaam
onfeilbaarheid?
detailverlies
opwekking Lazarus en de rol van Johannes Zebedeus
voorlopig slot.


Verwijzingen en noten.

Als er onderstaand naar een boek van Rudolf Steiner verwezen wordt, gebeurt dat aldus:
GA177 14-10-1917, wat dan betekent: in de Gesamt Ausgabe van de Rudolf Steiner Verlag Dornach Schweiz, is dit nummer 177 en daaruit de voordracht van 14 oktober 1917.
Eventuele Nederlandse vertalingen zijn hier te vinden:

alle schuin geplaatste tekst in dit artikel is citaat, als in een citaat vette tekst of onderstreepte tekst staat, dan is dat door de auteur gedaan.

Oudere artikelen uit Apokalyps Nu!, van deze auteur waarnaar verwezen wordt, zijn ook op de volgende website (blog) te vinden: http://antropocalypse.blogspot.nl/

In deze twee artikelen staan een aanzienlijk aantal vertaalde citaten (Duits-Nederlands). Het is niet uit te sluiten dat deze citaten niet volledig uitdrukken wat in het Duitse origineel stond. Vandaar dat via onderstaande link deze oorspronklelijk citaten ook te lezen zijn:


  1. Offizieller Abschlußbericht der Urteils-Findungs-Kommission : http://www.tiny-mundo.de/static/pdf/abschlussbericht.pdf blz.23, 24 etc. Berlijn: http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2006/05/offizieller-abschlubericht-der-urteils.html ,
  2. Auteur Peter Tradowsky overzicht boeken.: http://www.denieuweboekerij.nl/catalogsearch/advanced/result/?author%5B%5D=4953
  3. noot 01 blz.25
  1. beschreven in de voorwoorden van haar boeken
  2. http://rudolfsteinerblog.wordpress.com/tag/judith-von-halle/ hier beschreven door Gudrun Deterding Gundersen
  3. op de website van John Wervenbos is e.e.a. inzake het voedingspatroon van JvH aan de orde gesteld: http://johnwervenbos.blogspot.nl/2011/03/vermeende-inwijding-judith-von-halle.html http://johnwervenbos.blogspot.nl/2011/03/sign-of-times-judith-von-halle-for.htmlhttp://johnwervenbos.blogspot.nl/2011/03/aftermath-slotwoord-na-drieluik-over.html
  4. noot 01 blz. 1 e.v.
  5. gestigmatiseerden katholieke kerk ; http://www.heiligen.net/wb/stigmata.php
  6. biografie auteur AKE : http://antropocalypse.blogspot.nl/1999/01/anna-katharina-emmerich.html
  7. das Goetheanum nr. 6 2009
  8. noot 1 blz. 34 „Die vorsichtige und behutsame Art[,] wie Sie versuchen umzugehen mit dem, wovon Sie berichten, scheint uns allen richtig und angemessen in dieser Situation zu sein. Denn vor allem Frau von Halle braucht eine schützende Hülle, die sie vor jeglicher Art sensationslustiger Menschen bewahren kann. [...] P.S. Es kann sein, dass noch jemand vom Vorstand oder Hochschulkollegium Sie [PT] oder Frau von Halle persönlich anschreiben wird.“
  9. Er zijn mensen die het genoemde conflict willen reduceren tot slechts een polemiek (controverse) tussen JvH aanhangers en veronderstelde Prokofieff aanhangers. Maar dan ontgaat ze de essentie namelijk dat het juist gaat om een goede interpretatie van de geesteswetenschap zoals deze door Rudolf Steiner bedoeld was.
  10. Tijdreizen’ – een tegenbeeld van antroposofisch geestesonderzoek. http://home.kpn.nl/jansen-id8/tijdreizen.htm Nederlandse vertaling van Perun boeken, en Duitstalig: http://www.amazon.de/%C2%ABZeitreisen%C2%BB-anthroposophischer-Geistesforschung-Anthroposophischen-Gesellschaft/dp/3723515002
  11. Holger Niederhausen, diverse artikelen: http://www.holger-niederhausen.de/index.php?id=507#c584 .
  12. Adam Michaelis (pseudoniem): een hele serie (16 st.) artikelen (engels) te beginnen met: http://www.adammichaelis.minisite.dk/1--Prokofieff-versus-von-Halle
  13. Wolfgang Garvelmann: Sie sehen Christus: Erlebnisberichte von der Passion und der Auferstehung Christi , http://www.amazon.de/sehen-christus-wolfgang-garvelmann/s?ie=UTF8&page=1&rh=i:aps,k:Sie+sehen+Christus+Wolfgang+Garvelmann
  14. Peter Tradowsky: Stigmatisation: Ein Schicksal als Erkenntnisfrage , http://www.amazon.de/Stigmatisation-Ein-Schicksal-als-Erkenntnisfrage/dp/3037690100
  15. Robert Powell: http://www.amazon.de/Christus-Mayakalender-2012-Erscheinen-Antichrist/dp/395235211X hoofdstuk Die frohe Botschaft- daarin zegt hij o.a.: Bei einer persoenlichen Begegnung konnte ich das wunder erleben, das sie der Welt zeigt: die Uieberwindung der dritten Versuchung, die mit Christi Worten ausgedrueckt ist: “”Der Mensch lebt nicht vom Brot allein....” Verder verknoopt Powell e.e.a. wat van Valentin Tomberg stamt met JvH.
  16. Rob Steinbuch diverse artikelen: http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2011/02/stigmata-in-het-licht-van-de.html , http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2012/08/stigmata-ter-discussie-art-van-rob.html , http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2012/10/stigmata-in-discussie-verslag-van-de.html , http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2013/09/ter-verduidelijking-artikel-rob.html , http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2014/03/info-steinbuch-nieuw-vertaald-boek-jvh.html , http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2014/03/mededeling-rob-steinbuch-inzake-steiner.html , http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2014/03/mededeling-robssteinbuch-inzake.html , http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2014/03/melding-rob-steinbuch-vertaling-boek.html , deze serie zal wel nog niet compleet zijn maar de laatste ontwikkelingen zijn hier te vinden: http://antropocalypse.blogspot.nl/2013/11/judith-von-halle-behrend-2013.html
  17. Michael Heinen Anders (MHA), diverse recensies http://www.amazon.de/review/R2X5OK1Z7DOH3I/ref=cm_cr_dp_title?ie=UTF8&ASIN=3723515002&channel=detail-glance&nodeID=299956&store=books , MHA is ook een schrijver die veel artikelen plaatst op antrowiki, het kan opvallen dat hij zijn grote sympathieën voor zowel JvH als Herman Keimeyer als Willy Seiss verwerkt in teksten die eigenlijk van Steiner zijn.
  18. Wolfgang Gutberlet (Tegut), Götz Rehn (Alnatura) and Goetz Werner (DM) , http://southerncrossreview.org/86/judith-von-halle.html
  19. zie noot 9
  20. noot nr. 1 blz. 24
  21. blz. 83 van genoemd boek (noot 12 duitse uitgave) Steiner: GA 148 over de betekenis het woord sabachtani en schewachtani in het aramees.
  22. Eerste contacten waren gelegd met Clemens van Bemmelen
  23. 24/25-4-2010 http://antroposofieindepers.blogspot.nl/2010/04/niveau.html , JvH in Nederland, of er nog een tweede lezing is geweest op een later tijdstip weet de auteur niet meer, want soms gingen geplande evenementen door haar (frequent optredende) ziektes niet door
  24. aardespiegel en aardespiegelforum : http://www.aardespiegel.nl/ als tijdschrift en http://www.aardespiegelforum.nl/ als forum
  25. Pilatus syndroom : http://gamamila.blogspot.nl/2013/06/ich-entscheide-mich-sowohl-fur-sergei-o.html   deze bijdrage is door J.Saether verwijderd: http://gamamila.blogspot.nl/2014/04/loschen-von-beitragen-deleting.html maar dankzij de blogspot van Michael Gastkemper weer teruggevonden:http://antroposofieindepers.blogspot.nl/2013/06/schaapje-schaapje.html en http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2014/11/ich-entscheide-mich-sowohl-fur-sergei-o.html
  26.  http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2014/11/ich-entscheide-mich-sowohl-fur-sergei-o.html
  27. Steiners uitspraak over AKE en somnambulisme ; (GA 106 14-9-1908 Aegyptische Mythen und Mysterien, vragenbeantwoording archief) . Aangezien de vragen niet aansloten bij de lezing is deze quote niet bij betreffende voordracht afgedrukt, echter wel in het archief met vragenbeantwoordingen, daar is het voor iedereen toegankelijk en in te zien.
  28. Das Mysterium der Auferstehung im Lichte der Anthroposophie van Sergej Prokofieff: http://www.amazon.com/Das-Mysterium-Auferstehung-Lichte-Anthroposophie/dp/3772519113
  29. Anna Katharina Emmerick: Eine Rehabilitation, van JvH , http://www.amazon.de/Anna-Katharina-Emmerick-Eine-Rehabilitation/dp/3037690437/ref=sr_1_14?s=books&ie=UTF8&qid=1394295450&sr=1-14

  30. GA 225. 23. September 1923 Jakob Böhme, Paracelsus, Swedenborg.
  31. GA 67 ,21. März 1918
  32. GA 253 een voordrachtenreeks die bijna geheel gewijd is aan Swedenborg en de gevaren van visionaire helderziendheid. Elders onthult Steiner dat Swedenborg een incarnatie van Ignatius van loyola is, de stichter van de jezuïetenorde. GA 240, 24-8-1924, ook GA 346, 9. September 1924, zie ook: http://www.perseus.ch/PDF-Europaer/JG_10/Europaer_02_2005.pdf
  33. GA 52. Theosophie und Somnambulismus , 7. März 1904
  34. GA 254, 18-10-1915 , Het is hier niet de plaats om in te gaan op de door Steiner genoemde 8e sfeer. In een toekomstig artikel (over singulariteit) zal daar aandacht aan geschonken worden.
  35. GA 7
  36. GA170, 15. August 191
  37. GA 79, 29. November 1921
  38. GA 272 , 16. August 1915
  39. GA 140, 26. Oktober 1912
  40. GA143 25. Februar 1912
  41. GA 297, 25. November 1919
  42. GA 194 14.12.1919
  43. GA 188-10.1.1919.
  44. GA 168-10.10.1916.
  45. GA 62-6.3.1913, Irrtümer der Geistesforschung.
  46. GA 266b-20.9.1912, Gedächtnisnotiz einer Esoterischen Stunde.
  47. GA 264-20.9.1912, Gedächtnisnotizen von Mathilde Scholl.
  48. GA 62-3.4.1913, Die Moral im Lichte der Geistesforschung.
  49. GA 154 5. Mai 1914, Ausschluß eines Mitgliedes und die Begründung dieses Vorgehens.
  50. Deze mededeling over het feit dat ze in dit leven geen scholing doorlopen heeft staat in bijna elke inleiding of voorwoord van haar boeken.
  51. Over de christelijke en de rozenkruisers scholingsweg heeft Steiner vele voordrachten gehouden o.a.: GA 97- 19-9-1906, 30-11-1906, 11-12-1906, 13-2-1906,- 3-2-1907 ,19-9-1906 , 22-2-1907 en Ga 99, 6-6-1907.
  52. noot 1 abschlussbericht blz. 32
  53. noot 1 blz. 23
  54. zie o.a. GA 118 in het kali yuga (duistere tijdperk) was het helderziende vermogen van de mensheid op een dieptepunt gekomen, pas na 1899 werd het weer mogelijk om het geestelijk schouwen op een hoger plan te beoefenen. Zie bijv. over kali yuga ook de volgende artikelen van de auteur: http://antropocalypse.blogspot.nl/2012/11/mayas-en-het-jaartal-2012-21-december.html , http://antropocalypse.blogspot.nl/2012/12/de-mayas-en-het-nieuwe-tijdperk-2.html
  55. Novalis. Zie bijv. Christussucher und Michaeldiener van Hans Peter van Manen, blz. 95 waar hij e.e.a. samenvat over Novalis als voorloper van de antroposofie : uit het hele oeuvre van Steiner.
  56. Op de websites van Michael Eggert (Egoisten) bevinden zich heel veel bijdragen, die gewijd zijn aan Judith von Halle. De auteur kan zich in veel van Eggerts ideeën niet vinden, maar vind het desondanks interessant om te volgen: http://www.egoisten.de/page63/index.html
  57. GA 56- 0. Oktober 1907 en GA 106- 3. September 1908
  58. In haar boek, die Holzplastik, blz.70
  59. zie noot 31: MHA in een recensie op amazon: und seit ihrer Stigmatisation noch in verstärktem Maße aufgetretene Gabe einer karmischen Hellsichtigkeit, herrührend aus einer vergangenen Inkarnation als Edith Maryon (einer Mitarbeiterin Rudolf Steiners bei der Schaffung der Holzplastik des "Menschheitsrepräsentanten Christus" zwischen Luzifer und Ahriman).
  60. Noot 50 blz. 31
  61. zie noot 53
113) Adriana Koulias, zie blog dd 4-4-2013, volgens noot 43